Operator's Manual

W anneer de motor heeft gelopen en de
radiatordop w ordt v erwijderd, kan er onder
dr uk staande hete k oelvloeistof ontsnappen.
Dit kan brand w onden v er oorzak en.
Laat de motor minstens 15 min uten af k oelen
of totdat de radiatordop z o v er is afgek oeld
dat u dez e kunt aanrak en z onder uw handen
te branden.
1. Plaats de doppen v an de radiator en de
expansietank v oorzic htig ter ug ( Figuur 19 ).
2. Controleer het k oelvloeistofpeil in de radiator
en de expansietank ( Figuur 19 ).
De radiator moet w orden g evuld tot de
bo v enkant v an de vulbuis en de expansietank
tot de V OL -mark ering .
Figuur 19
1. Expansietank
3. V ul de expansietank tot de V OL -mark ering en
de radiator tot de bo v enkant v an de vulbuis .
V ul de expansietank niet te v ol.
Opmerking: Als er luc ht is ing esloten
in het systeem, moet u de ontluc htingsplug
( Figuur 20 ) v erwijderen uit de bo v enkant v an
het vloeistofreser v oir v an de radiator ,
om de luc ht te laten ontsnappen.
Plaats de ontluc htingsplug ter ug met
teflon -afdic htmiddel v oor buizen.
Figuur 20
1. Ontluchtingsplug
4. Plaats de doppen v an de radiator en de
expansietank ter ug .
5. Sluit de kap en maak de sluiting v ast.
Brandstoftank vullen
In bepaalde omstandigheden zijn
dieselbrandstof en brandstofdampen uiter st
ontvlambaar en explosief. Brand of explosie
v an brandstof kan brand w onden of materiële
schade v er oorzak en.
Ge br uik een tr echter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een
afgez ette of k oude motor bijvullen.
Ev entueel gemor ste brandstof opnemen.
V ul de brandstoftank niet helemaal v ol.
V ul de brandstoftank tot 2,5 cm v anaf de
onder kant v an de vulbuis. Dit geeft de
brandstof in de tank r uimte om uit te
z etten.
R ook nooit w anneer u met brandstof
bezig bent en houd de brandstof w eg v an
open vlammen of v onk en.
Bew aar de brandstof in schone, v eilige
en goedgek eurde container s en z org dat
de dop op zijn plaats blijft.
De inhoud v an de brandstoftank is 57 liter .
1. V erwijder de dop v an de brandstoftank
( Figuur 21 ).
25