Operator's Manual

17
Brandstofmeter (Afb. 11)—Geeft aan hoeveel brandstof er in de
tank zit.
Stroomonderbrekers (Afb. 11)—De hoofd-stroomonderbreker
(40 amp) beschermt de belangrijkste elektrische circuits en de
accessoires, zoals de koplampen. De hulp-stroomonderbreker
(10 amp) beschermt de bedrading van de indicatielampjes en
schakelaars. Druk de knop in om de onderbrekers te resetten.
Tijdklok (Afb. 11)—Geeft het totaal aantal uren aan dat de
machine gebruikt is. N.B.: Links in de meter wordt met behulp van
bewegende cirkels aangegeven dat de tijdklok in werking is.
Voorgloei-indicator van de motor (Afb. 11)—Licht fel op als de
gloeipluggen voldoende voorverwarmd zijn.
Voorgloeischakelaar van de motor (Afb. 11)—Bij koude starts moet
de schakelaar ingehouden worden totdat de indicator fel oplicht.
Contactschakelaar (Afb. 11)—Deze schakelaar heeft drie posities:
OFF, ON en START. (AAN, AF, en START). Draai de sleutel in de
START-positie en laat hem los als de motor aanslaat. Draai de
sleutel naar OFF (AF) om de motor te stoppen.
Handrem (Afb. 11)—Trek de hendel omhoog om de parkeerrem in
te schakelen. Om de rem weer uit te schakelen moet u de hendel
omhoog trekken, de knop indrukken en de hendel laten zakken. De
rem moet ingeschakeld zijn bij het starten van de motor. Schakel
altijd de parkeerrem in voordat u de stoel verlaat.
Hendel maaien-wetten (Afb. 11)—Druk de hendel naar voren om
de maai-eenheden in te schakelen. Zet de schakelaar in het midden
om de maai-eenheden stop te zetten. Om de maai-eenheden te
wetten moet u de hendel over de stop tillen en in de achteruit-
positie houden.
Toerentalregeling messenkooien (Afb. 11)—Draai de knop met de
wijzers van de klok mee om het toerental van de messenkooien op te
voeren, en tegen de wijzers van de klok in om het toerental van de
messenkooien te minderen. In combinatie met de snelheidsbegrenzer
te gebruiken om de gewenste maairesultaten te verkrijgen.
Gashendelbediening (Afb. 11)—Zet de gashendel naar voren om de
motorsnelheid op te voeren en naar achteren om snelheid te minderen.
Afbeelding 11
1. Liftbediening maai-eenheden
2. Hendel maaien/wetten
3. Gashendel
4. Snelheidsmeter
5. Knop voor opheffen motorblokkering
6. Koelvloeistoftemperatuurmeter
7. Brandstofmeter
8. Hoofd-stroomonderbreker
9. Tijdklok
10. Voorgloeischakelaar & -indicatielampje motor
11. Contactschakelaar
12. Handrem
13. Toerentalregeling messenkooien
14. Hulp-stroomonderbreker
15. Oversteekkoppelstuk
Zet de hendel niet meteen van de MAAI-positie naar de
WET-positie. Houd de hendel even in de STOP-positie.
LET OP
1
15
13
2
3
5
414
10
11
12
616
78
9