Operator's Manual
WAARSCHUWING
Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden
toternstigletselenziekte.
•Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
•Houduwgezichtuitdebuurtvandevulpijp
endeopeningvandetankofeenblikmet
conditioner.
•Houdbrandstofuitdebuurtvanogenenhuid.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenzijndieselbrandstof
enbrandstofdampenuiterstontvlambaaren
explosief.Brandofexplosievanbrandstofkan
brandwondenofmateriëleschadeveroorzaken.
•Controleervoordatudedopvande
brandstoftankverwijdertofhetvoertuigopeen
horizontaalvlakisgeplaatst.Opendedopvan
debrandstoftanklangzaam.
•Gebruikeentrechteroftuit;brandstof
uitsluitendindeopenluchtbijeenafgezette
ofkoudemotorbijvullen.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
•Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vulde
brandstoftanktotmaximaal2,5cmvanaf
deonderkantvandevulbuis.Ditgeeftde
brandstofindetankruimteomuittezetten.
•Rooknooitwanneerumetbrandstofbezigbent
enhouddebrandstofwegvanopenvlammen
ofvonken.
•Bewaardebrandstofinschone,veiligeen
goedgekeurdecontainersenzorgervoordatde
dopopzijnplaatsblijft.
Biodieselklaar
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen
dieselmengseltotmaximaalB20(20%biodiesel,80%
petrodiesel).Hetdeelpetrodieselmoeteenlaagof
ultralaagzwavelgehaltehebben.Neemdevolgende
voorzorgsmaatregeleninacht:
•Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
•Hetdieselmengselmoetbeantwoordenaan
ASTMD975ofEN590.
•Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
•GebruikbijkoudweerB5(biodieselinhoud5%)of
mengselsmeteenlagerpercentage.
•Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,die
incontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde
loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
•Dekansbestaatdateenbrandstoflternaverloop
vantijdverstoptraakt,nadatubentovergestaptop
eenbiodieselmengsel.
•Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
1.Maakdeomgevingvandedopvandebrandstoftank
schoon.
2.Verwijderdedopvandebrandstoftank(
Figuur18).
Figuur18
1.Dopvanbrandstoftank
3.Vuldetanktotongeveer25mmvanafdebovenkant
vandetank(deonderkantvandevulbuis)enplaats
vervolgensdedop.Niettevolvullen.
4.Ombrandgevaartevoorkomen,moetugemorste
brandstofopnemen.
24