Operation Manual

Toepassing (opname)
Foto’s maken met verschillende foto-effecten [Creatieve opties]-Modus
SQW0202
- 112 -
De flitser wordt ingesteld op [ ] ([Gedwongen uit]).
De weergave van een beeld dat een afspiegeling is van een geselecteerd effect in het
voorbeeld- of opnamescherm kan afwijken van de werkelijk opgenomen beelden.
Een instelling die was geselecteerd in de [Creatieve opties]-modus blijft zelfs bewaard
nadat de camera is uitgeschakeld.
De volgende instellingen van het menu [Opname] worden automatisch geregeld en
kunnen niet handmatig worden bijgesteld.
[Gevoeligheid], [Witbalans], [i. Exposure], [Korte sluitert.]
De helderheid, achtergrondonscherpte, instellingen van een
geselecteerd effect aanpassen enzovoort
Druk op
Druk op om een onderdeel te selecteren dat u wilt
aanpassen
Hiermee past u de helderheid aan.
Hiermee past u de achtergrondonscherpte aan.
Hiermee past u de instellingen van het geselecteerde effect
aan enzovoort. (De instellingen die moeten worden aangepast,
variëren, afhankelijk van het geselecteerde effect.)
• [AUTO] wordt in het pictogram weergegeven tijdens automatische aanpassing.
• De onderdelen die kunnen worden aangepast, verschillen afhankelijk van het
geselecteerde effect.
Draai de bedieningsring of de bedieningsknop om
aanpassingen te verrichten
• U kunt ook instellingen verrichten met .
• Terugkeren naar automatische aanpassing → Druk op de [Q.MENU/ ]-knop.
Druk op [MENU/SET]
Wanneer u films opneemt, regelt de camera het diafragma binnen het relevante
belichtingsbereik en zal bij de helderheidniveaus van sommige onderwerpen de
achtergrondonscherpte niet veranderen.