Operation Manual

27
grensoverschrijdende regios en bedrijven onvoldoende
duidelijk is.
Op basis van onze vervolggesprekken in de tweede
helft van 2010 constateren we dat de praktijk van
grensoverschrijdende samenwerking weerbarstig is.
Weliswaar zijn in de gesprekken in het najaar van
2010 enkele geslaagde voorbeelden aan de orde
geweest. Echter, de vereiste win-win-situatie en de
meerwaarde voor Limburg vanuit de huidige werk-
wijze zijn voor de commissie onvoldoende duidelijk
geworden.
De commissie is dan ook van mening dat in de inter-
nationale samenwerking de focus niet primair moet
liggen op problemen die internationale samenwerking
belemmeren. Het is allereerst van belang de eigen
kracht aan Limburgse zijde te versterken, om op basis
daarvan een aantrekkelijke partner te zijn voor inter-
nationale samenwerking en de potentie op dit gebied
te benutten. Pas wanneer op dit gebied substantiële
en positieve ontwikkelingen aan de orde zijn, ontstaan
de mogelijkheden om problemen van internationale
samenwerking aan te pakken en op te lossen.
2.2 Toekomstbestendig en
kwalitatief hoogwaardig
onderwijs
Ruimte voor innovatie
Een situatie van huishoudensdaling en de sanering van
woningen en/of voorzieningen die daarmee gepaard
gaat, betekent het ontstaan van nieuwe fysieke ruimte.
De commissie is van mening dat steeds verstandig
moet worden omgegaan met het herbestemmen van
deze nieuwe ruimte, vanuit de vraag hoe deze ruimte
ingezet kan worden voor het bevorderen van innova-
tieve ontwikkelingen en het creëren van waardever-
meerdering.
De commissie beschouwt beschikbare fysieke ruimte
rondom een universiteit of hoge school als een cruciale
factor voor het realiseren van succesvolle innovatieve
ontwikkelingen. Door ruimte te creëren om onderwijs,
kennisinstituten en bedrijfsleven, bijvoorbeeld vanuit
een campusgedachte, in elkaars nabijheid te laten ope-
reren, wordt letterlijk ruimte geboden voor creativiteit
en innovatie. Rondom de Universiteit Maastricht is
het creëren van nieuwe fysieke ruimte lastig. Rondom
de hogescholen zijn hiervoor nog wel mogelijkheden.
De commissie adviseert in dit kader om bij opgaven
op het terrein van ruimtelijke ordening, bij vrijval van
ruimte en bij opgaven van herstructurering, expliciet
aandacht te besteden aan het letterlijk bieden van
fysieke ruimte voor creativiteit en innovatie rondom
kennisinstellingen.
De kracht van het hoger en universitair onderwijs
De hogeronderwijssector in Limburg bestaat uit vier
grote instellingen, de Universiteit Maastricht, de
Open Universiteit, de Hogeschool Zuyd en de Fontys
Hogescholen. Elkvan de instellingen kent een eigen
unieke prolering, zowel qua type onderwijs, als ook
in reikwijdte en toegevoegde waarde die zij levert aan
de maatschappij door de eigen kernkwaliteiten en
-activiteiten.
De instellingen hebben gezamenlijk hun ambities
geformuleerd in het position paper hoger onderwijs
Limburg Versnelling en versterking”, om een bijdrage
te leveren aan de versnelling van de sociaaleconomi-
sche ontwikkeling van de regio. Deze ambitie is mede
ingegeven door de demograsche ontwikkelingen en
het te verwachten structurele tekort aan hoger opge-
leiden.
De ambitie is vertaald in zes doelstellingen, die de
onderwijsinstellingen handen en voeten geven in
gezamenlijke projecten. Een van de doelen is om
fundamenteel en toegepast onderzoek naadloos te
laten aansluiten bij de drie Limburgse economische
clusters (Healthcare, Chematerials & Energy en Agro
& Food). Onderzoeksresultaten worden praktisch
toepasbaar gemaakt in samenwerking met
R&D-instellingen en bedrijfsleven. In de wisselwer-
king tussen bedrijfsleven, hoger onderwijs en onder-
zoekswereld ontstaat werkelijke innovatiekracht.