Instruction Manual

Table Of Contents
0478 121 9910 C - NL
82
7.1 Algemeen
Zet het apparaat voor alle beschreven
werkzaamheden op een vlakke en
stevige ondergrond.
7.2 Duwstang monteren
Duwstanghulzen aanbrengen:
duwstanghulzen (I) op
duwstang (1) steken. Vierkant gat aan
binnenkant van duwstang plaatsen,
boringen in de duwstang en het
vierkante gat in de duwstanghuls
moeten samenvallen.
Duwstang monteren:
duwstang (1) aan de beide
onderstukken duwstang (2) bevestigen.
Bouten met vlakke kop (G) van binnen
naar buiten door boringen steken en
met ringen (J – bij RME 545) en
draaiknoppen (H) vastschroeven.
1 Kabelbreukbescherming rechts
monteren:
Kabel (3) in
kabelbreukbescherming (F) leggen.
Kabelbreukbescherming eerst in de
bovenste boring (4) van het onderstuk
duwstang geleiden.
Aansluitend de
kabelbreukbescherming in het onderste
sleuf (5) van het onderstuk van de
duwstang in de juiste positie plaatsen.
2 Kabelbreukbescherming links
monteren (RME 545 V):
de montage van de
kabelbreukbescherming (F) rechts
gebeurt op dezelfde manier als aan de
linkerkant.
De kabel (6) moet in de
kabelbreukbescherming worden gelegd
en onder de duwstang worden geleid.
7.3 Kabelgeleiding monteren
RME 545 C, RME 545 V:
kabelgeleidingen (E) links en
rechts in de uitsparingen op de
behuizing (1) steken en naar het
bovenstuk duwstang draaien.
Kabel in de kabelgeleiding leggen.
Kabelgeleiding met lichte druk in de
beide daarvoor bedoelde boringen
laten vastklikken.
RME 545:
Kabelclips (K) op het bovenstuk
duwstang drukken. Afstand tussen
bovenste kabelclip en schakelaar:
25 - 27 cm
Kabel zoals afgebeeld in beide
kabelclips leggen. Lip (2) sluiten en
laten vastklikken.
7.4 Grasopvangbox monteren
Bovenste gedeelte van de
grasopvangbox (C) aan onderste
gedeelte van de grasopvangbox (B)
bevestigen.
Bouten (D) van binnen door de
betreffende openingen drukken.
Bovenste gedeelte van de
grasopvangbox door lichte druk in het
onderste gedeelte van de
grasopvangbox laten vastklikken.
Grasopvangbox vasthaken. (Ö 8.5)
8.1 Algemeen
Zet het apparaat voor alle beschreven
werkzaamheden op een vlakke en
stevige ondergrond.
7. Apparaat klaarmaken voor
gebruik
Kans op letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ´Voor uw veiligheid´ in
acht. (Ö 4.)
kabelbreukbescherming (F) alleen
zoals afgebeeld monteren. De
kabel (3) moet onder de duwstang
worden geleid. Draai zo nodig de
draaiknop (H) vóór de montage los.
3
Gevaar voor stroomstoten!
Om schade aan de isolatielaag van
de duwstang te voorkomen,
kabelclips alleen met de hand erop
drukken en geen gereedschap (bijv.
hamer, schroevendraaier)
gebruiken.
4
8. Bedieningselementen
Kans op letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ´Voor uw veiligheid´ in
acht. (Ö 4.)
5