Operation Manual
E-96
Gebruikshandleiding
82
■ Realtime (RTime) Source
De opties op de eerste pagina (RTime) zijn Prf en Sng, en betekenen het volgende:
Opmerking: Als u Prf kiest, betekent dat niet dat uw instellingen automatisch in het huidige Performance geheu-
gen worden opgeslagen. Om dat te doen moet u de Write functie (zie blz. 58) gebruiken voordat u een ander Perfor-
mance geheugen kiest of de E-96 uitschakelt.
Gebruik de draaiknoppen om de Source instellingen te veranderen.
De Source parameter van de Realtime Parts kunt u voor de volgende parameters instellen:
Volume, Panpot, Reverb (intensiteit) en Chorus (intensiteit). Zo zou u kunnen specifiëren
dat het volume van een Part in functie staat MIDI-commando’s van een Standard MIDI File
(kies Volume= Sng), terwijl dat voor de andere instellingen niet het geval is (kies Prf).
Kiest u voor één van de bovenstaande parameters Sng, dan verandert de Source aanduiding
van die parameter van Prf (wit-op-blauw) in Sng (blauw-op-wit). Dit visuele geheugensteun-
tje komt u op alle display-pagina's tegen.
Stel de Volume Source parameter op Sng in.
Laten we nu eens controleren of de E-96 wel echt consequent is. Houd [SHIFT] ingedrukt
terwijl u op [F1] drukt om naar de Mixer\RTime pagina te gaan en kies met de [PAGE] ▲/▼
knoppen de UP1 pagina. De Volume waarde wordt blauw-op-wit afgebeeld.
Blauw-op-witte waarden kunt u nog wel editen, maar wees niet verbaasd als ze tijdens de
weergave van een Song plots veranderen; denk dan even terug aan de Source functie!
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [F2] (Arrng).
■ Arranger (Arrng) Source
Music Styles bevatten niet enkel noten (d.w.z. de drum, bas en begeleidingspartijen) maar
ook een reeks instellingen die bepalen hoe de Parts moeten worden weergegeven. Onder deze
instellingen vallen ook programmakeuze-commando’s, Panpot, volume, enz. Zoals u weet,
zijn Music Styles begeleidingspatronen die constant worden herhaald (meestal na vier
maten). De zonet vermelde extra instellingen bevinden zich steeds aan het begin van een
patroon. Kiest u dus Arr, dan worden de Mixer pagina instellingen van de Arranger Parts
weer op de waarden van de Music Style gebracht zodra het patroon vanaf maat 1 begint of
zodra u een andere divisie kiest (bijvoorbeeld “Fill-In To Variation”).
Wilt u niet dat uw wijzigingen door een Music Style worden tenietgedaan, kies dan met de
draaiknoppen Prf. Dit zijn nog eens de opties:
Prf
De instellingen die u voor de volgende parameters (zie hieronder) maakt blijven geldig
tot u ze verandert of tot u een ander Performance Memory kiest. (
Prf
is de afkorting
voor
Performance Memory
.)
Sng
In dit geval luisteren de Realtime Part naar controlecommando’s van de Standard MIDI
File die u weergeeft. Zo zal, als u Sng kiest, bijvoorbeeld de Panpot instelling van de
Upper1 Part veranderen zodra de Standard MIDI File een CC10 (Pan) commando op
MIDI kanaal 4 zendt.
Er is trouwens weinig verschil tussen Prf en Sng zolang u geen Standard MIDI File
weergeeft.
Prf
De instellingen die u voor de volgende parameters op deze pagina maakt blijven geldig
tot u ze opnieuw verandert of een ander Performance geheugen kiest. (
Prf
is de afkor-
ting voor
Performance Memory
).
Arr
De instellingen van de Music Styles doen uw eigen instellingen, of die van het Perfor-
mance geheugen dat u selecteerde, teniet.