Operation Manual

Aanvullende informatie
59
NL
Tuner voor radio-ontvangst
Hinderlijke bromtonen of andere storing in de
radio-ontvangst (in het uitleesvenster knippert
TUNED of STEREO).
Kies de juiste golfband en afstemfrequentie (zie
blz. 42).
Zorg dat de antenne stevig is aangesloten en richt
of verstel de antenne (zie blz. 6).
Zoek een plaats voor de antenne en een richting
die goede ontvangst oplevert.
Als er geen plaats of richting voor goede
ontvangst te vinden is, sluit dan een in de
radiohandel verkrijgbare buitenantenne aan.
De bijgeleverde antenne ontvangt over de gehele
lengte signalen, dus strek de antenne zo ver
mogelijk uit.
Houd de antennes zo ver mogelijk uit de buurt
van de luidsprekersnoeren.
Als de bijgeleverde AM antennedraad losraakt
van de plastic houder, raadpleeg dan uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Probeer of u betere ontvangst verkrijgt na
uitschakelen van elektrische apparatuur in de
omgeving.
Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo
weergegeven.
Druk op de FM MODE toets van de
afstandsbediening totdat “MONO” uit het
uitleesvenster verdwijnt.
Zie de aanwijzingen onder “Hinderlijke
bromtonen of andere storing in de radio-
ontvangst (in het uitleesvenster knippert
“TUNED” of “STEREO”)” en controleer de
toestand van de antenne.
Tijdens het opnemen op een minidisc klinken er
regelmatig terugkerende storende geluiden.
Verstel de plaats en de richting van de antenne
zo dat de storing verdwijnt.
Personal computer
Er is geen geluid of het geluid is erg zacht.
Zet het volume met de software op een
middelmatig niveau en regel dan het volume op
de stereo-installatie.
Er wordt geluid overgeslagen of de werking is
onstabiel.
Sluit de stereo-installatie rechtstreeks met de
bijgeleverde USB kabel op de personal computer
aan. Sluit de stereo-installatie niet via een USB
hub op de computer aan.
Het geluid hapert of springt over.
Probeer of een andere minidisc wel goed wordt
afgespeeld.
Plaats de stereo-installatie op een stabiele
ondergrond zonder trillingen (een stevige tafel,
boekenkast of audiorek).
Zet de luidsprekers verder van de stereo-
installatie of plaats ze op een trillingsdempend
voetstuk.
Als u geluid met veel bassen erg luid afspeelt,
kan het dreunen van de lage tonen de
weergavekop doen overspringen.
Plaats de minidisc en wacht dan 10 tot 20
minuten, met de stereo-installatie ingeschakeld,
voor u het opnieuw probeert.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
van de afstandsbediening zodat de “PROGRAM”
of “SHUF” aanduiding uit het uitleesvenster
verdwijnt, om terug te keren naar normale
weergave.
De aanduiding “—OVER—” verschijnt in het
uitleesvenster.
Houd bij het einde van de minidisc de m toets
ingedrukt of druk op de . toets om terug te
keren naar de gewenste muziekpassage.
Tijdens het opnemen licht de aanduiding
OVER op.
Stel het volume van de aangesloten component
lager in.
Na opnemen of bewerken is de TOC
inhoudsopgave niet bijgewerkt.
De aanvullende gegevens bij opnemen of
bewerken van een minidisc worden pas op de
minidisc vastgelegd wanneer die uit het apparaat
wordt verwijderd, dus neem de minidisc na het
opnemen of bewerken eenmaal uit om te
gegevens bij te werken (zie blz. 19 en 29).
Het opnemen op een minidisc lukt niet.
Verwijder de minidisc en schuif voor het
opnemen het wispreventienokje opzij om de
opening af te sluiten (zie blz. 19).
Zorg dat de externe audio/video-geluidsbron naar
behoren is aangesloten (zie blz. 49).
Probeer het met een andere geluidsbron.
Vervang de minidisc door een opname-minidisc
of wis enkele overbodige muziekstukken met de
Erase wisfunctie om weer ruimte voor het
opnemen te maken (zie blz. 34).
Het geluid is te zacht (of te hard) op de minidisc
opgenomen.
Stel het opnameniveau beter in (zie blz. 26 of
40).
wordt vervolgd