Operation Manual

21
NL
Nadere toelichting om een apparaat aan te sluiten
Een videorecorder aansluiten
Het wordt aanbevolen de videorecorder op de Euroconnector D aan de achterkant van de projectie TV aan te sluiten. Indien u
niet over een Euroconnector-kabel beschikt, raden wij u aan het videosignaal op het programmanummer “0” af te stemmen;
raadpleeg daarvoor het hoofdstuk “Handmatig Programmeren” op bladzijde 16. Raadpleeg ook de bedieningsinstructies van uw
videorecorder om erachter te komen hoe op het testkanaal van de videorecorder te komen.
Raadpleeg indien uw videorecorder SmartLink ondersteunt het hoofdstuk “SmartLink” op bladzijde 22.
Indien u een decoder of een videorecorder op de euroscart 3/ 3 D heeft aangesloten:
Selecteer de optie “Handmatig Programmeren” in het menu “Instellingen” en selecteer “Aan” in de optie “Decoder”** (met
behulp van of van ) voor elk gecodeerd kanaal.
**Met deze optie verschijnt is afhankelijk van het land dat u in het menu “Taal/Land” heeft gekozen”.
Een externe audio-installatie aansluiten:
Wilt u van het televisiegeluid genieten via de luidsprekers van uw muziekinstallatie, sluit deze dan op de audio-uitgang A aan
en selecteer via het menusysteem “Geluidsinstellingen” en selecteer “Uit” in “TV speakers”.
Het geluidsvolume van de externe luidsprekers kan gewijzigd worden via de volumetoetsen van de afstandsbediening van
de televisie. U kunt ook het niveau van de hoge en de lage tonen bijstellen met behulp van het menu “Geluidsinstellingen”.
U kunt ook via uw stereo-installatie van het geluidseffect “Dolby Virtual” genieten:
Zet daarvoor de luidsprekers van uw stereo-installatie aan weerszijden van de TV met een
afstand van ongeveer 50 cm tussen het TV-toestel en elke luidspreker.
Ga na de plaatsing van de luidsprekers door middel van het menusysteem naar het menu
“Geluidsinstellingen” en selecteer vervolgens “Dolby V” in de optie “Effect".
De bediening van de extra apparatuur
Om het ingangsinsignaal van de aangesloten apparatuur op het TV-scherm weer te geven moet u het symbool van de
connector kiezen waarop u het apparaat heeft aangesloten.
Bijv.: druk als u een apparaat op de connector met het symbool
Y1/ 1 heeft aangesloten herhaaldelijk op de toets
op de afstandsbediening totdat het symbool 1 in beeld verschijnt.
1 Sluit de extra apparatuur op de juiste ingang van het projectie TV toestel aan volgens de
aanwijzingen op de vorige bladzijde.
2 Zet het aangesloten apparaat aan.
3 Druk om het beeld van het aangesloten apparaat weer te geven herhaaldelijk op de toets totdat
het juiste symbool voor deze ingang in beeld verschijnt.
Symbool Ingangssignalen
1 Ingangssignaal audio/video via de euroscart B
1 Ingangssignaal RGB via de euroscart B. Dit symbool komt alleen dan in beeld als
er een RGB signaal is aangesloten.
2 Ingangssignaal voor audio / video via de euroscart C.
2 Ingangssignaal RGB via euroscart C. Dit symbool komt alleen dan in beeld als er
een RGB signaal is aangesloten.
3 Ingangssignaal voor audio/video via de euroscart D.
3 Ingangssignaal S-video via de euroscart D. Dit symbool komt alleen dan in beeld
als er een S-video signaal is aangesloten.
4 Ingangssignaal video via de (tulp) RCA aansluiting F en ingangssignaal audio via
G.
4 Ingangssignaal S-video via de S-video aansluiting E en het audio-ingangssignaal
via G. Dit symbool komt alleen dan in beeld als er een S-video signaal is
aangesloten.
4 Druk om terug te keren naar het gewone TV beeld op de toets van de afstandsbediening.
Voor mono-apparatuur:
Verbind de phono plug met de L/G/S/I steker aan de voorzijde van de projectie TV en kies 4 of
op 4 ingangssignaal volgens de bovenstaande instructie. Ga tenslotte naar het hoofdstuk
“Geluidsinstellingen” van deze handleiding en kies “2-talig” “A” op het geluidsmenuscherm.
S
S
S
S
Optimale plaats voor de gebruiker.
~50°
Luidsprekers van uw
hifi-installatie.
Aanvullende informatie