Operator's Manual
•Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
•Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander
toestel)aanwezigkunnenzijn.
•Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur
ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn
verdwenen.
Brandstof
•Inhoudbrandstoftank:22,7liter
•Aanbevolenbrandstof:
–Gebruikvooroptimaalresultaatuitsluitend
schone,versedieselbrandstofofbiodieselmet
eenlaag(<500ppm)ofultralaag(<15ppm)
zwavelgehalte.Hetcetaangetalmoetminimaal
40zijn.Koopbrandstofinhoeveelhedendie
binnen180dagenkunnenwordengebruikt
zodatualtijdversebrandstofheeft.
–Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-D)
bijtemperaturenboven-7°Cen
winterdieselbrandstof(nr.1-Dof
nr.1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturen
beneden-7°C.Gebruikvanwinterbrandstofbij
lagetemperaturenbiedteenlagervlampunt
eneenlagerstolpunt.Ditvergemakkelijkthet
startenenvermindertdekansdatdelters
verstoptraken.
Opmerking:Alsubijtemperaturenboven
-7°Czomerbrandstofgebruikt,zaldepomp
langermeegaanenmeervermogenleveren
danbijgebruikvanwinterbrandstof.
–Dezemachinekanookgebruikmaken
vaneendieselmengseltotmaximaalB20
(20%biodiesel,80%petrodiesel).Het
deelpetrodieselmoeteenlaagofultralaag
zwavelgehaltehebben.Neemdevolgende
voorzorgsmaatregeleninacht:
◊Herdeelbiodieselvandebrandstofmoet
voldoenaandespecicatieASTMD6751
ofEN14214.
◊Hetdieselmengselmoetbeantwoordenaan
ASTMD975ofEN590.
◊Gelakteoppervlakkenkunnenworden
beschadigddoorbiodiesel.
◊GebruikB5(biodieselinhoud5%)of
mengselsmeteenlagerpercentagein
koudweer.
◊Controleerafdichtingen,slangenen
pakkingen,dieincontactmetbrandstof
komen,omdatzijindeloopdertijdhierdoor
kunnenwordenaangetast.
◊Dekansbestaatdateenbrandstoflterna
verloopvantijdverstoptraakt,nadatubent
overgestaptopeenbiodieselmengsel.
◊Neemvoorverdereinformatieover
biodieselcontactopmeteenerkendeT oro
distributeur.
Brandstoftankvullen
1.Reinigdeomgevingvandedopvande
brandstoftankenverwijderdedop(Figuur23).
g272992
Figuur23
1.Dopvanbrandstoftank
2.Gietdeaanbevolenbrandstofinde
brandstoftanktot25mmvanafdeonderkant
vandevulbuis.Ditgeeftdebrandstofindetank
ruimteomuittezetten.
Belangrijk:Vuldebrandstoftankniet
helemaal.
3.Plaatsdaarnadedopterug.
Opmerking:Uhoorteenklikalsdedopgoed
bevestigdis.
4.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Gaelkedagalsvolgttewerkvoordatudemachine
start:
•Controleerhetoliepeilindemotor–zie
Motoroliepeilcontroleren.(bladz.36).
•Wateraftappenuithetbrandstoflter–zieWater
aftappenuithetbrandstoflter(bladz.38).
24