Operation Manual

NAS-SC500PK.NL.4-114-863-42(1)
100
NL
Een draadloos netwerk
instellen en verbinding
maken (AOSS-instelling)
De draadloze netwerkinstellingen via een
AOSS-verbinding kunnen automatisch worden
uitgevoerd wanneer u de bijgeleverde draadloze
adapter en het draadloze station gebruikt. Ze
kunnen ook worden ingesteld met de bijgeleverde
draadloze adapter en het optionele AOSS-
compatibele draadloze LAN-toegangspunt.
Met deze apparaten kan het instellen automatisch
worden uitgevoerd met één druk op een toets.
Bij gebruik van het bijgeleverde
draadloze station
Stel de schakelaar voor gebruiksmodi op het
draadloze station (pagina 25) in op "MODE 2"
voordat u de volgende handeling uitvoert.
1
Sluit de bijgeleverde draadloze
adapter aan op de USB-poort op het
systeem.
Draadloos
station of een
AOSS-compatibel
draadloos LAN-
toegangspunt
Draadloze adapter
Achterzijde van het systeem
Naar de USB-poort
Gebruik het bijgeleverde verlengsnoer voor de draadloze adapter
om de draadloze adapter aan te sluiten op de USB-poort aan de
achterzijde van het systeem.
2
Open het instelmenu en selecteer
[Network setting].
3
Selecteer [Manual setting].
4
Selecteer [Wireless LAN setting].
5
Selecteer [Access point setting] –
[Automatic setting: AOSS].
Volg de aanwijzingen op het scherm. Als er
wordt aangegeven dat u op de AOSS-toets
moet drukken, houdt u de AOSS-toets op
het toegangspunt ingedrukt tot de AOSS- of
SECURITY-aanduiding gaat knipperen.
Het toegangspunt wordt dan automatisch
ingesteld.
6
Selecteer [Save].
7
Selecteer [Close].
Het draadloze netwerk is ingesteld. Wanneer
het systeem verbinding maakt met het
netwerk, wordt er een pop-upvenster
weergegeven in de linkerbovenhoek
van het scherm om de status van de
netwerkverbinding aan te geven. Deze
aanduiding verdwijnt automatisch na enige
tijd. Als de verbindingsstatus verandert, wordt
het pop-upvenster automatisch opnieuw
weergegeven.
Controleren of het systeem is
verbonden met het netwerk
Selecteer [Check connections] in het
netwerkinstelscherm.
Als het systeem problemen ondervindt bij het
maken van een verbinding met het netwerk,
controleert u de instellingen voor het toegangspunt
en het IP-adres ("De netwerkinstellingen
controleren en wijzigen" op pagina 105).