Operator's Manual
40
3. Verwijder en vervang het voorfilter. Het wordt
afgeraden het gebruikte element te reinigen omdat dit
kan leiden tot beschadiging van de filtermedia.
Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en
controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet
aansluiten, en het filterhuis. Een beschadigd element
mag niet worden gebruikt. Plaats het nieuwe filter door
de buitenring van het element aan te drukken om dit
vast te zetten in de filterbus. Druk niet op het flexibele
midden van het filter.
4. Reinig de opening van de vuiluitlaat in het afneembare
deksel. Verwijder de rubberen uitlaatklep van het
deksel, maak de holte schoon en plaats de klep terug.
5. Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep naar
beneden gericht – in een positie tussen ongeveer 5:00
tot 7:00 uur, gezien vanaf het uiteinde.
6. Maak de sluitingen vast.
Radiator en scherm reinigen
Het radiatorscherm, de radiator en de oliekoeler moeten vrij
van rommel worden gehouden om te voorkomen dat het
systeem oververhit raakt. Controleer elke dag het scherm,
de radiator en de oliekoeler en verwijder indien nodig het
aanwezige vuil. Reinig ze vaker als in vuile
omstandigheden wordt gemaaid.
1. Verwijder het radiatorscherm.
2. Reinig de radiator met een waterslang of perslucht.
Doet dit vanaf de ventilatorzijde van de radiator.
2
1
Figuur 44
1. Radiator 2. Oliekoeler
3. U moet de oliekoeler (Fig. 44) grondig reinigen en
andere rommel verwijderen die zich heeft opeengehoopt
rond de onderdelen.
4. Reinig en monteer het scherm.
Motorolie verversen en filter
vervangen
Ververs de olie en vervang het filter na de eerste
50 bedrijfsuren; daarna moet u om de 150 bedrijfsuren de
olie verversen en het oliefilter vervangen.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, laat
de maaidekken neer, stel de parkeerrem in werking en
zet de motor af.
2. Verwijder de aftapplug en laat de olie in een opvangbak
lopen. Als er geen olie meer naar buiten stroomt, plaatst
u de aftapplug terug.
1
Figuur 45
1. Aftapplug motorolie
1
Figuur 46
1. Motoroliefilter
3. Verwijder het oliefilter. Smeer een dun laagje schone
olie op de nieuwe filterpakking voordat u deze
vastschroeft. Schroef het filter erop totdat de pakking
contact maakt met de bevestigingsplaat; draai het filter
vervolgens nog eens 1/2 tot 2/3 slag. NIET TE VAST
AANDRAAIEN.
4. Carter bijvullen met motorolie; zie Motorolie
controleren.