Operation Manual

24
NL
Zie "Menu-/lijstbediening" (pagina 15) en "Tekens
invoeren" (pagina 14) voor meer informatie over
menuhandelingen en het invoeren van tekens.
1
Selecteer HOME NETWORK,
MUSIC SERVICES of AirPlay als
functie.
Als het scherm voor het instellen van het
netwerk verschijnt, gaat u naar stap 4.
Als het scherm voor het instellen van het
netwerk niet verschijnt, drukt u op
OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network" te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk op M/m om "Settings" te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
4
Druk op M/m om "Wireless LAN
Settings" te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Als "Change Setting?" verschijnt, selecteert u
"OK" en drukt u vervolgens op ENTER.
5
Druk op M/m om "Access Point
Scan" te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Het systeem gaat op zoek naar
toegangspunten en geeft een lijst met
maximaal 15 namen (SSID) van beschikbare
netwerken weer.
6
Druk op M/m om de gewenste
netwerknaam (SSID) te selecteren
en druk vervolgens op ENTER.
Het scherm voor het instellen van de
beveiliging verschijnt.
7
Voer de beveiligingssleutel (WEP-
sleutel, WPA/WPA2-sleutel) in en
druk dan op ENTER.
De beveiligingssleutel wordt standaard
weergegeven als "*****". Druk herhaaldelijk
op DISPLAY om de beveiligingssleutel te
coderen en zichtbaar te maken.
Het scherm voor het instellen van de IP-
instelling verschijnt.
8
Terwijl het scherm voor het
instellen van de IP-instelling wordt
weergegeven, drukt u op M/m om
"Auto" te selecteren en drukt u
vervolgens op ENTER.
Het scherm voor het instellen van de
proxyinstelling verschijnt.
Bij gebruik van een vast IP-adres
Selecteer "Manual" in stap 8 en druk
vervolgens op ENTER. Het scherm voor het
invoeren van het IP-adres verschijnt.
Voer de waarden in voor "IP Address",
"Subnet Mask", "Default Gateway", "Primary
DNS" en "Secondary DNS". Wanneer u op
ENTER drukt na het invoeren van de waarde
voor "Secondary DNS", verschijnt het
scherm voor het instellen van de
proxyinstelling.
9
Terwijl het scherm voor het
instellen van de proxyinstelling
wordt weergegeven, drukt u op
M/m om "Do Not Use" te
selecteren en drukt u vervolgens
op ENTER.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
Bij gebruik van een proxyserver
Selecteer "Use" in stap 9 en druk vervolgens
op ENTER. Het scherm voor het invoeren
van het proxyadres verschijnt.
Voer de waarden in voor "Proxy Address" en
"Port Number". Wanneer u op ENTER drukt
na het instellen van de waarde voor "Port
Number", verschijnt het bevestigingsscherm.