User Manual

38
DE KLOK INSTELLEN
ENERGIENIVEAUS VAN DE MAGNETRON
Er zijn twee standen: de 12-uurs klok en de 24-uurs klok.
Bijvoorbeeld: De 24-uurs klok instellen op 12:30.
OPMERKINGEN:
1. Druk de ACHTERWAARTSE PIJL als u tijdens het programmeren een fout maakt, of druk de STOP-
toets. De thuispagina zal verschijnen. Om de klok nogmaals in te stellen, tipt u de EXTRA-toets op het
bedieningspaneel en vervolgens KLOK op het tiptoetsscherm en volgt u de instructies op het scherm op.
De ACHTERWAARTSE PIJL zal nu bij stap 1 verschijnen.
2. Druk de EXTRA-toets en volg de instructies op als u de tijd opnieuw wilt instellen.
3. Als de elektrische voeding naar uw magnetronoven wordt onderbroken, zal het scherm KLOK INSTELLEN
tonen wanneer de elektrische voeding weer wordt ingeschakeld. Als dit tijdens het koken gebeurt, zal het
programma worden gewist; druk KLOK INSTELLEN en volg de instructies op.
4. Als u UUR, 10 MIN. of 1 MIN. op het tiptoetsscherm voortdurend tipt, zal de tijd automatisch vooruitgaan.
5. Als u de klok niet instelt, moet de STOP-toets eenmaal worden getipt. Het scherm toont niets waar de tijd
gewoonlijk staat.
1. Nadat u KLOK
INSTELLEN hebt getipt,
kiest u de 24-urige klok
door 24-UUR-KLOK
te drukken.
4. Druk de
START/+1min-toets.
De klok gaat lopen en
de display keert terug
naar de thuispagina.
3. Stel de minutentijd
in door 10 MIN.
3 keer te drukken.
2. Stel de uurtijd in
door UUR 12
keer te drukken.
24-UUR-KLOK12-UUR-KLOK
KLOK
Er is een 12-uur-klok en
een 24-uur-klok.
Kies klok type.
10 MIN. 1 MIN.UUR
24-UUR-KLOK:
Om de klok in te stellen,
de onderstannde tijd-
toetsen indrukken.
12 : 00
Druk op de START toets
10 MIN. 1 MIN.UUR
24-UUR-KLOK:
Om de klok in te stellen,
de onderstannde tijd-
toetsen indrukken.
12 : 30
Druk op de START toets
231
564
897
0
WATT
12 : 30
Om een niveau in te stellen, drukt u op WATT en kies het gewenste magnetronvermogen.
Als er geen stoomstand wordt ingesteld, wordt automatisch 900 W gekozen.
Uw oven heeft 5 stroomstanden. Kies de kookstand
die in elk recept staat aangegeven. Over het
algemeen gelden de volgende regels:
900 W: voor snelle bereiding of het opwarmen van
b.v. soep, ovenschotels, voedsel uit blik, warme
dranken, groenten, vis, etc.
630 W: voor langduriger bereiding van compact
voedsel, zoals braadstukken en gehaktbrood, tevens
voor gevoelige gerechten, zoals kaassaus en cake
van biscuitdeeg. Bij deze verlaagde stand kookt de
saus niet over en wordt voedsel gelijkmatig gaar,
zonder aan de zijkanten overgaar te worden.
450 W: voor compact voedsel dat een lange
bereidingstijd nodig heeft wanneer het conventioneel
bereid wordt, b.v. rundvleesschotels; deze
vermogens-instelling wordt gekozen om er zeker van
te zijn dat het vlees mals blijft.
270 W (Ontdooistand): om te ontdooien: kies deze
vermogensstand om er zeker van te zijn dat het
voedsel gelijkmatig ontdooit. Deze instelling is ook
ideaal voor het zachtjes koken van rijst, pasta,
knoedels en voor de bereiding van custardpudding.
90 W: voor zachtjes ontdooien, b.v. slagroomtaart
of gebak.
W = WATT