User manual

6 NL
Oordopjes de eerste keer
aan uw Bluetooth-apparaat
koppelen
1
Zorg ervoor dat de oordopjes volledig zijn
opgeladen.
2
Automatisch inschakelen: open de oplader
en verwijder de oordopjes. De blauwe
LED-indicator knippert 3 keer en u hoort
“power on.” Handmatig inschakelen: houd
de multifunctionele knoppen op beide
apparaten 3 seconden ingedrukt.
De LED van de rechter oortelefoon
knippert afwisselend in wit en blauw,
en de LED van de linker oortelefoon
is 10 seconden uit en de blauwe LED
knippert één keer.
Beide oordopjes zijn nu ingeschakeld
en worden automatisch met elkaar
gekoppeld.
De oordopjes staan nu in de
koppelingsmodus en zijn klaar om te
koppelen met een Bluetooth-apparaat
(bijvoorbeeld een mobiele telefoon).
Blauwe LED
knippert
eenmaal
gedurende
10 seconden
LED knippert
afwisselend in
wit en blauw
3
Schakel de Bluetooth-functie van uw
Bluetooth-apparaat in.
4
Koppel de oordopjes met uw
Bluetooth-apparaat. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van uw Bluetooth-
apparaat.
Van het rechter oordopje hoort u het
woord „Connected" en de LED op
beide oordopjes gaan uit en knipperen
elke 10 seconden. U kunt uw apparaat
gebruiken om muziek af te spelen of te
bellen.
Opmerking
Als de oordopjes geen Bluetooth-apparaat kunnen
vinden waarmee ze eerder werden verbonden,
schakelen ze automatisch over naar de koppelingsmodus.
In het volgende voorbeeld ziet u hoe u de
oordopjes aan uw Bluetooth-apparaat koppelt.
1
Schakel de Bluetooth-functie van uw
Bluetooth-apparaat in en selecteer Philips
2
Voer het wachtwoord in voor de
oordopjes "0000" (4 nullen) als dat wordt
gevraagd. Voor Bluetooth-apparaten met
Bluetooth 3.0 of hoger, hoeft u geen
wachtwoord in te voeren.
Philips TAT2205/
TAT2235/ TAT2245
TAT2205 | TAT2235 | TAT2245