Operation Manual
NL-5
NEDERLANDS
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Volg de bijbehorende aanwijzingen in de gebruikers-
handleiding.
Voorkomen van letsel
WAARSCHUWING:
Gebruik de magnetron niet indien deze is bescha-
digd of niet normaal functioneert. Controleer voor
gebruik het volgende:
a) Controleer of de deur goed sluit en niet krom
of anders beschadigd is.
b) Controleer of de scharnieren en deurvergren-
delingen niet gebroken zijn of los zitten.
c) Controleer of de deurafdichtingen en pasvlak-
ken niet zijn beschadigd.
d) Controleer of er geen deuken in de ovenruimte
of in de deur zitten.
e) Controleer of het netsnoer en de stekker niet
beschadigd zijn.
Als de deur of de afdichtingen beschadigd zijn, mag
de magnetron niet gebruikt worden totdat hij door
een vakman is gerepareerd.
WAARSCHUWING: Nooit zelf aanpassingen, ver-
anderingen of reparaties aan de magnetron uit-
voeren. Niemand, behalve een gekwalificeerde
technicus, dient onderhouds- of reparatiewerk-
zaamheden uit te voeren waarbij de afdekking
die bescherming biedt tegen blootstelling aan
microgolven, wordt verwijderd.
Gebruik de magnetron niet wanneer de deur openstaat
en bewerk de vergrendingen van de deur niet. Gebruik
de magnetron niet wanneer er zich een voorwerp tus-
sen de deurafdichtingen en pasvlakken bevindt.
Zorg ervoor dat er geen vet of vuil op de deuraf-
dichtingen en aangrenzende onderdelen op-
hoopt. Reinig de magnetron regelmatig en ver-
wijder voedselresten. Volg de voorschriften voor
"Onderhoud en reiniging" op pagina NL-16. Als u
de magnetron niet regelmatig reinigt dan kan dit
slijtage van magnetronbekleding veroorzaken
waardoor de levensduur van het apparaat wordt
verkort en gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
Personen met een PACEMAKER dienen een dokter of de
fabrikant van de pacemaker te raadplegen aangaande spe-
ciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik van magnetrons.
Het voorkomen van de mogelijkheid van een elek-
trische schok
De behuizing mag nooit worden geopend of verwijderd.
Zorg dat er geen vloeisto en of andere voorwerpen in
de openingen van de deurvergrendelingen of ventila-
tie-openingen komen. Indien er iets in deze openingen
terecht is gekomen, schakel de magnetron dan onmid-
dellijk uit, trek de stekker uit het stopcontact en raad-
pleeg erkend SHARP onderhoudspersoneel.
Dompel het netsnoer en de stekker niet in water of
andere vloeisto en.
Laat het netsnoer niet over de rand van een tafel of
werkblad hangen.
Houd het netsnoer uit de buurt van warme opper-
vlakken, inclusief de achterkant van de magnetron.
Houd het apparaat en het netsnoer buiten bereik van
kinderen jonger dan 8 jaar.
Voorkomen van brand.
Laat de magnetron tijdens gebruik niet onbe-
heerd achter. Te hoge vermogensniveaus of te
lange bereidingstijden kunnen het voedsel moge-
lijk oververhitten met brand als gevolg.
Deze magnetron is alleen ontworpen om los te staan.
Hij is niet ontworpen om in een keuken ingebouwd te
worden.
Plaats de magnetron niet in een kast.
Steek de stekker van het netsnoer in een gemakkelijk
toegangbaar stopcontact zodat u de stekker bij nood
snel uit het stopcontact kunt trekken.
Sluit de magnetron alleen aan op een stopcontact
met 230 V, 50 Hz wisselstroom met een minimale 10
A zekering of een minimale 10 A circuitonderbreker.
Voor dit apparaat moet een afzonderlijk stroomcircuit
worden gebruikt dat alleen voor dit apparaat be-
stemd is.
Plaats de magnetron niet op een plaats waar hitte
ontstaat, bijvoorbeeld naast een gewone oven.
Plaats de magnetron niet in een zeer vochtige of
natte ruimte.
Plaats of gebruik de magnetron niet buitenshuis.
Als u rook opmerkt, dient u de magnetron uit
te schakelen of de stekker uit het stopcontact
te trekken en de deur gesloten te houden zodat
eventuele vlammen doven.
Gebruik alleen magnetronvaste bakken en gerei.
Zie pagina NL-15. Gerei moet nagekeken worden
om er zeker van te zijn dat dit geschikt is voor
gebruik in magnetrons.
Bij het verwarmen van eten in plastic of papieren
bakjes dient u op de magnetron te letten of de
bakjes geen vlam vatten.
Reinig het afdekplaatje voor de golfgeleider, de
ovenruimte, draaitafel en draaitafelsteun na ge-
bruik. Deze onderdelen dienen droog en vetvrij
te zijn. Opgehoopt vet kan mogelijk oververhit-
ten, gaan roken en vlam vatten.
Plaats geen ontvlambare materialen in de buurt van
de magnetron of de ventilatie-openingen.
Blokkeer de ventilatie-openingen niet.
Verwijder alle metalen draadjes, verzegelingen, enz.
van het voedsel en de verpakking. Vonken van meta-
len voorwerpen kunnen mogelijk brand veroorzaken.
Gebruik de magnetron niet voor bakken met olie of
het verwarmen van frituurvet. De temperatuur kan
namelijk niet worden geregeld en de olie kan moge-
lijk vlam vatten.
Gebruik alleen popcorn die in een voor magnetrons
geschikt materiaal is verpakt.
Bewaar geen voedsel of andere voorwerpen in de
magnetron.
Controleer de instellingen van de magnetron na het
starten ervan om ervoor de zorgen dat de magnetron
naar wens werkt.
Om oververhitting en brand te voorkomen dient u
goed op te letten wanneer u voedsel met een hoog
suiker- of vetgehalte, zoals bijvoorbeeld worsten-
broodjes, gebak of kerstpudding verhit of opwarmt.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN: ZORGVULDIG LEZEN EN BEWAREN VOOR GEBRUIK IN DE TOEKOMST.