REMKO GPM Gas-wandverwarmingsautomaten Bediening · Techniek · Vervangingsonderdelen Uitgave NL – W02
Inhoud Veiligheidsvoorschriften 4 Opstelling van het apparaat 5 Apparaatbeschrijving 6-11 Gebruik volgens het bestemde doel 12 Klantenservice en garantie 12 Milieubescherming en recycling 12 Parametertabel van de besturingsprintplaat 13 Temperatuurregeling ATR-6 14-19 Installatie 20-22 Uitlaatgasaansluiting 22-25 Elektrische aansluiting 26 Elektrisch aansluitschema 27 Gasaansluiting 28 Ingebruikneming 29-30 Onderhoud 31-32 Vervangen van de besturingsprintplaat 33 Schoorsteenv
REMKO GPM Veiligheidsvoorschriften Bij gebruik van de apparaten moeten altijd de desbetreffende lokale bouw- en brandbeveiligingsvoorschriften evenals de voorschriften van de wettelijke ongevallenverzekering in acht worden genomen. De apparaten zijn voor levering onderworpen aan uitgebreide materiaal-, functie- en kwaliteitskeuringen.
Opstelling van het apparaat Toepassingsgebied Met de REMKO gaswandverwarmingsautomaten van de GPM-serie worden zowel kleine ruimtes (bijv. werkplaatsen) als grotere ruimtes (bijv. industriehallen en sportcomplexen) verwarmd. Voor een efficiënte verwarming is het daarom beslist nodig om het verwarmingsvermogen te bepalen d.m.v. een goede berekening van de warmtebehoefte van de ruimte.
REMKO GPM Apparaatbeschrijving Definitie van de apparaten Constructie van de apparaten Werking van de apparaten Conform de EU-richtlijnen zijn de apparaten gedefinieerd als: „Gas-warmeluchtbereiders (WLB) zonder stromingsbeveiliging, uitgerust met een ventilator voor de warmtewisselaar“. De apparaten zijn volautomatische, direct gestookte warmeluchtbereiders voor wand- en plafondmontage. Ze kunnen worden gestookt met aardgas of vloeibaar gas.
Ventilatoren Het inschakelen van de circulatieluchtventilatoren wordt op basis van een tijdschakeling geregeld door de besturingsprintplaat, waarbij de tijdregeling begint met het inschakelen van de hoofdbrander. Deze vertraagde inschakeling voorkomt dat er koude lucht in het vertrek wordt geblazen. ■ Activering van de veiligheidsthermostaat en de daarmee verbonden vergrendeling van de veiligheidsthermostaat (STB).
REMKO GPM Bedrijfscyclus Werking van de brander De voor de branderstart vereiste warmtebehoefte wordt bepaald door de ingestelde waarde van de kamertemperatuursensor in de temperatuurregeling ATR-6. Zowel bij apparaten met een temperatuurregeling als bij apparaten zonder temperatuurregeling wordt de brander alleen gestart wanneer contact 7+9 van de contactstrip M1 gesloten is.
Modulatie De gas-wandverwarmingsautomaten zijn apparaten met gasbrandermodulatie, waardoor er verschillende verwarmingsvermogens mogelijk zijn tussen het minimum- en het maximumvermogen. Het hoogste vermogen dient om de kamertemperatuur snel te verhogen zodra de apparaten worden ingeschakeld. Door de modulatie kan de kamertemperatuur constant op de gewenste temperatuur worden gehouden doordat het verwarmingsvermogen voortdurend wordt aangepast aan de werkelijke warmtebehoefte.
REMKO GPM Kamercorrectie Voor deze functie is temperatuurregeling ATR-6 nodig. In het onderstaande wordt een functie beschreven die de optimale energie-efficiëntie van de warmeluchtbereider mogelijk maakt met behulp van de besturingselektronica en de temperatuurregeling. Om de omgevingscorrectie te kunnen starten, moet parameter [C1] param k 11 op 1 zijn gezet. Het doel van de kamercorrectie is snel opwarmen aan het begin en daarna de kamertemperatuur constant houden.
Algemene opmerkingen Soort storing De veiligheidsvoorschriften op de vorige pagina‘s moeten nauwkeurig worden nageleefd. De door de besturingsprintplaat weergegeven en opgeslagen storingen (vergrendelingen) hebben de volgende oorzaken: Als dit door bijzonder omstandigheden nodig is, kunnen de apparaten ook korte tijd zonder de temperatuurregeling worden gebruikt. Hiertoe moet bij contacten 7+9 van contactstrip M1 in de schakelkast de brug worden gedemonteerd en een schakelapparaat (bijv.
REMKO GPM Gebruik volgens het bestemde doel Klantenservice en garantie De apparaten zijn wegens hun constructie en uitrusting uitsluitend bedoeld voor verwarmings- en ventilatiedoeleinden in de industrie en bedrijven (niet voor woningen). Voorwaarde voor toewijzing van eventuele garantieclaims is dat de besteller of diens klant binnen een redelijke termijn na de verkoop en ingebruikneming het bij de apparaten geleverde „Garantiecertificaat” volledig ingevuld heeft opgestuurd naar REMKO GmbH & Co. KG.
Parametertabel van de GPM besturingsprintplaat param k TSP GPM 15 GPM 25 GPM 35 GPM 55 GPM 75 1 A1 44 55 62 65 75 2 A2 58 73 93 93 98 3 A3 83 83 80 70 70 4 A4 5 5 A5 10 6 A11 25 Parameterwaarden instellen Toets KM ca. 10 sec. ingedrukt houden tot de volgende display verschijnt.
REMKO GPM Temperatuurregeling ATR-6 De temperatuurregeling ATR-6 is microprocessorbestuurd en bedoeld voor een comfortabele regeling van de kamertemperatuur en voor diverse apparaatinstellingen en bedrijfsindicaties. De temperatuurregeling ATR-6 kan eventuele storingen van het systeem aangeven en bijbehorende diagnosehulp bieden: Indicatie: De display is geheel uit.
LCD-indicatie Tijd instellen De temperatuurregeling ATR-6 gebruikt een alfanumerieke LCD-indicatie (zie onder). Op toets KM drukken; in de onderste tekstbalk verschijnt links HZG. Op toets K4 (>>) drukken; de volgende display verschijnt.
REMKO GPM Temperatuurvenster en REG SAN waarde instellen De temperatuurregeling beschikt over 3 temperatuurvensters. REG SAN waarde T1 = laagste temperatuur (nacht) Door na temperatuurvenster T3 nogmaals tweemaal op toets K4 (>>) te drukken, gaat u naar de indicatie Reg san. T2 = gemiddelde temperatuur T3 = dagtemperatuur Op toets K4 (>>) drukken; de volgende display verschijnt.
Op toets K4 t3 drukken en met toets K+ de knipperende cursor in de bovenste balk van positie van 700 naar 1200 brengen. Van 700 - 1200 ziet u nu een gevulde balkindicatie. Met toets K2 reg verlaat u temperatuurniveau t3. Op toets K3 t2 drukken en met toets K+ de knipperende cursor van 1200 - 1400 bewegen. Van 1200 - 1400 ziet u nu een half gevulde balkindicatie. Met toets K2 reg verlaat u temperatuurniveau t2.
REMKO GPM Timerfunctie Foutmelding ! oproepen Apparaat uitschakelen In deze bedrijfsmodus werkt de temperatuurregelig binnen een vaste tijdsperiode. Druk op toets KM; links op de tekstbalk verschijnt HZG. Druk op toets HZG en druk in de volgende display op toets K4 uhr. Kies in de volgende display met toetsen K+ oder K- de knipperende gewenste tijd / uren. De temperatuurregeling ATR-6 kan eventuele storingen van het systeem aangeven en diagnosehulp bieden.
Zomerstand (uitsluitend ventileren) In de zomer kan het ventileren ook via de temperatuurregeling ATR-6 plaatsvinden. Deze functie moet echter eerst worden vrijgeschakeld op de besturingsprintplaat. Parameterwaarde instellen Waarde van PROG SAN instellen Ventilatie activeren / uitschakelen Om de ventilatiefunctie in te stellen, moet de prog san waarde op de desbetreffende bedrijfsmodus worden gezet. Ga daarbij als volgt te werk: Druk op toets KM; de volgende display verschijnt.
REMKO GPM Installatie Normaal gesproken kunnen de apparaten direct in de te verwarmen ruimte worden geïnstalleerd. Voor Duitsland: Bij het opstellen van de apparaten moeten de richtlijnen van de „Landesbauordnung (LBO)“ en de „Feuerungsanlagenverordnung (FeuVO)“ van de desbetreffende deelstaat worden nageleefd. De eerste „Verordnung zur Durchführung des BundesImmissionsschutzgesetzes (1. BImSchG)“ en later uitgevaardigde „Rechtsvorschriften der Verordnung über Kleinfeuerungsanlagen (1.
Wandmontage standaard De wandconsole op een geschikte plaats uitlijnen op de wand (waterpas) en stevig bevestigen. De te boren gaten aftekenen met een stift. - De wandconsole stevig bevestigen met geschikte pluggen en schroeven, maat M10 of groter. AANWIJZING - Het apparaat zodanig op de houders zetten dat de gaten in het apparaat over de gaten in de houders liggen, waarbij de punten van de houders gelijk moeten liggen met de voorkant van het apparaat (uitgezonderd GPM 75).
REMKO GPM s s s Uitlaatgasaansluiting Ophanging aan het plafond Voor het ophangen van de apparaten m.b.v. ophangogen is als toebehoren de montageset voor plafondbevestiging met horizontale luchtuitblazing beschikbaar. EDV-nr.: 228765 De apparaten hebben een gesloten verbrandingskringloop. De ventilator bevindt zich voor de warmtewisselaar. Bij het plannen en aanleggen van de uitlaatgasleiding en de verbrandingsluchttoevoer moeten de lokale voorschriften in acht worden genomen.
Bijv. gasverbrandingstoestel type C: De verbrandingskringloop is dicht ten opzichte van de omgeving waarin hij geïnstalleerd is. De verbrandingslucht wordt van buitenaf aangevoerd. De apparaten mogen uitsluitend worden gebruikt met geschikte uitlaatgasleidingen. De door de fabriek als toebehoren geleverde componenten voldoen standaard aan alle eisen. ATTENTIE Gebruik van kunststof uitlaatgasleidingen is niet toegestaan.
REMKO GPM Installatievoorbeelden Gasverbrandingstoestel type B23 Type B23 horizontaal door de buitenmuur. Type B23 verticaal door het plafond. Kamerluchtafhankelijk verbrandingssysteem.
Gasverbrandingstoestel type C Type C33 Kamerlucht-onafhankelijk verbrandingssysteem. De verbrandingskringloop is dicht ten opzichte van de omgeving waarin hij geïnstalleerd is. De verbrandingslucht wordt van buitenaf aangevoerd. De buizen lopen horizontaal door de buitenmuur of verticaal door het dak. Kamerlucht-onafhankelijk verbrandingssysteem. Uitlaatgas en verbrandingslucht worden via een LAS-eindstuk door het dak geleid.
REMKO GPM Elektrische aansluiting De elektrische aansluiting van de apparaten moet worden uitgevoerd door geautoriseerd, erkend vakpersoneel onder inachtneming van de geldende voorschriften. Op een goed toegankelijke plaats binnen zichtsafstand van het apparaat moet een hoofd-/noodschakelaar worden aangebracht, die tegen onbevoegde bediening moet worden beveiligd. Deze schakelaar moet het apparaat scheiden van het stroomnet d.m.v. een minimum contactopening van 3 mm aan alle polen.
Elektrisch aansluitschema SBL CR 32 16 8 4 2 1 CR-schakelaar CN NTC N L VA1 PE LED VA2 N L M1 N L PE 230V 50Hz Legenda: ACF = B1 = CN = EA = ER = E/I = F1 = F2 = LR = LV = M1 = NTC = SB = STB = TR = VA1 = VA2 = VAG = vlambewakingsapparaat magneetklep ontstekingsbrander aansluiting temperatuurregeling ontstekingselektrode ionisatie-elektrode wisselschakelaar zomer/winter zekering 4 AT (230V) zekering 2,5 AT (24V) storingslamp in-bedrijf-lamp contactstrip sensor NTC 1 ontstori
REMKO GPM Gasaansluiting De gasaansluiting mag uitsluitend worden uitgevoerd door geautoriseerd, erkend vakpersoneel onder inachtneming van de voor de desbetreffende gassoort geldende voorschriften. De diameter van de leidingen moet worden bepaald aan de hand van het aangesloten vermogen van het apparaat, de totale geleidingsweerstand en de hoogte van de gastoevoerdruk. De benodigde gastoevoerdruk (afhankelijk van de gassoort) moet bouwzijdig worden gewaarborgd.
Ingebruikneming De eerste ingebruikneming mag alleen worden uitgevoerd door een contractbedrijf of door de klantenservice van de fabriek. Voor de eerste ingebruikneming moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: ATTENTIE Instel- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat en aan de gasbrander mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel! 1. Alle aansluitingen en schroefverbindingen van het apparaat en de gasaansluiting op dichtheid controleren. 2.
REMKO GPM s s s Als de waarde buiten het aangegeven bereikt ligt, de waarde corrigeren met de CO2-regelschroef op de venturibuis. - Bij het vastschroeven daalt de gasdoorzet en daardoor ook de CO2-waarde. - Bij het losdraaien stijgt de CO2waarde. Daarna de brander op „minimumvermogen” zetten door opnieuw de resetknop 2-3 seconden ingedrukt te houden. De groene LED op de voorkant knippert twee keer snel wanneer het apparaat op het minimumvermogen werkt.
Onderhoud Controleren of de elektroden goed zijn bevestigd (zie afbeelding). 1) Toestand van de ontstekingsen bewakingselektrode en van de ontstekingsgasbrander controleren 4) Controle van de gasinlaatdruk Ervoor zorgen dat de druk bij de inlaat van de gasklep overeenkomt met de voor de gassoort voorgeschreven waarde. Deze controle moet worden uitgevoerd terwijl het ingeschakelde apparaat op het maximum vermogen werkt. 2) Toestand van de toevoerluchten uitlaatgasleidingen en -eindstukken controleren.
REMKO GPM s s s 7) Controle van de ionisatiestroom 8) Controle en reiniging van de warmtewisselaar Voer de controle uit met een testapparaat dat microampèrewaarden bij gelijkstroom kan meten. Door de onberispelijke verbranding in de apparaten ontstaan hier normaal gesproken slechts kleine afzettingen. Toch kunnen er in de loop van de tijd afzettingen ontstaan in de buizen van de warmtewisselaar. De gebruikelijke onderhoudsintervallen dienen daarom beslist te worden nageleefd.
Vervangen van de besturingsprintplaat Schoorsteenvegertoets Bij het vervangen van de besturingsprintplaat moeten er enkele controles worden uitgevoerd en parameters worden ingesteld. Indien nodig de kamertemperatuur op de temperatuurregeling hoger instellen dan de actuele kamertemperatuur. Wachten tot de brander is gestart. Nadat de ventilator is ingeschakeld de brander op „maximumvermogen“ zetten door de resetknop op de voorkant van het apparaat 2-3 seconden ingedrukt te houden.
REMKO GPM Vervangen van de gasklep en CO2- en offsetregeling Apparaat zonder temperatuurregeling Bij het vervangen van de gasklep moeten de CO2-waarde en eventueel de offsetwaarde worden ingesteld. - De brander starten en na inschakeling van de ventilator de brander op “maximumvermogen” zetten door de resetknop op de achterkant van het apparaat 2-3 seconden ingedrukt te houden. De groene LED op de voorkant knippert één keer als het apparaat op het maximumvermogen werkt. Na ca.
Omschakelen naar vloeibaar gas De bouwzijdige omschakeling naar een ander soort gas mag uitsluitend worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel. Voor het ombouwen moet er zijn voldaan aan de nationale voorschriften. Hieronder wordt de ombouwset voor omschakeling van aardgas naar vloeibaar gas beschreven.
REMKO GPM Verhelpen van storingen Opsporen van storingen werking wandverBetrieb Wand-Heizautomat warmingsautomaat REMKO GPM GPM REMKO Is der de brander Ist Brenner eingeschaltet? ingeschakeld? JA JA NEIN NEE Is de uitgeblazen Ist die ausgeblasene circulatielucht Umluft warm? warm? Verschijnt auf de Erscheint temperatuur de dem Displayop die display? Temperatur? NEIN NEE JA JA Werkt de brander op het Läuft der Brenner auf maximumvermogen? Höchstleistung? KnipBlinkt pert dit dieses Symbol symbool op
Soort storing Brennerontsteekt zündet nicht brander niet F1 Störung des FlammüberwachungsHet vlambewakingsapparaat geräts wegen nicht erfolgter meldt Zündung een storing omdat de brander niet des Brenners; Steuerplatine is ontstoken; dedie besturingsprintplaat sorgt Meldung der Störung voert vor een der reeks automatische ontfür eine Serie von automatischen grendelingspogingen uit voordat de Entriegelungsversuchen. storingsmelding wordt gegeven.
REMKO GPM Afmetingen van het apparaat DM LB L HB H V 60 B IS Serie Afmetingen Opening IM ID Ophanging Gasvoorziening L B H V HB LB IM IS ID DM GAS GO GV GPM15 720 640 650 140 530 415 450 116 174 475 3/4“ 186 263 GPM25 900 640 650 140 530 595 450 206 264 475 3/4“ 186 263 GPM35 900 640 650 140 530 595 450 206 264 475 3/4“ 186 263 GPM55 1240 640 740 140 620 935 780 228 252 475 3/4“ 183 352 GPM75 1400 750 810 140 690 1080
Weergave van het apparaat 36 9 6 13 2 3 14 1 37 40 39 36 38 d 41 42 Z 11 12 7 8 Gelieve bij het bestellen van vervangingsonderdelen naast het EDV-nr.
REMKO GPM Venturibrander 17 21 16 22 18 19 29 20 30 28 23 15 24 25 32 26 33 27 34 40 35 Maat- en constructiewijzigingen ten bate van de technische vooruitgang voorbehouden.
Vervangingsonderdelenlijst Nr. 1 2 3 6 7 8 9 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 27a 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 gn. afb.. gn. afb.
REMKO GPM Landentabel gassoorten Land Categorie Aardgas Druk Vloeibaar gas Druk AT II2H3B/P G20 20 mbar G30/G31 50 mbar BE <70 kW I2E(S)B,I3P G20/G25 20/25 mbar G31 37 mbar BE >70 kW I2E(R)B,I3P G20/G25 20/25 mbar G31 37 mbar CH II2H3B/P G20 20 mbar G30/G31 50 mbar DE II2ELL3B/P G20/G25 20 mbar G30/G31 50 mbar DK, FI, GR, SE II2H3B/P G20 20 mbar G30/G31 30 mbar ES, GB, IE, PT II2H3P G20 20 mbar G31 37 mbar IT II2H3B/P G20 20 mbar G30/G31 30 mbar FR II2E
Technische gegevens Serie GPM 15 GPM 25 GPM 35 GPM 55 GPM 75 min. max. min. max. min. max. min. max. min. max.
REMKO INTERNATIONAL … en ook vlakbij u in de buurt! Maak gebruik van onze ervaring en adviezen Adviezen Door intensieve scholingen zorgen wij ervoor dat de vakkennis van onze adviseurs altijd up-to-date is. Dit heeft ons de naam gegeven meer te zijn dan een goede en betrouwbare leverancier: REMKO, een partner die helpt bij het oplossen van problemen. Verkoop REMKO beschikt niet alleen over een uitgebreid verkoopnetwerk in binnenen buitenland, maar ook over bijzonder hooggekwalificeerd verkooppersoneel.