Operator's Manual

6
3351-110
Voor het gebruik
Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van benzine kan
brandwonden veroorzaken.
Om te voorkomen dat een statische lading de benzine tot ontbranding kan brengen,
moet u het benzinevat en/of de maaimachine alvorens de tank te vullen op de grond
plaatsen, niet op een voertuig of een ander object.
Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Neem gemorste
benzine op.
Rook niet als u omgaat met benzine en houd benzine uit de buurt van open vuur of
brandstof.
Bewaar benzine in een goedgekeurd benzinevat en buiten bereik van kinderen.
Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in aanraking komen met een bewegend mes.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u de maaihoogte instelt.
Brandstoftank vullen
Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale
benzine van een bekend merk.
BELANGRIJK: Om startproblemen te verminderen,
moet u het hele seizoen een stabilizer toevoegen aan
de benzine. Gebruik nooit benzine die ouder is dan 30
dagen.
1/2 in. (1 cm)
m-7318
m-7317
Oliepeil van de motor
controleren
1. Verwijder de peilstok uit de buis en veeg deze
schoon. Schuif daarna de peilstok weer helemaal terug.
m-7317
m-7310
2. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil.
Als het peil onder de Bijvullen -markering op de
peilstok staat, giet dan langzaam voldoende olie in
de vulbuis totdat het peil de Vol -markering op de
peilstok bereikt. Niet te vol vullen. Maximale
vulhoeveelheid: 0,59 l, type: SAE 30 reinigingsolie,
met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van
het American Petroleum Institute (API) of hoger.
3. Plaats de peilstok.