Operation Manual

-24
De projector aansluiten op andere apparatuur
Voordat u begint met de aansluitingen moet u het netsnoer van de projector uit het stopcontact
halen en de apparatuur die wordt aangesloten uitschakelen. Nadat alle aansluitingen zijn
gemaakt, kunt u de projector en daarna de andere apparatuur inschakelen. Bij het aansluiten
van een computer moet u deze als laatste aansluiten nadat alle aansluitingen zijn voltooid.
BELANGRIJK: Vergewis u ervan dat de juiste invoermodus is geselecteerd op de projector voordat u
aangesloten apparatuur inschakelt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de apparatuur die u aansluit voor verdere informatie betreffende
de aansluitingen en de geschikte kabels.
Het is mogelijk dat u nog andere kabels e.d. nodig hebt, die hieronder niet staan vermeld.
COMPUTER/COMPONENT1
DVI-D
DVI-Digital-kabel (in de handel verkrijgbaar)
RGB-kabel (meegeleverde)
Mini-D-sub-15 pin/5-BNC-kabel (in de handel
verkrijgbaar)
Computer-audio-kabel (ø3,5 mm stereo miniplug,
in de handel verkrijgbaar)
RGB-uitgangs-aansluiting
RGB-uitgangs-aansluiting
Computer
-
audio
-uitgangs-
aansluiting
DVI
-
digital
-uitgangs-
aansluiting
Computer-audio-kabel (ø3,5 mm stereo miniplug,
in de handel verkrijgbaar)
Computer
-
audio
-uitgangs-
aansluiting
Computer-audio-kabel (ø3,5 mm stereo miniplug,
in de handel verkrijgbaar)
Computer
-
audio
-uitgangs-
aansluiting
HDMI-kabel (in de handel verkrijgbaar) HDMI
HDMI-digital-uitgangs-aansluiting
Apparatuur Kabel
Aansluiting op aan tesluiten apparatuur
Aansluiting op de projector
Computer
COMPUTER/COMPONENT2
Aansluitingen op de projector
Opmerking
Als de projector op een compatibele computer wordt aangesloten die geen PC (VGA/SVGA/XGA/SXGA/
UXGA) of Macintosh (bijv. Workstation) is, kan er een aparte kabel nodig zijn. Gelieve contact op te
nemen met uw dealer voor meer informatie.
Selecteer “D PC RGB” als “Signaaltype” in het “Beeld” menu voor de DVI digitale connectie.
Zie bladzijde 75 “Tabel met compatibele computers” voor een lijst met computersignalen die compatibel zijn met de
projector. Gebruik van andere dan de vermelde computersignalen kan ertoe leiden dat sommige functies niet werken.
Voor gebruik van de projector met sommige Macintosh-computers kan een Macintosh-adapter vereist
zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Macintosh dealer.
Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan het gebeuren dat er geen beeld wordt weergegeven,
tenzij de externe uitgangspoort van de computer is ingeschakeld (druk bijvoorbeeld de “Fn” en
“F5” toetsen gelijktijdig in bij gebruik van een SHARP notebook-computer). Raadpleeg de handleiding
van de computer voor het activeren van de externe uitgangspoort van de computer.