Operation Manual

24 Belfuncties
Belfuncties
Bellen
1. Voer het net- en abonneenummer in dat u wilt bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op C
[Wissen] om het nummer links van de cursor te
verwijderen.
2. Druk op D om het gesprek tot stand te brengen.
Noodgevallen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal noodnummer)
in.
2. Druk op D om het gesprek tot stand te brengen
Opmerking
Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk
noodoproepen tot stand te brengen wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om,
met of zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer
te bellen wanneer een GSM-netwerk binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd P ingedrukt totdat het teken “+” (internationaal
voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer het landnummer in, gevolgd door het netnummer
en abonneenummer.
3. Druk op D om de persoon te bellen.
Opmerking
In de meeste gevallen moet u de 0 van het
abonneenummer niet invoeren als u internationaal wilt
bellen. (In sommige landen kan dit anders zijn.)
Snelkiezen
Uit het geheugen (telefoon of SIM) van de Lijst contacten
kunnen maximaal 9 telefoonnummers worden toegewezen
als snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen (H t/m O en
Q) kunt u de nummers bellen.
Voor bijzonderheden over het instellen van Snelkiezen, zie
“Snelkiezen” op pagina 49.
1. Om met de snelkiesfunctie een nummer te bellen, houdt
u een van de cijfertoetsen ingedrukt (H t/m O en
Q).
Het telefoonnummer dat opgeslagen is onder
Snelkiezen wordt gebeld.