Operation Manual

138 139
De beeldkwaliteit van een beeldmodus aanpassen
Beeld > Achtergrondverlichting, Contrast, Helderheid, Scherpte, Kleur of Tint (G/R)
Selecteer een van de instellingen om de schuifbalk hiervoor weer te geven. U kunt de aanpassingswaarde wijzigen
met
¡
,
£
. U kunt het item wijzigen met
<
,
>
. De aangepaste waarden worden op de actuele bron en beeldmodus
toegepast.
"
Kleur en Tint (G/R) zijn alleen beschikbaar bij aansluiting van de televisie op een computer via een HDMI-naar-DVI-kabel.
Kies een Beeldmodus en pas de instellingen aan.
Achtergrondverlichting
Probeer nu
Hiermee wordt de helderheid van afzonderlijke pixels aangepast. Als u de helderheid vermindert, neemt het
energieverbruik af.
Contrast
Probeer nu
Hiermee wordt het schermcontrast aangepast.
Helderheid
Probeer nu
Hiermee wordt de algehele helderheid aangepast.
Scherpte
Probeer nu
Hiermee worden de randen van voorwerpen scherper of vager gemaakt.
Kleur
Probeer nu
Hiermee wordt de algehele kleurverzadiging aangepast.
Tint (G/R)
Probeer nu
Hiermee wordt de verhouding van groen en rood aangepast. Verhoog de groenwaarde om de groene tinten
te verzadigen en de roodwaarde om de rode tinten te verzadigen.
"
Aangepaste waarden worden op de televisie voor de actuele bron en beeldmodus opgeslagen en zijn telkens van
kracht wanneer de desbetreffende bron en beeldmodus zijn geselecteerd. Daarmee kunt u dus voor elke externe
bron afzonderlijke beeldinstellingen configureren.
De actuele beeldinstellingen op andere invoerbronnen toepassen
Beeld > Beeldmodus toepassen
Probeer nu
U kunt de instelling voor de beeldkwaliteit die u voor de televisie hebt geconfigureerd op alle externe apparaten die
met de televisie zijn verbonden toepassen, of op alleen de actuele bron.
U kunt de instelling toepassen op alle externe apparaten die met de televisie zijn verbonden door Alle bronnen te
selecteren. Als u de instelling alleen op de huidige invoerbron wilt toepassen, selecteert u Huidige bron.