Operator's Manual

17
12. Verwijder de moer waarmee de bevestigingsbeugel van de
gazoncompensatieveer is bevestigd aan de lip van de
stabilisator van het maaidek (Fig. 5). Plaats de stabilisatie-
ketting op de tapbout en zet deze vast met de moer die u
hebt verwijderd.
1
2
Figuur 5
1. Hefketting 2. Lip van stabilisator van
maaidek
13. Monteer de motor op het uiteinde van de aandrijving
van het maaidek en zet deze vast met de twee
bijgeleverde tapbouten (Fig. 6).
1
2
Figuur 6
1. Motor 2. O-ring
Opmerking: Indien het maaidek moet worden vastgezet,
steekt u de borgpen in het montagegat van het scharnier-
gewricht (Fig. 4).
14. Bevestig de veerdraad rond de onderkant van de
borgpen (Fig. 4).
Andere afstellingen
De machines zijn in de fabriek afgesteld voor de meeste
maaiwerkzaamheden die moeten worden verricht op een
fairway.
Met de volgende opties kunt u de machine afstellen voor
specifieke werkzaamheden:
Gazoncompensatieveer afstellen
De gazoncompensatieveer (Fig. 7), die het draagframe
verbindt met het maaidek, regelt de mate waarin de
machine in de lengterichting kan worden gedraaid, alsmede
de afstand tot de grond bij transport en bij het keren.
Bovendien zorgt de compensatieveer ervoor dat het gewicht
van de voorste naar de achterste roller wordt verplaatst. Dit
voorkomt de kans dat er een golfpatroon in de grasmat
ontstaat, ook wel bekend als “bobbing” (op-en-neer bewegen).
Belangrijk Stel de veer af als het maaidek is
gemonteerd aan de tractie-eenheid en is neergelaten op de
vloer van de werkplaats. Raadpleeg de gebruikershand-
leiding van de tractie-eenheid voor de montageinstructies.
1. Draai de borgmoer op de achterkant van de veerstang
vast totdat de afstand (C) tussen de achterkant van de
veerbeugel en de voorkant van de ring 2,5 cm is (Fig. 7).
“C”
“A”
“B”
Figuur 7
2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van de
veerstang vast totdat de lengte (A) van de samengedrukte
veer 20,3 cm bedraagt (Fig. 7).
Opmerking: Als u een onregelmatig of golvend terrein
maait, moet de lengte (A) van de samengedrukte veer 21,6 cm
bedragen en de afstand (C) tussen de achterkant van de
veerbeugel en de voorkant van de ring 3,8 cm (Fig. 7).