Operator's Manual

14
maaikast. Laat de pen van de maaihoogtehendel
in de juiste sleuf van de maaikast vallen. Stel
alle wielen op dezelfde maaihoogte in.
NB: De voorwielen kunnen op 1,3 cm
worden ingesteld. Beweeg de
maaihoogtehendel voorbij “A” en laat
de pen in de sleuf in de maaikast
vallen.
Onderhoud
MOGELIJK GEV
AAR
Wanneer de bougiekabel op de bougie is
aangesloten, kan de motor onbedoeld
worden gestart.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Wanneer de motor onbedoeld wordt
gestart, kan dat ernstig letsel van de
bestuurder of omstanders veroorzaken.
GEV
AARLIJKE SITUA
TIES
VOORKOMEN
Trek de bougiekabel van de bougie voordat
u onderhouds- of afstelwerkzaamheden
uitvoert.
Onderhoud
van het luchtfilter
Normaliter dient het schuim-voorfilter telkens na
25 bedrijfsuren of elk jaar te worden schoongemaakt.
Het papieren filter na elke 100 bedrijfsuren of elk jaar
schoonmaken. W
anneer de maaimachine in stoffige of
vuile omstandigheden wordt gebruikt, moet het filter
vaker worden schoongemaakt. Te zeer vervuilde
onderdelen vervangen.
1. Zet de motor af en trek de kabel van de bougie
(fig. 10). Neem de sleutel uit het contact bij
elektrische start modellen.
2. Verwijder de twee (2) knoppen waarmee het
luchtfilterdeksel op de motor is bevestigd (fig.
16).
3. Luchtfilterdeksel verwijderen en zorgvuldig
schoonmaken.
4. Voorfilter voorzichtig verwijderen. Als het
voorfilter vuil is, het voorzichtig wassen in een
oplossing van vloeibare zeep en warm water.
Naspoelen in schoon water. Filter goed laten
drogen alvorens het opnieuw te monteren.
5. Als het papieren filter vuil is, het filter
schoonmaken door het voorzichtig tegen een
vlak oppervlak uit te kloppen. Als het filter sterk
vervuild is, moet het worden vervangen.
Belangrijk: Geen olie op het schuimfilter of
papieren filter aanbrengen. Geen
perslucht gebruiken om het papieren
filter te reinigen.
6. Schuim-voorfilter over het papieren filter
aanbrengen. Luchtfilterdeksel monteren en goed
bevestigen met de twee (2) knoppen.
Belangrijk: De motor mag nooit draaien zonder
luchtfilterelement. Hierdoor kan
namelijk overmatige slijtage en
beschadiging van de motor ontstaan.
Vervangen
van de bougie
Verwijder de bougie telkens na 25 bedrijfsuren ter
controle. Vervang de bougie na elke 100 bedrijfsuren
of elk maaiseizoen. Gebruik een Champion RC12YC
of gelijkwaardige bougie.
1. Zet de motor af en trek de kabel van de bougie
(fig. 10).
2. Maak de omgeving van de bougie schoon en
verwijder hem uit de cilinderkop.