Operator's Manual
3.Alsdeveerisontspannen,verwijdertudebout
endeborgmoerwaarmeedeactuatorvande
veerisbevestigdaandebeugel(Figuur34).
g034346
Figuur34
1.Veer3.Locatiesvanbijkomende
gaten
2.Actuatorvanveer
4.Plaatsdeactuatorvandeveerinhetgewenste
gatenzetdezevastmetdeboutende
borgmoer.
5.Herhaaldezeprocedurebijdeandereveer.
Hetbrandstofsysteem
ontluchten
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2.Zorgervoordatdebrandstoftankminstenshalf
volis.
3.Ontgrendelenopendemotorkap.
4.Draaideontluchtschroefopdebrandstonjec-
tiepompopen(Figuur35).
g008891
Figuur35
1.Ontluchtschroefbrandstonjectiepomp
5.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandAAN.
Deelektrischebrandstofpompbeginttewerken.
Hierbijkomterluchtbijdeontluchtschroefnaar
buiten.
Opmerking:LaathetsleuteltjeopAANstaan
totdatereenvollestraalbrandstofbijdeschroef
naarbuitenkomt.
6.Zetdeschroefweervastendraaihetsleuteltje
opUIT.
Opmerking:Normaalgesprokenzaldemotorna
bovenstaandeontluchtingsprocedurestarten.Indien
demotorechternietstart,kanerluchttussende
injectiepompendeinjectorszitten;zieInjectors
ontluchten(bladz.45).
Werkingvanhet
diagnoselampje
Demachineisuitgerustmeteendiagnoselampjedat
aangeeftdathetelektronischebesturingssysteemeen
elektrischestoringregistreert.Hetdiagnoselampje
bevindtzichopdebedieningspaneel(Figuur
36).Alshetelektronischebesturingssysteem
correctfunctioneertenuhetcontactsleuteltjein
destandAANzet,zalhetdiagnoselampjevan
hetbesturingssysteem3secondenbrandenen
daarnadovenomaantegevendathetlampjenaar
behorenwerkt.Alsdemotorafslaat,blijfthetlampje
onafgebrokenbrandentotdatuhetsleuteltjeineen
anderestanddraait.Hetlampjegaatknipperen
alshetbesturingssysteemeenelektrischestoring
ontdekt.Hetlampjehoudtopmetknipperenenwordt
automatischopnieuwingesteldalsuhetsleuteltje
naardestandUITdraaitzodradestoringverholpenis.
g020251
Figuur36
1.Diagnoselampje
Alshetdiagnoselampjevanhetbesturingssysteem
knippert,heefthetbesturingssysteem1vande
volgendeproblemenontdekt:
•Kortsluitingineenvandeoutputs.
•Eenopenkringineenvandeoutputs.
30