Operator's Manual

7
Hendel bewegen.
Bedieningsstang
omhoog/omlaag
brengen.
Hendel naar voren
bewegen.
Bedieningsstang
omhoog brengen.
Hendel naar achteren
bewegen.
Bedieningsstang
omhoog brengen.
Bedieningsstang
omlaag brengen.
Montage-instructies
Plaatsen
van de handgreep
1. Handgreepstangen recht zetten en knoppen
aandraaien (fig. 2). Bevestigingsbeugels iets naar
elkaar toe buigen (fig. 2).
2. Draai de handgreep naar achteren totdat het
nopje erop in het middelste gat van de
handgreepbevestiging valt (fig. 2). Als de
handgreep zich niet op de goede hoogte bevindt,
kunt u deze aanpassen door het nopje in een
ander gat te laten vallen. Maak de
bedieningskabels vast met de kabelbandjes.
Installatie
van het startkoord
1. Trek het startkoord door de koordgeleider op de
handgreep (fig. 3). Om gemakkelijker lussen te
vormen, drukt u de bedieningsstang tegen de
handgreep zodat de bladrem wordt ontspannen.
Plaatsen
van de
afvoertunnelafsluiter
1. Zorg dat de motor af staat.
2. Open het deurtje van de afvoer door het naar
achteren te bewegen (fig. 4). Houd de handgreep
van het deurtje vast, om te voorkomen dat het
deurtje door de veerspanning dichtklapt terwijl u
de afsluiter plaatst.
3. Omdat de afsluiter iets breder is dan de opening
van de afvoertunnel, draait u de afsluiter iets
rechtsom terwijl u die plaatst (fig. 4). De pijl op
het plaatje op de afsluiter moet omhoog wijzen.
4. Druk de afsluiter helemaal naar binnen, totdat de
veerklem onder aan de afsluiter vastklikt,
waardoor de afsluiter stevig op zijn plaats in de
tunnel wordt vastgehouden (fig. 5). Laat de
handgreep van het deurtje los, om de bovenkant
van de afsluiter vast te zetten.