Operator's Manual

10
3351-110
Maaisel zijwaarts afvoeren
Gebruik de zijafvoer als u zeer hoog gras maait.
Als de grasvanger op de machine zit, moet u die
verwijderen en de afsluiter van de achterafvoer
monteren (zie Grasvanger verwijderen, blz. 9)
alvorens het maaisel zijwaarts af te voeren.
BELANGRIJK:
Controleer of de afsluiter
van de achterafvoer is
gemonteerd, alvorens
het maaisel zijwaarts af
te voeren.
m-5587
Zijafvoertunnel monteren
1. Ontgrendel het
deurtje van de
zijafvoer.
m-7195
2. Zet het deurtje van
de zijafvoer open.
m-5584
3. Monteer de zijafvoertunnel en laat het deurtje
uitkomen op de tunnel.
m-5585
Zijafvoertunnel verwijderen
Om de zijafvoertunnel te verwijderen, voert u
bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit.
BELANGRIJK:
Vergrendel het
deurtje van de
zijafvoer nadat u
dit hebt gesloten.
m-7196
Tips voor bediening en
gebruik
Verwijder stokken, stenen, draden, takken en
andere rommel die het mes kan raken, uit het
werkgebied.
Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen
raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen.
Als de maaimachine toch een voorwerp raakt of
begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten,
de bougiekabel losmaken en de maaimachine op
beschadiging controleren.
De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes
te monteren voordat het maaiseizoen begint.
Vervang indien nodig het maaimes door een
origineel Toro-mes.
Gras maaien
U moet telkens niet meer dan ongeveer eenderde
van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een
stand lager dan 51 mm, tenzij de grasmat dun is,
of als het laat in het najaar is wanneer het gras
langzamer begint te groeien. Zie Maaihoogte
instellen, blz. 7.
Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is,
moet u maaien bij de maximale maaihoogte en
een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u
maaien bij een lagere maaihoogte om het gazon
een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het
gras te hoog is, kan de maaimachine verstopt
raken en de motor afslaan.
Maai uitsluitend droog gras of droge bladeren.
Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken,
waardoor de maaimachine verstopt kan raken of
de motor kan afslaan.
Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u
uitglijden, in aanraking komen met het mes en
ernstig letsel oplopen. Maai uitsluitend in droge
omstandigheden.
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het maaisel beter over het gazon
verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt
bemest.
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
Vervang het maaimes of laat het slijpen.
Loop langzamer tijdens het maaien.
Stel de maaimachine in op een hogere
maaihoogte.
Maai het gras vaker.