Operator's Manual

5. De LED "inputs g etoond" op de k olom
rec htsonder op de Diagnostisc he A CE moet
oplic hten. Als de LED "outputs g etoond"
oplic ht, moet u de tuimelsc hak elaar op de
Diagnostisc he A CE indr ukk en en loslaten om
de LED "inputs g etoond" te laten oplic hten.
Houd de knop niet ing edr ukt.
6. De Diagnostisc he A CE zal de LED laten
oplic hten die hoor t bij de inputsc hak elaar die
w ordt g esloten.
Laat elk e sc hak elaar afzonderlijk v an de open
naar de g esloten stand g aan (d.w .z. neem
plaats op de stoel, trap het tractie pedaal in,
enz.) en controleer of de juiste LED op de
Diagnostisc he A CE g aat knipperen als de
cor responderende sc hak elaar w ordt g esloten.
Herhaal deze procedure bij elk e sc hak elaar die
met de hand v an de open in de g esloten stand
kan w orden g ezet.
7. Als de sc hak elaar w ordt g esloten zonder
dat de bijbehorende LED g aat branden,
moet u alle kabels en aansluiting en naar de
sc hak elaar controleren en/of de sc hak elaar
door meten met een w eerstandsmeter . V er v ang
besc hadigde sc hak elaars en re pareer kapotte
kabels .
De Diagnostisc he A CE kan ook ontdekk en
w elk e solenoïdes of relais v an de outputs zijn
ing esc hak eld. Dit is een snelle manier om v ast
stellen of het om een storing in het elektrisc he
of het h y draulisc he systeem v an de mac hine
g aat.
Controle van de outputfunctie:
1. Plaats de mac hine op een horizontaal vlak, laat
de maaidekk en neer , zet de motor af en stel de
park eer rem in w erking .
2. Open de kap v an het bedieningspaneel. Ga
naar de connector v an de kabelboom en de
kringloopstekk er . T rek de kringloopstekk er
v oorzic htig uit de connector v an de kabelboom.
3. Bev estig de stekk er v an de Diagnostisc he
A CE aan de connector v an de kabelboom.
Controleer of de juiste o v erla y -stic k er op de
Diagnostisc he A CE is g e plaatst.
4. Draai het contactsleuteltje op AAN , maar star t
de motor niet.
Opmerking: De rode tekst op de
o v erla y -stic k er heeft betrekking op de
inputsc hak elaars en de g roene tekst op de
outputs .
5. De LED "outputs g etoond" op de k olom
rec htsonder op de Diagnostisc he A CE moet
oplic hten. Als de LED "inputs g etoond"
oplic ht, moet u de tuimelsc hak elaar op de
Diagnostisc he A CE indr ukk en en loslaten om
de LED "outputs g etoond" te laten oplic hten.
Opmerking: Het kan noodzak elijk zijn de
LEDs "inputs g etoond" en "outputs g etoond"
enig e malen beur telings te laten oplic hten
om de v olg ende stap uit te v oeren. Om de
LEDs beur telings te laten oplic hten, dr ukt u
de tuimelsc hak elaar nog een k eer in. Dit kunt
u zo v aak doen als nodig is . Houd de knop niet
ing edr ukt.
6. Neem plaats op de stoel en probeer de
g ew enste functie v an de mac hine . Als de juiste
output -LEDs g aan branden, duidt dit erop
dat de ECU die functie insc hak elt. (raadpleeg
Functies v an de h y draulisc he solenoïdekle p
om zek er te zijn v an de g especificeerde
output -LEDs .)
Opmerking: Als een output -LED knipper t,
betek ent dit dat er elektrisc he problemen
met die OUTPUT zijn. U moet defecte
elektrisc he onderdelen onmiddellijk re pareren
of v er v ang en Om een knipperende LED ter ug
te stellen, draait u het contactsleuteltje op
UIT en daar na w eer op AAN en maakt u het
fouteng eheug en v an het besturingssysteem
leeg (zie F outeng eheug en leegmak en).
Als er g een output -LEDs knipperen, maar
de juiste output -LEDs niet branden, moet u
controleren of de v ereiste inputsc hak elaars in
de stand zijn g ezet die nodig is om deze functie
in te sc hak elen. Controleer of de sc hak elaar
cor rect functioneer t
Als de output -LEDs branden zoals is
g especificeerd, maar de mac hine niet naar
behoren w erkt, duidt dit op een defect dat niet
v an elektrisc he aard is . Indien nodig re pareren.
30