Operation Manual
Masteren
83
De Mastering-
eectinstellingen bewerken
Om een nieuwe Patch te creëren, kiest u de
bestaande Patch die het meest lijkt op dat
wat u in uw hoofd heeft, en bewerkt u de
instellingen.
Als u de bewerkte instellingen wilt
behouden, slaat u deze als een User Patch
of Song Patch op.
1. Selecteer de Mastering modus (p.81).
Het MASTERING scherm verschijnt.
2. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen
om de cursor naar ‘EFFECT’ te
verplaatsen, en kies een Mastering-
eect.
3. Druk op de [ENTER] knop.
Het Menu scherm verschijnt.
4. Gebruik de cursor [ ] [ ]
knoppen om de cursor naar ‘EDIT’ te
verplaatsen, en druk op de [ENTER]
knop.
Het MASTER FX scherm zal verschijnen.
5. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen
om de cursor naar elke parameter
te verplaatsen, en gebruik de
draaiknop om de waarde van elke
eectparameter in te stellen.
Als u de huidige eectinstellingen
wilt opslaan, gaat u verder volgens
de aanwijzingen in ‘De Mastering
Eectinstellingen opslaan’ (p.84).
Waarde Uitleg
DYNAMICS
-20–+20
Hiermee wordt de afwisseling in
volume tussen luide en zachte
passages in de uitvoering aangepast.
Als deze instelling wordt verhoogd,
neemt de afwisseling in volume af.
Hoewel dit een handige manier is
om de algehele luidheid van de song
te verbeteren, neemt de natuurlijke
dynamiek van de muziek af.
Als deze instelling wordt verlaagd,
neemt de afwisseling in volume toe.
Hoewel algehele luidheid voor de
song moeilijk te verkrijgen is op deze
manier, zal de muziek met de meer
natuurlijke dynamische variatie van de
oorspronkelijke uitvoering klinken.
Als deze instelling op 0 staat,
produceert het Mastering-eect het
standaard eect.
TONE
-6–+6
Als u deze instelling verhoogt,
worden de lage frequentie- en hoge
frequentiereeksen versterkt, hetgeen
een agressievere klank produceert.
Als u deze instelling verlaagt, worden
de lage en hoge frequentiereeksen niet
versterkt, en is de klank mild.
Als deze instelling op 0 staat,
produceert het Mastering-eect het
standaard eect.
Snelle start Voorbereidingen LIVE REC modus MTR modus eBand modus
Handige functies
Appendix