Operation Manual

168
7
Instellingen
Camera-instellingen
Bij formatteren worden alle gegevens van de SD-geheugenkaart gewist.
Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere camera of
een ander digitaal apparaat is gebruikt, moet eerst met deze camera
worden geformatteerd (geïnitialiseerd).
Als u [Formatteren] selecteert terwijl geen SD-geheugenkaart in de camera
is geplaatst, wordt het interne geheugen van de camera geformatteerd.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het scherm [W Instelling] verschijnt.
2
Selecteer [Formatteren] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Formatteren] verschijnt.
4
Selecteer [Formatteren] met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
Het formatteren begint.
Als het formatteren is voltooid, keert de camera terug naar de stand
Q
.
SD-geheugenkaart formatteren
Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren, omdat de
kaart hierdoor beschadigd kan raken en onbruikbaar kan worden.
Als u een kaart formatteert, worden alle beveiligde opnamen gewist,
evenals alle gegevens die op de kaart zijn opgenomen met een
computer of een andere dan deze camera.
Een SD-geheugenkaart die is geformatteerd op een computer of op
een ander apparaat dan deze camera, is niet bruikbaar. Formatteer de
kaart met deze camera.
Formatteren
Alle gegevens
worden gewist
Formatteren
Onderbreken
OK
OKOK
OK