Operation Manual

103
Op MIDI-apparatuur aansluiten
Ga als volgt tewerk om de opgenomen uitvoering op te slaan
op een MIDI-sequencer, zoals een apparaat van de MT-serie
(uitgezonderd de MT-90s).
Zet in dat geval de MIDI Thru-instelling van uw externe MIDI-
sequencer uit. Raadpleeg de handleiding van uw MIDI-
sequencer voor meer informatie.
1. Maak de juiste verbindingen voor uw MT-serie
of andere MIDI-sequencer.
2. Neem de uitvoering op de FP-4 op (p. 65).
3. Activeer de “Out”-instelling (p. 102).
4. Start de opname op de aangesloten MIDI-
sequencer.
5. Speel de op de FP-4 opgenomen uitvoering af.
6. Stop de opname op uw MIDI-sequencer
wanneer de uitvoering ten einde is.
7. Bewaar op de aangesloten MIDI-sequencer de
muziekdata die door de FP-4 werden
verzonden.
U kunt Program Changes (PC) naar een extern MIDI-apparaat
laten verzenden telkens als u de registraties (favoriete
speelinstellingen) op de FP-4 verandert.
De PC-instelling zal als deel van elke registratie worden
opgeslagen samen met de andere knopinstellingen, enz.
1. Druk op de [Function] knop.
2. Druk op de [Registration] knop.
3. Houd de [Registration] knop ingedrukt en druk
op de [-] of [+] knop om een item te selecteren.
Program Changes simultaan
verzenden via
registratiewijzigingen
Item Beschrijving
(Bank Select MSB)
Geeft op welke Bank Select MSB zal
worden verzonden.
(Bank Select LSB)
Geeft op welke Bank Select LSB zal
worden verzonden.
(Program Change)
Geeft op welke Program Change-
nummer zal worden verzonden.
Een Program Change is een MIDI-bericht dat betekent:
"Ga over naar de Tone met het opgegeven nummer".
Het apparaat dat deze boodschap ontvangt, gaat over
naar de Tone met het overeenkomstige nummer.
Wanneer u een Program Change-bericht (Program
Number) kiest, zal het programmanummer worden
verzonden naar het MIDI-apparaat dat op de FP-4 is
aangesloten. Het MIDI-apparaat dat het
programmanummer ontvangt, wijzigt de Tone volgens het
overeenkomstige programmanummer.
Normaalgesproken wordt de Tone uit de 128 beschikbare
Tones gekozen. Sommige MIDI-apparaten hebben echter
meer dan 128 Tones. Bij dergelijke apparaten wordt de
Tone gekozen via een combinatie van Program Change-
berichten en Bank Select-berichten.
Een Bank Select-bericht
bestaat uit twee delen: de MSB (Controller 0, met een
waarde van 0–127) en de LSB (Controller 32, met een
waarde van 0–127).
* Sommige MIDI-instrumenten kunnen geen Bank Select-
berichten verwerken. Andere kunnen Bank Select-
berichten verwerken, maar herkennen het LSB-deel niet.