Operator's Manual

Voor maximaal vermogen bij belasting of tijdens klimmen
moet u het motortoerental hoog houden door de gashendel in
de FAST (SNEL)-positie te zetten en het tractiepedaal stevig
tegen de snelheidsbegrenzer ingetrapt houden. Als het
motortoerental terugzakt vanwege de belasting moet u
geleidelijk de druk op het tractiepedaal verminderen totdat de
motorsnelheid toeneemt.
Om te stoppen vermindert u de druk op het tractiepedaal en
laat u dit opkomen tot de centrale positie. Bij uiterst steile
hellingen moet u de REVERSE (ACHTERUIT)-kant van het
pedaal intrappen, of tegelijkertijd uw hak op de REVERSE
(ACHTERUIT)-kant zetten en uw tenen op de FORWARD
(VOORUIT)-kant van het pedaal.
Snelheidsbegrenzer (Afb. 9) Beperkt de bewegingen van het
tractiepedaal. De hendel van de begrenzer is een hulpmiddel bij de
bepaling van de maairesultaten en voorkomt plotselinge
snelheidsschommelingen in ongelijk terrein.
BELANGRIJK: De moer van de nokhefboom kan worden
vastgedraaid als de begrenzerstop het tractiepedaal niet in de
gewenste positie houdt.
Transporthendels (Afb. 9 en 10)—De hendels borgen de maai-
eenheden in de opstaande positie tijdens transport. De hendel voor
de voorste maai-eenheden wordt met de voet bediend (Afb. 9). De
hendels van middelste en buitenste maai-eenheden worden met de
hand bediend (Afb. 10).
Stel de moer af voor tegendruk van het tractiepedaal.
Liftbediening maai-eenheden (Afb. 11)—Met de twee buitenste
hendels worden de twee buitenste maai-eenheden opgehaald en
neergelaten. Met de middelste hendel worden de twee voorste en de
middelste maai-eenheden opgehaald en neergelaten. De motor moet
draaien om de maai-eenheden neer te kunnen laten. Als de
maaieenheden opgehaald worden stoppen de messen automatisch.
Laat de hendels niet terugspringen naar de neutraalstand omdat dan
de maai-eenheden niet vrij kunnen bewegen.
Oversteekkoppelstuk (Afb. 11)—Wordt gebruikt om de lifthendel
van de middelste maai-eenheid en de hendel voor maaien/wetten
vast te zetten bij het oversteken van het terrein.
Temperatuurmeter koelvloeistof (Afb. 11)—Geeft de temperatuur
van de koelvloeistof van het systeem aan.
Knop voor opheffen motorblokkering (Afb. 11)—Als deze knop
ingedrukt wordt kan de motor gebruikt worden nadat deze oververhit
geraakt en automatisch uitgeschakeld is door het elektrische
veiligheidssysteem. Uitsluitend voor korte tijd te gebruiken.
16
Afbeelding 9
1. Bovenkant tractiepedaal (vooruit)
2. Onderkant tractiepedaal (achteruit)
3. Snelheidsbegrenzer
4. Transporthendel—voorste maai-eenheden
Afbeelding 10
1. Hendel middelste maai-eenheid
2. Hendel buitenste maai-eenheid