Operation Manual
NL
Instructies voor de Installateur
71
15. INSTALLATIE VAN DE OVEN
15.1. Vóór het installeren
Controleer of de stroomspanning op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomspanning van uw elektriciteitsnet.
Open de deur en verwijder alle accessoires en verpakkingsmateriaal.
Opgelet! De voorkant van de oven kan bedekt zijn met een
beschermende folie. Verwijder deze folie voorzichtig voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt, en begin daarbij bij de binnenkant.
Controleer of de oven niet beschadigd is. Controleer of de deur van de
oven goed sluit en of de binnenkant van de deur en de voorkant van de
binnenruimte niet beschadigd zijn.
GEBRUIK DE OVEN NIET als het snoer of de stekker beschadigd zijn, als
de oven niet correct functioneert, beschadigd werd of gevallen is.
Plaats de oven op een vlakke, stabiele ondergrond. Plaats de oven niet in
de buurt van warmte-elementen, radio’s en televisietoestellen.
Controleer tijdens de installatie of het snoer niet in contact komt met
vochtigheid, scherpe voorwerpen of de achterkant van de oven,
aangezien de hoge temperaturen het snoer kunnen beschadigen.
Opgelet: na de installatie van de oven moet de stekker bereikbaar
blijven.
15.2. Elektrische aansluiting
Het typeplaatje met de technische specificaties, het serienummer en het
merkteken zijn zichtbaar op de ovendeur aangebracht.
Het plaatje mag nooit worden verwijderd.
Het apparaat moet geaard zijn met inachtneming van de elektrische
systeemveiligheidsnormen.
Bij een permanente aansluiting moet het stroomsnoer van de oven
voorzien worden van een omnipolair stroomonderbrekingsmechanisme
waarvan de contactpunten minimaal 3 mm van elkaar verwijderd zijn. Dit
mechanisme moet gemakkelijk te bereiken zijn en vlak bij de oven
aangebracht zijn.
Controleer bij een stopcontact-stekkerverbinding of ze van hetzelfde type
zijn. Gebruik geen reductors, adapters of vertakkingen. Deze kunnen
oververhitting of verbranding veroorzaken.