Operation Manual
7
Paneelomschrijvingen
RANGE (bereik) draaiknop.
Hiermee wordt het bereik van octaafeffect aan-
gepast. Het effect breidt zich uit naar hogere fre-
quenties als de draaiknop naar rechts wordt
gedraaid; door de draaiknop naar links te
draaien wordt het effect op de lagere frequen-
ties beperkt.
OCT2 (-2 Octaaf niveau)
Als de MODE draaiknop op OCT2 is ingesteld,
functioneert deze CONROL knop als OCT2
draaiknop.
Hiermee wordt het niveau van het geluid, dat
twee octaven onder het originele geluid ligt
aangepast. Het volume van het geluid, dat twee
octaven lager is, wordt verhoogd als de draai-
knop naar rechts wordt gedraaid.
DRIVE
Als de MODE draaiknop op DRIVE is ingesteld,
functioneert deze CONROL knop als DRIVE
draaiknop.
Hiermee wordt de hoeveelheid distortion in het
geluid aangepast. Door de draaiknop naar
rechts te draaien, wordt de distortion versterkt.
10. MODE draaiknop
Deze stelt het octaafeffect in.
Als u de instellingen van deze draaiknop wij-
zigt, verandert de functie van de CONTROL
draaiknop (9.).
POLY (polyfonisch)
Hiermee wordt polyfonische invoer mogelijk
gemaakt.
Deze functie geeft een stabieler octaafgeluid
dan dat wat in andere functies beschikbaar is.
OCT2 (OC-2 compatibel)
Naast geluiden, die zich één octaaf onder de ori-
ginele invoer bevinden, biedt deze functie ook
de mogelijkheid om geluiden uit te voeren die
twee octaven zijn verlaagd.
DRIVE
Voegt distortion aan het droge en octaafgeluid
toe.
* Als er een plug op de DIRECT UIT is aangesloten,
wordt er alleen op het octaafgeluid distortion
toegepast.