Operation Manual

115
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
Bij het opnemen met [AFF], [AFC]
Het scherpstellen kan enige tijd vergen wanneer de zoom plotseling wordt omgezet van
de maximale groothoekstand (W) naar de maximale telestand (T) of als u plotseling
dichter bij uw onderwerp komt.
Druk opnieuw de ontspanknop half in wanneer u moeilijk op het onderwerp kunt
scherpstellen.
Terwijl de ontspanknop half ingedrukt is, kunt u trillingen op het scherm zien.
Als het licht op een onderwerp onvoldoende is wanneer u [AFF] of [AFC] gebruikt, stelt de camera
op dezelfde manier scherp als bij [AFS]. In dit geval wordt de indicatie op het scherm geel [AFS].
Niet beschikbaar in het volgende geval:
De camera past de scherpstelling aan met [AFS] in het volgende geval:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
[AF mode] schakelen
Opnamemodus:
Hiermee schakelt u de scherpstelmodus in die geschikt is voor de posities en het aantal
te selecteren onderwerpen.
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Druk op om de automatische scherpstelmodus te
selecteren en druk op [MENU/SET]
Als u op drukt wanneer [ ], [ ], [ ] of [ ] geselecteerd
is, verschijnt het instelscherm voor het AF-gebied. Zie voor
details over bediening van het instelscherm voor het AF-gebied
(→121).
De automatische scherpstelmodus staat vast ingesteld op [ ] (scherpstellen op 1 punt) in het
volgende geval:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect])
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Er kan niet worden ingesteld op [ ] (precisiescherpstellen) in het onderstaande geval:
Wanneer [AFS/AFF/AFC] (→114) is ingesteld op [AFF] of [AFC]