Inhoudsopgave 1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK _ 68 2. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL __________________________ 70 3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN _____________________ 72 4. KOOKPLAAT ___________________________________________ 79 5. GEBRUIK VAN DE OVEN _________________________________ 84 6. BESCHIKBARE ACCESSOIRES ____________________________ 85 7. ADVIES VOOR DE BEREIDING ____________________________ 86 8. REINIGING EN ONDERHOUD _____________________________ 94 9.
Presentatie 1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK DE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE HANDLEIDING MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE RESPECTEREN.
Presentatie ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: EEN ONVERWACHTE ONTSTEKING ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN. HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN HET MERK IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE BERGRUIMTE. DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN. DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN. HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
Aanwijzingen voor de installateur 2. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL Dit toestel is uitgerust met een brandpreventiesysteem (type Y) en kan tegen wanden worden gezet die hoger zijn dan het werkblad. Overeenkomstig de bepalingen van de Elektromagnetische Compatibiliteit behoort de elektromagnetische inductieplaat tot Groep 2 en Klasse B (EN 55011). 2.
Aanwijzingen voor de installateur Werking op 380-415V3N~: gebruik een vijfpolige kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 5 x 2,5 mm2). Werking op 380-415V2N~: gebruik een vierpolige kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 4 x 4 mm2). Werking op 220-240V~: gebruik een driepolige kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 3 x 6 mm2). De aardleiding (geel-groen) van het uiteinde dat op het apparaat moet worden aangesloten moet tenminste 20 mm langer zijn dan de andere leidingen.
Aanwijzingen voor de gebruiker 3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN 3.1 Het frontpaneel Alle controle- en bedieningsknoppen van het fornuis bevinden zich op het frontpaneel. Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking moet voor een halve seconde op de centrale toets gedrukt worden om de oven te activeren voor de bereiding.
Aanwijzingen voor de gebruiker FUNCTIEKEUZEKNOP Draai de knop om uit één van de volgende functies te kiezen: GEEN FUNCTIE INGESTELD BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE GRILL-ELEMENT ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT GEVENT.
Aanwijzingen voor de gebruiker Verwarmingsversneller Elke kookzone heeft een verwarmingsversneller. Met dit systeem kan de plaat werken aan het maximum vermogen voor een tijd die evenredig is aan het geselecteerde vermogen. Om de verwarmingsversneller te starten: draai de knop naar links, selecteer de positie “A”, en laat de knop los. De letter “A” zal op het display van de kookplaat verschijnen. Nu heeft u 3 seconden om de gewenste verwarmingspositie te kiezen.
Aanwijzingen voor de gebruiker 3.2 Analoge Elektronische modellen) Klok (enkel op sommige LIJST MET FUNCTIES TOETS KOOKWEKKER KNOP EINDE BEREIDING INSTELLING JUISTE TIJD EN RESET TOETS AFNAME WAARDE TOETS TOENAME WAARDE Het alarmsignaal dat op het einde van elke programmering zal afgaan, bestaat uit 10 geluidssignalen die 3 maal met intervals van ongeveer 1 minuut worden herhaald. Het kan echter op elk moment worden onderbroken, door een willekeurige toets in te drukken. 3.2.
Aanwijzingen voor de gebruiker 3.2.2 Kookwekker Deze functie zal de bereiding niet onderbreken, maar enkel het geluidssignaal activeren. Wanneer u op de toets drukt, wordt het display verlicht zoals aangeduid wordt in afbeelding 1; Druk binnen 5 seconden op de toetsen of om de timer van de kookwekker in te stellen. Bij elke druk zal 1 extern segment oplichten of uitgaan, overeenkomstig 1 minuut van bereiding (in afbeelding 2 wordt 1 uur en 10 minuten weergegeven).
Aanwijzingen voor de gebruiker 3.2.3 Programmering gedrukt wordt, Duur van bereiding: wanneer op de tweede toets kan de duur van de bereiding ingesteld worden. Vóór het instellen, moet u de thermostaat op de voor de bereiding gewenste temperatuur draaien en de keuzeschakelaar voor de functies in een willekeurige positie plaatsen. Om de duur van de bereiding in te stellen, moet u als volgt te werk gaan: Druk op de toets ; de wijzer zal zich op positie 12 plaatsen en het symbool zal knipperen (Afb. 1).
Aanwijzingen voor de gebruiker Begin bereiding: naast de duur van de bereiding kunt u ook de starttijd van de bereiding instellen (met een maximaal uitstel van 12 uur tegenover de actuele tijd). Om het begintijdstip/eindtijdstip in te stellen, moet u als volgt handelen. Stel de duur van de bereidingstijd in zoals beschreven werd in de vorige paragraaf. - Binnen 5 seconden na de laatste druk op de toetsen nogmaals op de toets of moet u drukken om het uur van het einde van de bereiding te bepalen.
Aanwijzingen voor de gebruiker 4. KOOKPLAAT Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, die heet zouden kunnen worden, op het oppervlak van de kookplaat. 4.1 Kookzones Het toestel is voorzien van 5 kookzones met verschillende diameters en vermogens. Hun positie wordt duidelijk aangeduid door cirkels, en de warmte wordt beperkt binnen de getekende diameters op het glas.
Aanwijzingen voor de gebruiker Wanneer de plaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen. 4.1.2 Type recipiënten Voor dit type van toestel zijn speciale pannen nodig. De bodem van de pan moet in ijzer of staal/ijzer zijn, zodat het magnetisch veld geproduceerd kan worden dat nodig is voor de verwarming.
Aanwijzingen voor de gebruiker Gebruik uitsluitend recipiënten die ontworpen werden voor gebruik op inductieplaten, die een dikke en volledig platte bodem hebben. U kan ook recipiënten gebruiken met een bodem zonder welvingen (holle of bolle bodems). JA NEE NEE 4.1.3 Signaal aanwezigheid pannen Elke kookzone heeft een mechanisme dat de "aanwezigheid van de pannen" detecteert, dat de bereiding enkel toelaat wanneer een geschikt en correct geplaatst recipiënt aanwezig is op die plaat.
Aanwijzingen voor de gebruiker 4.1.6 Warmtebescherming van de elektronische kaart Het toestel heeft een mechanisme dat voortdurend de temperatuur van de elektronische kaart meet. Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de glaskeramische plaat correct kan blijven werken.
Aanwijzingen voor de gebruiker Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een knippering van de vermogensdisplays.
Aanwijzingen voor de gebruiker 5. GEBRUIK VAN DE OVEN 5.1 Algemene waarschuwingen en advies Wanneer de oven voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum temperatuur (250°C), en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen. Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking moet voor een halve seconde op de centrale toets gedrukt worden om de oven te activeren voor de bereiding.
Aanwijzingen voor de gebruiker 6. BESCHIKBARE ACCESSOIRES De oven beschikt over 4 geleiders voor het plaatsen van roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes. Ovenrooster: voor het koken van voedsel in schalen, kleine taarten, braadstukken of voedsel dat licht moet worden geroosterd. Rooster voor ovenschaal: om bovenop een ovenschaal te zetten voor het bereiden van voedsel dat kan lekken. Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van het vet dat van het voedsel op het rooster erboven druipt.
Aanwijzingen voor de gebruiker 7. ADVIES VOOR DE BEREIDING Er wordt aangeraden om bij het voorverwarmen de geventileerde functie te gebruiken aan een temperatuur die 30/40°C hoger ligt dan de bereidingstemperatuur. Deze ingreep verkort de bereidingstijden aanzienlijk, verlaagt het energieverbruik en verbetert bovendien het uiteindelijke resultaat van de bereiding. Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven. 7.
Aanwijzingen voor de gebruiker 7.2 Bereidingen met warme lucht FUNCTIEKEUZEKNOP THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 - 250°C Dit systeem is geschikt voor bereidingen op verschillende vlakken, ook van verschillende voedseltypes (vis, vlees, enz.) zonder dat de smaak of geur wordt overgedragen. De circulatie van de lucht in de oven garandeert een gelijkmatige verspreiding van de hitte. Voorverwarming is niet nodig.
Aanwijzingen voor de gebruiker 7.3 Grillen FUNCTIEKEUZEKNOP THERMOSTAAT IN DE MAXIMUMSTAND Geschikt voor het snel goudbruin braden van het voedsel. Wij raden aan om de ovenschaal in de bovenste stand te zetten. Bij korte kooktijden en kleine hoeveelheden moet u het rooster op de derde geleiderail van onderen plaatsen. Bij langere kooktijden en grillschotels moet u het rooster lager zetten afhankelijk van de grootte van de stukken vlees. De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Aanwijzingen voor de gebruiker 7.4 Grillen met warme lucht FUNCTIEKEUZEKNOP TERMOSTAAT VAN 50° T/M 250°C Maakt een gelijkmatige verspreiding mogelijk van de warmte die beter en dieper door kan dringen in het voedsel. Het voedsel zal van buiten licht goudbruin worden en van binnen mals blijven. Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven en mag de maximale duur van de verwarming niet langer zijn dan 60 minuten. Tijdens het grillen moet de ovendeur gesloten blijven.
Aanwijzingen voor de gebruiker 7.5 Ontdooien FUNCTIEKEUZEKNOP THERMOSTAAT IN DE STAND 0 Uitsluitend de verplaatsing van de lucht door de ventilator zal voor een snellere ontdooiing van het voedsel zorgen. De in de oven circulerende lucht is op omgevingstemperatuur. Het ontdooien op omgevingstemperatuur heeft als voordeel dat de smaak en het aanzien van het voedsel er niet door worden veranderd.
Aanwijzingen voor de gebruiker 7.6 Bereidingen met het draaispit FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR THERMOSTAAT IN DE MAXIMUMSTAND Rijg het voedsel aan het braadspit en blokkeer de schroeven A van de vorken. Steek de supports B in de gaten van de ovenschaal F. Zorg er bij het plaatsen van het braadspit voor dat de schijf E op de holte ad rechterkant van de support B geleid blijft. Zet de ovenschaal helemaal in de oven tot de punt van het spit tegenover het gat C staat.
Aanwijzingen voor de gebruiker 7.7 Tabellen met aanbevolen waarden De bereidingstijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, hangen af van de dikte en van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument. TRADITIONELE BEREIDINGEN POSITIE GELEIDERAIL VAN ONDEREN TEMPERATUUR (°C) TIJDSDUUR IN MINUTEN (*) 2-3 2-3 210 - 230 210 - 230 30 40 2 2 2 2 2 2 2 1 1-2 170 - 200 210 - 240 170 - 200 170 - 200 170 - 200 140 - 170 170 - 200 170 - 200 170 - 200 1-2 210 - 240 30 - 40 PER KG.
Aanwijzingen voor de gebruiker BEREIDINGEN MET WARME LUCHT VOORGERECHTEN LASAGNE MACARONI UIT DE OVEN CREOOLSE RIJST VLEES KALFSGEBRAAD GEBRADEN VARKENSVLEES GEBRADEN RUNDVLEES RUNDERFILET LAMSGEBRAAD ROSBIEF GEBRADEN KIP GEBRADEN EEND GEBRADEN KALKOEN GEBRADEN KONIJN GEBRADEN HAAS GEBRADEN DUIF VIS PIZZA GEBAK KRANSVORMIG GEBAK VRUCHTENTAART CAKE CROISSANTS STRUDEL LANGEVINGERPUDDING BROOD TOAST POSITIE GELEIDERAIL VAN ONDEREN TEMPERATUUR (°C) TIJDSDUUR IN MINUTEN (*) 2 2 2 190 - 210 190 - 210 190 -
Aanwijzingen voor de gebruiker 8. REINIGING EN ONDERHOUD 8.1 Reiniging van de glaskeramische plaat Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden. De glaskeramische plaat moet regelmatig worden gereinigd, bij voorkeur na ieder gebruik en nadat de restwarmtelampjes zijn gedoofd. Eventuele lichte vlekken veroorzaakt door pannen met een bodem van aluminium kunnen worden verwijderd met een met azijn bevochtigde doek.
Aanwijzingen voor de gebruiker 8.3 Reiniging van de oven (zonder zelfreinigende panelen) Voor een goed behoud van de oven moet u hem regelmatig en nadat hij is afgekoeld, schoonmaken. Verwijder alle losse onderdelen. Moet u de zijroosters verwijderen door ze aan de voorkant op te tillen en ze uit het gat aan de achterkant te trekken. • Maak de ovenroosters en de geleiderails aan de zijkant schoon met warm water en niet-schurende detergenten. Daarna afdrogen en afspoelen. 8.3.
Aanwijzingen voor de gebruiker 8.3.4 Demontage van de zelfreinigende panelen Verwijder alle accessoires uit de ovenruimte en ga als volgt te werk: 1. 2. 3. 4. Verwijder de geleiderails aan de zijkant (fig.1); Trek de zijpanelen “F” e “G” naar buiten (fig. 2); Verwijder het paneel aan de achterkant “A” na de ringmoer “C” met schroefdraad te hebben losgedraaid (fig. 2); Plaats de panelen weer in de oorspronkelijke stand terug. 1) 2) 8.
Aanwijzingen voor de gebruiker 9. BUITENGEWOON ONDERHOUD De oven vereist zo nu en dan kleine onderhoudsingrepen of vervanging van onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage, zoals pakkingen, lampjes, enz. Hier volgen de specifieke instructies voor alle ingrepen van deze aard. Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden. 9.1 Vervanging van het lampje voor de verlichting Het beschermingsdeksel A wegnemen.
Aanwijzingen voor de gebruiker 9.2 Demontage van de deur Open de deur volledig en plaats de (bijgeleverde) pinnen in de gaten vanaf de binnenkant. Sluit de deur in een hoek van ongeveer 45°, hef ze op, en verwijder ze uit haar zit. Om hem weer terug te plaatsen moet u de scharnieren in de daarvoor bestemde gleuven steken en de deur laten zakken en de schroevendraaiers verwijderen. 9.3 Pakking ovendeur De pakking van de deur kan worden verwijderd om de ovens accuraat schoon te maken.