Operation Manual

90
3
Opnamen maken
De opnamestanden instellen
De flitsinstelling selecteren
,
Auto
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser
automatisch af. Als u de functie Gezichtsdetectie gebruikt,
wordt de flitsinstelling automatisch ingesteld op
d
.
a
Flitser uit
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Deze functie is bedoeld voor het maken van opnamen op
plaatsen waar flitsfotografie verboden is.
b
Flitser aan
De flitser gaat altijd af, ongeacht de
lichtomstandigheden.
c
Auto + Anti Rode
Ogen
Deze instelling zorgt voor vermindering van het
rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat
automatisch af. Voordat er echt wordt geflitst, gaat een
extra flits af.
d
Flitser+Anti Rode
Ogen
Deze instelling zorgt voor vermindering van het
rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat
altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden. Voordat er
echt wordt geflitst, gaat een extra flits af.
De flitsinstelling is vast ingesteld op a onder de volgende
omstandigheden:
-als S (Vuurwerk) is geselecteerd als opnamestand
- tijdens het opnemen van een film
-als j (Continue opname) of q (Continue opname snel) is
geselecteerd als transportstand
-als s (Oneindig) is geselecteerd als scherpstelstand
In de 9 (Groene) modus kunt u alleen , of a selecteren.
In de stand A (Nachtopname) kunt u , en c niet selecteren.
Als de flits wordt gebruikt bij het van dichtbij maken van opnamen kan dit
leiden tot een ongelijkmatige lichtverdeling.