Operation Manual

61
Aanhangsel
Probleem Controle Blz.
Er komen soms vreemde
geluiden vanuit de
behuizing.
Als het beeld normaal is, kunnen deze geluiden veroorzaakt worden
door inkrimping van de behuizing als gevolg van veranderingen in de
kamertemperatuur. Dit heeft geen invloed op de werking of prestatie
van het apparaat.
De onderhoudsindicator
op de projector brandt of
knippert rood.
Zie “Onderhoudsindicators. 53
De projector kan niet
worden ingeschakeld of in
de ruststand (standby)
worden gezet met de
STANDBY/ON toets op
de projector.
De toetsvergrendelingsfunctie is ingeschakeld.
Als de toetsvergrendelingsfunctie op “AAN” staat, zijn alle toetsen
vergrendeld.
48
Het beeld is groen bij
COMPUTER
(Component)/DVI
(Component).
Wijzig de instelling voor het ingangssignaaltype.
Wanneer u geen ingangssignaaltype kunt selecteren, selecteert u
“Vage of fl auwe kleuren” in het “Help” menu, nadat u een ander
onderdeel dan “sRGB” in “Beeldmodus” hebt geselecteerd, en dan
selecteert u het ingangssignaaltype.
51
41, 51
Het beeld is roze
(niet groen) bij
COMPUTER (RGB)/
DVI (RGB).
Het beeld is te helder en
erg wit.
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.
42
De koelventilator maakt
veel geluid.
Wanneer de temperatuur in het inwendige van de projector oploopt,
gaat de koelventilator sneller draaien.
8, 9
52, 53, 5
4
De lamp brandt niet
nadat de projector is
ingeschakeld.
De lampindicator licht rood op.
Vervang de lamp.
53, 56
De lamp gaat tijdens het
projecteren plotseling uit
Het beeld fl ikkert soms.
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten of de aangesloten
apparatuur werkt niet juist.
Selecteer “Verticale strepen of fl ikkering in het beeld” in het “Help” menu
en maak de vereiste afstellingen.
Als dit vaak gebeurt, moet u de lamp vervangen.
21–25
51
56
Het aangaan van de
lamp duurt erg lang.
De lamp zal uiteindelijk vervangen moeten worden.
Vervang de lamp voordat deze het einde van de levensduur heeft
bereikt.
56
Het beeld is donker.
De afstandsbediening
werkt niet.
Gebruik de afstandsbediening terwijl u deze naar de afstandsbedieningssensor
op de projector richt.
De afstand tussen de afstandsbediening en de projector is te groot.
Als er rechtstreeks zonlicht of het licht van een sterke fl uorescerende
lamp op de afstandsbedieningssensor van de projector valt, moet u de
projector verplaatsen zodat er geen sterk licht meer op valt.
15
De batterijen zijn uitgeput of verkeerd geplaatst. Controleer of de batterijen
juist geplaatst zijn of gebruik nieuwe batterijen.
15
Dit apparaat is uitgerust met een microprocessor. De prestatie van de microprocessor kan nadelig
beïnvloed worden door een verkeerde bediening of interferentie. Als dit gebeurt, moet u de stekker
minimaal 5 minuten uit het stopcontact trekken en dan kunt u de stekker weer insteken.