Operation Manual

50
PROBLEEMOPLOSSING
Het afdrukken gaat langzaam.
Er zijn twee of meer softwareprogramma's tegelijkertijd
actief.
Sluit alle geopende softwareprogramma's die niet actief zijn en
hervat het afdrukken.
-
De afdruk is te licht en
ongelijkmatig.
Het papier is zo geladen dat de afbeelding op de voorzijde
van het papier wordt afgedrukt.
Sommige papiertypen hebben een voor- en achterzijde. Wanneer
het papier zo is geladen dat de afbeelding op de achterzijde van
het papier wordt afgedrukt, zal de toner niet goed op het papier
hechten waardoor de afdruk vaag wordt.
17
De afdruk is vuil.
U gebruikt papier dat buiten het gespecificeerde formaat
en gewicht valt.
Gebruik kopieerpapier dat overeenkomt met de gespecificeerde
instellingen.
16
Het papier is gekreukeld of vochtig.
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Vervang het papier
door nieuw, droog kopieerpapier. Verwijder het papier uit de
papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om
vochtabsorptie te voorkomen wanneer de machine gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt.
-
De marge-instelling in uw softwareprogramma zijn
onvoldoende.
De boven- en onderzijde van het papier kan vuil worden als de
marges buiten het gespecificeerde printgebied vallen.
Stel de marges in het softwareprogramma zo in dat deze binnen
het printgebied vallen.
-
De afdruk is scheef of valt buiten
het papier.
Het papierformaat in de lade komt niet overeen met de
instellingen in de printer driver.
Controleer of de "Papierformaat"-opties overeenkomen met het
papier in de lade.
Wanneer de "Aanpassen aan papierformaat"-functie is
geactiveerd, zorg er dan voor dat het geselecteerde
papierformaat uit het rolmenu overeenkomt met het
papierformaat in de papierlade.
-
De afdrukstand van het document is niet correct
ingesteld.
Klik op het tabblad "Papier" in de printer driver set-up en
controleer of de "Afdrukstand" juist is.
-
Het papier is niet goed geladen.
Verzeker u ervan dat het papier goed is geladen.
17
De marges zijn niet correct gespecificeerd in het
gebruikte softwareprogramma.
Controleer de lay-out van de documentmarges en de
papierformaatinstellingen in het gebruikte softwareprogramma.
Controleer ook of de printinstellingen correct zijn ingesteld en
overeenkomen met het papierformaat.
-
Eén van de alarm-indicators
( , , , ) brandt of
knippert.
Zie "INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN" om
betekenis van de alarm-indicator en de foutmelding in de
display te achterhalen en voer vervolgens de
bijbehorende handeling uit.
53
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
AL-1633_1644Dut.book 50 ページ 2003年12月1日 月曜日 午後5時25分