Operator's Manual

Spoorgevarenonderaandehellingop.Indien
ergevarenzijn,maaitudehellingmeteen
loopmaaimachine.
Laatdemaai-eenhedenindienmogelijkneer
opdegrondwanneeruwerktophellingen.
Alsudemaai-eenhedenomhoogbrengtop
hellingen,kandemachineonstabielworden.
Startenvandemotor
Umoetmogelijkhetbrandstofsysteemontluchtenals
éénvandevolgendesituatieszichheeftvoorgedaan;
zieHetBrandstofsysteemontluchten(bladz.35):
Ustartdemotorvoorheteerst.
Demotorwordtuitgeschakeldomdatde
brandstoftankleegis.
Iemandheeftonderhoudswerkzaamheden
uitgevoerdaanhetbrandstofsysteem,zoalshet
brandstofltervervangen.
1.Steldeparkeerreminwerkingendrukde
schakelaarvandemaaidekaandrijvingnaarde
standUITSCHAKELEN(Figuur34).
g352479
Figuur34
1.Schakelaarvande
maaidekaandrijving
3.Uitschakelen
2.Maai-/hefhendel4.Omlaag
2.Haaluwvoetvanhettractiepedaalencontroleer
ofhetpedaalindeNEUTRAALSTANDstaat.
3.Zetdegashendelophalfgas.
4.Plaatshetsleuteltjeinhetcontactenzethet
indestandAAN/VOORVERWARMEN.Wachttot
hetindicatielampjevandegloeibougieuitgaat
(ongeveer7seconden).
5.DraaihetsleuteltjenaardestandSTARTomde
startmotorinteschakelen;laathetsleuteltjelos
alsdemotorstart.
Belangrijk:Omtevoorkomendatde
startmotoroververhitraakt,magude
startmotornietlangerdan15secondenin
werkingstellen.Alsudemotor10seconden
achtereenhebtgestart,moetu60seconden
wachtenvoordatueennieuwestartpoging
doet.
6.Alsudemotorvoordeeerstekeerstart,en
narevisievandemotor,moetdemachinede
eersteééntottweeminutenvooruitenachteruit
wordengezet.Controleerookdewerking
vandehefhendelendeschakelaarvande
maaidekaandrijvingomerzekervantezijndat
allesystemenvandetractie-eenheidende
maai-eenheidnaarbehorenfunctioneren.
Draaihetstuurwielnaarlinksennaarrechtsom
destuurreactietecontroleren.Zetvervolgens
demotorafencontroleeropolielekken,losse
onderdelenenanderewaarneembaredefecten.
VOORZICHTIG
Aanrakingvanbewegendedelenkan
leidentotletsels.
Zetdemotorafenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandgekomen
zijnvoordatucontroleertopolielekken,
losseonderdelenenanderedefecten.
Demotorafzetten
1.ZetdegashendelindestandSTATIONAIR.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdeschakelaarvandemaaidekaandrijvingin
destandUITSCHAKELEN(Figuur35).
g352479
Figuur35
1.Schakelaarvande
maaidekaandrijving
3.Uitschakelen
2.Maai-/hefhendel4.Omlaag
4.Zetdeschuifvoormaaien/transportnaarrechts,
naardeMAAISTAND(Figuur39).
31