Operation Manual

4-29
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN
FAXBESTEMMING BEVESTIGINGSMODUS
In deze modus wordt een bestemmingsbevestigingsbericht weergegeven wanneer een fax wordt verzonden om te
voorkomen dat de fax abusievelijk naar de verkeerde bestemming wordt verzonden. Dit stelt u in de instellingsmodus in.
Als een fax wordt verzonden terwijl deze functie is ingeschakeld, wordt een adresbevestigingsbericht weergegeven
wanneer op de toets [Start] wordt getikt.
Het bericht dat wordt weergegeven, is afhankelijk van de methode die wordt gebruikt om de bestemming op te geven.
Een bestemming die met een snelkeuzetoets, zoeknummer of Globaal
Adres Zoeken is opgegeven
Tik op de toets [Start] om alle bestemmingen weer te geven in het bestemmingsbevestigingsscherm. Controleer of de
bestemmingen juist zijn en tik op de toets [Inv voor verz.] om met het scannen van het origineel te beginnen.
Als de bestemming niet juist is, tikt u op de toets [OK] en selecteert u de bestemming opnieuw.
Een bestemming die met de cijfertoetsen is opgegeven
Tik op de toets [Start] om het bevestigingsbericht weer te geven.
Tik op de toets [OK], voer de bestemming opnieuw in via de cijfertoetsen en tik vervolgens op de toets [Adres invoeren].
Als de opnieuw ingevoerde bestemming juist is, zal het scannen beginnen.
Als de opnieuw ingevoerde bestemming onjuist is, wordt er een bericht weergegeven. Tik op de toets [OK] en voer de
bestemming opnieuw in. Als er driemaal een onjuist adres ter bevestiging wordt ingevoerd, worden alle eerdere
instellingen geannuleerd en wordt er teruggeschakeld naar het basisscherm.
Als een fax die in de verzendgeschiedenis is geselecteerd, opnieuw is
verzonden
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven afhankelijk van de methode die tijdens de vorige verzending is gebruikt
om de bestemming op te geven.
Als u op de toets [Luidspreker] hebt getikt terwijl 'Faxbestemmingbevestigingsmodus' is ingeschakeld, kan de bestemming
niet worden opgegeven met de cijfertoetsen, een snelkeuzetoets, de toets [Zoeknummer oproepen] of de toets
[Verzendgeschiedenis]. Verzending via de telefoon is wel mogelijk.
Verzending via een telefoon is echter wel mogelijk.
selecteer in de instellingsmodus [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] →
[Standaard- Instellingen] → [Faxbestemmingbevestigingsmodus].
Faxdistributie uitschakelen als de faxbestemmingbevestigingsmodus Faxdistributie uitschakelen als de
faxbestemmingbevestigingsmodus is ingeschakeld:
selecteer in de instellingsmodus [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] →
[Instellingen verzenden] → [Faxdistributie uitschakelen].
U kunt meerdere snelkeuzetoetsen voor contactpersonen of groepen selecteren, inclusief faxbestemmingen.
Voordat u op de toets [Inv voor verz.] tikt, kunt u scan- of andere instellingen wijzigen.
U kunt de cijfertoetsen gebruiken om faxnummers na elkaar in te voeren. In dat geval tikt u op om het faxnummer van
de toe te voegen bestemming in te voeren.
Als er op de toets [Sub-adres] is getikt om een subadres en wachtwoord in te voeren, moet het faxnummer tijdens
bevestiging opnieuw worden ingevoerd. Tik op de toets [Sub-adres] nadat u het faxnummer opnieuw hebt ingevoerd en
voer het subadres en het wachtwoord in.
Als er kettingkiezen is gebruikt, tikt u op toets [Onderbreking] om '-' in te voeren tijdens de bevestiging.
Voordat u op de toets [Inv voor verz.] tikt, kunt u scan- of andere instellingen wijzigen.