User manual

Installatie
266
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat en is zichtbaar
op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Het apparaat functioneert op 220-240 V~.
Gebruik een driepolige kabel (3 x 1,5 mm
2
,
voor de diameter van de interne geleider).
Zorg voor de aardverbinding met een
kabel die ten minste 20 mm langer is dan
de andere kabels.
Aansluitingen
220-240 V 1N~
Gebruik een driepolige kabel 3 x 4 mm².
380-415 V 2N~
Gebruik een vierpolige kabel 4 x 2,5 mm².
380-415 V 3N~
Gebruik een vijfpolige kabel 5 x 2,5 mm².
Vaste aansluiting
Installeer een schakelaar op de voedingslijn
waarmee het apparaat van het omnipolaire
netwerk kan worden losgekoppeld, met
een openingsafstand tussen de contacten
waarmee volledige afkoppeling mogelijk
is in de omstandigheden van
overspanningscategorie III, in
overeenstemming met de
installatievoorschriften.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
De aardverbinding van het elektrische
systeem is verplicht en moet in
overeenstemming met de geldende
veiligheidsnormen worden uitgevoerd.
Schakel de algemene stroomtoevoer uit.