Operator's Manual

31
Een van de hoofdregels is: verminder uw snelheid op
onbekend terrein. Het is verbazingwekkend hoeveel schade
en letsel gewone dingen kunnen veroorzaken. Takken,
hekken, draden, andere voertuigen, boomstronken,
greppels, zandkuilen, beekjes en andere objecten die te
vinden zijn in de meeste parken en golfbanen, kunnen
gevaar opleveren voor bestuurder en passagier.
Rij niet als het donker is, vooral niet op onbekend terrein.
Als u toch in het donker moet rijden, rij dan voorzichtig en
steek de koplampen aan. Overweeg ook extra verlichting te
gebruiken.
Passagiers
Als er een passagier met u meerijdt op het voertuig, zorg er
dan voor dat hij of zij de veiligheidsgordel heeft omgedaan
en zich goed vasthoudt. Rijd langzamer en maak minder
scherpe bochten, want uw passagier kan niet van tevoren
zien aankomen wat u gaat doen en kan dus moeilijk
anticiperen op bochten, stoppen, gas geven en
onregelmatigheden in het terrein.
De bestuurder en de passagier moeten te allen tijde op de
stoel blijven zitten en armen en benen binnen het voertuig
houden. De bestuurder moet indien mogelijk het stuurwiel
met beide handen vasthouden en de passagier moet de
aangebrachte handgrepen gebruiken (Fig. 28 & 29).
1
Figuur 28
1. Handgreep voor passagier
11
Figuur 29
1. Handgreep en heupsteun
Passagiers mogen nooit worden vervoerd in de kiepbak of
op andere werktuigen. Het voertuig is geschikt voor
maximaal één bestuurder en één passagier.
Snelheid
Snelheid is een van de belangrijkste oorzaken van
ongelukken. Wanneer u harder rijdt dan de omstandigheden
toelaten, kunt u de controle over het voertuig verliezen en
een ongeluk veroorzaken. Snelheid kan ook een klein
ongeluk verergeren. Wanneer u frontaal tegen een boom
rijdt met lage snelheid, kan dat schade en letsel
veroorzaken, maar bij een botsing bij hoge snelheid kan het
voertuig totaal vernield raken en kunnen u en uw passagier
om het leven komen.
Rijd nooit harder dan de omstandigheden toelaten. Als u
niet zeker weet hoe hard u ergens mag rijden, verminder
dan uw snelheid.
Wanneer u zware werktuigen gebruikt (meer dan 450 kg),
zoals spuitmachines, topdressers of strooiers enz., begrens
dan uw snelheid door de 3e/Hoog-vergrendelschakelaar op
LANGZAAM –
– te zetten.