Operator's Manual
Figuur 6
1. Contactschakelaar
2. Urenteller
3. Lichtschakelaar
4. Oliedruklampje
5. Aansluitpunt
Brandstofmeter
De brandstofmeter (Fig. 7) geeft aan hoeveel
brandstof er in de tank zit.
Figuur 7
1. Brandstofmeter
Handgrepen voor passagier
De handgrepen voor de passagier bevinden zich rechts
van het instrumentenpaneel en op de buitenkant van
elke stoel (Fig. 8).
Figuur 8
1. Handgreep voor passagier
2. Heupsteun
Controle vóór het gebruik
Een veilig gebruik begint al voordat u met het
voertuig gaat werken. U moet deze controles elke keer
weer uitoefenen:
• Bandenspanning controleren.
Opmerking: Deze banden zijn anders dan
autobanden: zij vereisen een lagere spanning om
compactie en beschadiging van de grasmat te
voorkomen.
• Het peil van alle vloeistoffen controleren. Indien
het peil te laag is, moet u bijvullen met de vereiste
hoeveelheid vloeistof overeenkomstig de
voorschriften van Toro.
•Werking van het rempedaal controleren.
•Verlichting controleren.
• Het stuurwiel naar links en naar rechts draaien om
de stuurreacties te controleren.
• Controleren op olielekken, loszittende onderdelen
en andere zichtbare gebreken. Zet de motor af en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
gekomen zijn voordat u controleert op olielekken,
losse onderdelen of andere gebreken.
Indien een van bovengenoemde zaken niet correct is,
moet u de monteur hiervan op de hoogte stellen of
contact opnemen met de bedrijfsleiding voordat u die
dag met het voertuig gaat werken. Wellicht wilt de
bedrijfsleiding dat u dagelijks andere controles
uitvoert. Vraag daarom wat uw taken zijn.
16