Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DC-GH5S Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
De benodigde informatie vinden In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u nodig heeft op de volgende pagina’s vinden. Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen en snel de informatie vinden. Zoeken vanuit de “Inhoud” Klik op deze icoon om naar “Inhoud” te springen.
Gebruik van deze handleiding Over de aanduiding van de toepasbare modus Toepasbare modi: De iconen duiden op de modussen die voor de functie beschikbaar zijn. • Zwarte iconen: toepasbare modussen • Grijze iconen: niet beschikbare modussen , en zullen verschillen, afhankelijk van de opnamemodussen die bij de standaardinstellingen geregistreerd zijn. ∫ De symbolen in de tekst : MENU Wi-Fi Geeft aan dat het menu ingesteld kan worden door op de [MENU/SET]-toets te drukken.
Inhoud De benodigde informatie vinden ...............................................................................2 Gebruik van deze handleiding ..................................................................................3 Inhoudsopgave van de functies ..............................................................................10 1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera .............................................................................13 Standaardaccessoires.....................
3. Opnamemodussen Foto's maken met de automatische functie (Intelligent Auto modus)......................64 • [Intelligent auto]-menu ....................................................................................67 • Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en helderheid....................................................................................68 Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd (Programma AE-modus) ....................................
• 4K-foto's na de opname corrigeren (Verfijning na de opname) ....................125 • Bediening tijdens het selecteren van foto's ..................................................126 Het brandpunt na de opname controleren (Post Focus/Focus Stacking)..............129 • Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto ....131 • Meer beelden samenvoegen om het focusbereik te verbreden (Focus Stacking) ........................................................................................
• Beelden opnemen met opnamedatums erop ([Tijdstempel Opname]).........173 • Weergeven van kleurenbalken/uitgeven van een testtoon...........................174 • Het opnemen met een minimale witverzadiging door comprimeren van overbelichte delen (Knie) .............................................................................175 • Log-registratie (V-Log L)...............................................................................175 • Foto’s maken terwijl u een film maakt ...........................
• Installeren van de “Image App” app voor smartphone/tablet .......................286 • Gebruik een smartphone die Bluetooth low energy ondersteunt .................287 • Gebruik een smartphone die Bluetooth low energy niet ondersteunt...........289 • De Wi-Fi-verbindingsmethode veranderen...................................................291 • Eindigen van de Wi-Fi-verbinding ................................................................292 Bediening met een smartphone/tablet ...........................
Bewaren van foto's en films op een recorder........................................................337 De camera vanaf een PC controleren...................................................................338 Beelden afdrukken ................................................................................................340 12. Overige Optionele accessoires...........................................................................................343 Display Monitor/Display Zoeker ..........................
Inhoudsopgave van de functies Opnemen Opnemen Opnamefunctie ................................ P42 [Voorvertoning] ................................ P75 [Intervalopname]............................ P135 [Stop-motionanimatie] ................... P137 Lensopening Bracket..................... P142 Focus Bracket ............................... P142 [Stille modus] ................................. P229 [Multi-belicht.] ................................ P233 Beeldkwaliteit en kleurtoon [Gevoeligheid]................
Films Films [Opn. kwaliteit] ............................... P162 Foto’s maken terwijl u een film opneemt ........................................ P179 Bewaking HDMI-uitgang tijdens opname .......P198 [Geluid ouput] ................................P208 Beeldscherminstellingen [Weerg. geluidsop.niveau] .............P168 [SS/gain bediening]........................P195 [Zwart-wit Live View] ......................P242 [Centrummarkering] .......................P244 [Zebrapatroon] ...............................
Afspelen Afspelen Beelden afspelen...........................P209 Films afspelen ...............................P210 Afspeelzoom.................................. P212 Multi Playback ............................... P213 Wissen........................................... P216 [Auto review].................................. P242 [Diashow]....................................... P267 [Roteren]........................................ P280 Opmaken [4K-FOTO In Bulk Opslaan]...........P125 Focus Stacking ..........
1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk. • De lens, de monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij gebruik onder de volgende omstandigheden. Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet wordt opgenomen, indien u: – Het toestel laten vallen of er tegen stoten. – Hard op de lens of op de monitor duwt.
1. Voor Gebruik ∫ Over condensatie (wanneer de lens, de zoeker of de monitor beslagen zijn) • Condens treedt op wanneer de omgevingstemperatuur of de vochtigheid veranderen. Wees voorzichtig met condensatie omdat dit vlekken en schimmel op de lens, de zoeker en de monitor veroorzaakt en een slechte werking van de camera. • Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze gedurende 2 uur uit laten staan.
1. Voor Gebruik Standaardaccessoires Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te nemen. • De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht. Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”. • De body van de digitale camera wordt in de tekst aangeduid als camerabody. • Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
1. Voor Gebruik Namen en functies van de componenten ∫ Camera 12 3 1314 15 16 17 8 9 10 11 12 18 19 20 21 19 4 5 6 7 22 24 30 29 28 27 23 26 25 1 WIRELESS-verbindingslampje (P284) 17 Modusknop drive (P114) 2 Statuslampje (P37) Aansluiting flitssynchronisatie (Dop aansluiting flits-synchronisatie) (P153) • Gebruik de flitser met een synchronisatiespanning van 250 V of minder.
1.
1. Voor Gebruik Over de Lens Dit toestel kan de speciale lenzen gebruiken die compatibel zijn met de specificatie van de lensmontage van het Micro Four ThirdsTM Systeem (Micro Four Thirds montage). U kunt ook een lens van een van de volgende standaards gebruiken door een montageadapter te bevestigen.
2. Opstarten/Basisbediening Het bevestigen van de Schouderriem • We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het vallen ervan tegen te gaan. 1 Haal de schouderriem door het lusje van de schouderriem op het toestel. A: Lusje voor schouderriem 2 3 4 Haal het uiteinde van de schouderriem door de ring in de richting van de pijl en haal het vervolgens door de stopper. Haal het uiteinde van de schouderriem door het gat aan de andere kant van de stopper.
2. Opstarten/Basisbediening Opladen van de Batterij ∫ Over batterijen die u voor dit toestel kunt gebruiken Er is geconstateerd dat namaakbatterijpakketten, die sterk op het originele product lijken, in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne bescherming om te voldoen aan de eisen van de toepasselijke veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden.
2. Opstarten/Basisbediening 3 Plaats de batterij en doe dit in de goede richting, tot u de klik hoort. • Het [CHARGE]-lampje E gaat branden en het laden begint. ∫ [CHARGE]-controlelampje Aan: Opladen bezig. Uit: Opladen is voltooid. (Sluit de netadapter (bijgeleverde) af van het elektrische stopcontact en verwijder de batterij als het laden geheel klaar is.) • Als het [CHARGE] lampje knippert – De batterijtemperatuur is te hoog of te laag.
2. Opstarten/Basisbediening • Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte. • De netadapter staat op stand-by als de netstekker aangesloten is. Het primaire circuit is altijd “onder spanning” zolang de netstekker aangesloten is op een elektrisch stopcontact. • Gebruik geen enkele andere USB-kabel dan de bijgeleverde kabel.
2. Opstarten/Basisbediening Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering • De aantallen opneembare foto's die hier in een lijst staan, zijn gebaseerd op de CIPA (Camera & Imaging Products Association) standaard. • Als een SDHC-geheugenkaart van Panasonic en de bijgeleverde batterij gebruikt worden.
2.
2. Opstarten/Basisbediening Plaatsen/Verwijderen van de batterij • Controleer dat dit toestel uitstaat. 1 1: Schuif de vrijgavehendel in de richting van de pijl (naar de kant OPEN). 2: Open het batterijdeurtje. • Gebruik altijd originele Panasonic batterijen. • Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet. 2 Let op bij de richting van plaatsing van de batterij en plaats hem volledig naar binnen, tot u een blokkeergeluid hoort.
2. Opstarten/Basisbediening Plaatsen/Verwijderen van de kaart (optioneel) • Controleer of het toegangslampje uitgegaan is. 1 2 Schuif het kaartklepje open. Duw er net zolang tegen tot u een klik hoort en let op de richting waarin u de kaart plaatst. Om de kaart uit te nemen, op de kaart duwen tot deze “klikt” en de kaart vervolgens rechtop uitnemen. • Er kan in kaartsleuf 1 A en in kaartsleuf 2 B één kaart naar binnen gestoken worden.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Controlelampjes toegang kaart MOV 8bit FHD 24p Toegangslampje Brandt terwijl men zich toegang tot de kaart verschaft. 4:3 L AFS Toegangsaanduiding Gaat rood branden wanneer een afbeelding op de kaart opgenomen wordt. • Tijdens de toegang (d.i. terwijl het toegangslampje brandt of [ ]/[ ] weergegeven wordt) dient u dit toestel niet uit te schakelen, de batterij of de kaart te verwijderen of de (optionele) netadapter af te sluiten.
2. Opstarten/Basisbediening Kaartinformatie De volgende kaarten, die overeenstemmen met de SD-standaard, kunnen gebruikt worden met dit toestel. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.) • Dit toestel is compatibel met UHS-I/UHS-II UHS Snelheidsklasse 3 standaard SDHC/ SDXC-geheugenkaarten. • Dit toestel is compatibel met SDHC/SDXC-geheugenkaarten die in overeenstemming zijn met video-snelheidsklasse 60 van de UHS-II-standaard.
2. Opstarten/Basisbediening • Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen. http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.) • Als u de schrijfbeveiligingsschakelaar A op “LOCK” zet, kunt u de gegevens misschien niet schrijven, wissen of formatteren of ze op opnamedatum weergeven. • De gegevens op de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan als gevolg van elektromagnetische golven, statische elektriciteit of het kapot gaan van de camera of de kaart.
2. Opstarten/Basisbediening Formatteren van de kaart (initialisatie) Formatteer de kaart alvorens beelden met dit toestel op te nemen. Aangezien de gegevens na het formatteren niet teruggewonnen kunnen worden, dient u van te voren een back-up van de benodigde gegevens te maken. MENU > [Set-up] > [Formatteren] > [SD slot 1]/[SD slot 2] • Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen) • “h” is een afkorting voor uur, “m” voor minuut en “s” voor seconde. • De opneembare tijd is de totale tijd van alle films die opgenomen zijn. • [AVCHD] [Opn.
2. Opstarten/Basisbediening • [MP4 (LPCM)], [MOV] [Opn.
2. Opstarten/Basisbediening [Opn.
2. Opstarten/Basisbediening Bevestigen/Verwijderen van de lens • Controleer dat het toestel uitstaat. • Verwissel de lens in een plaats met weinig vuil of stof. Raadpleeg P365 als vuil of stof op de lens terechtkomen. ∫ Bevestigen van de lens 1 Draai de achterste lensdop A en de body-kap B in de richting van de pijl om ze los te maken. 2 Lijn de pasmarkeringen voor de lens C uit en draai de lens vervolgens in de richting van de pijl tot de klik gehoord wordt.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ De lens losmaken • Bevestig de lensdop. Terwijl u op de ontgrendelknop van de lens A drukt, draait u de lens naar de pijl, tot de lens stopt waarna u deze verwijdert. • Als de lens van de camera verwijderd wordt, kunnen stof en andere vuildeeltjes op de camera of de lens opeengehoopt worden of erin terecht komen. Wees er zeker van dat de body-kap en de achterste lensdop bevestigd worden.
2. Opstarten/Basisbediening Openen van de monitor Op het moment van aankoop van deze camera bevindt de monitor zich in de camera body. Haal de monitor tevoorschijn zoals hieronder getoond wordt. 1 Open de monitor. (Maximum 180o) 2 Deze kan 180o vooruit gedraaid worden. 3 De monitor terugzetten in zijn originele positie. • Let bij het draaien van de monitor op dat u niet te veel kracht uitoefent. Daardoor kan schade berokkend worden.
2. Opstarten/Basisbediening De datum en de tijd instellen (Klokinstelling) • De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt. 1 Zet het toestel aan. • Als de camera ingeschakeld wordt, zal het statuslampje 1 gaan branden. • Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, overgaan op stap 4. 2 3 4 5 Op [MENU/SET] drukken. Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]. Op [MENU/SET] drukken.
2. Opstarten/Basisbediening 7 8 9 Wanneer [De klokinstelling is voltooid.] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ∫ De klok opnieuw afstellen MENU > [Set-up] > [Klokinst.] • De klok kan opnieuw ingesteld worden, zoals getoond wordt in de stappen 5 en 6 op P37. • De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v.
2. Opstarten/Basisbediening Basisbediening Tips om mooie opnamen te maken Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden. • Het AF Assist-lampje A of de microfoon B niet afdekken met uw vingers of andere voorwerpen. • Wanneer u foto's maakt, zorg er dan voor dat u stabiel staat en u niet tegen iemand of iets anders in de nabijheid kan botsen.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de zoeker Diopter afstellen Draai aan de dioptrie-draaiknop. • Draai eraan tot u de lettertekens die in de zoeker weergegeven worden duidelijk kunt zien. Schakelen tussen Monitor/Zoeker Druk op [LVF]. A [LVF]-knop B Oogsensor ョㄏブ Automatisch schakelen tussen zoeker/monitor¢ Weergave zoeker¢ Weergave monitor ¢ Als [Oogsensor AF] in het [Voorkeuze] ([Focus / Sluiter Losl.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Opmerkingen over automatisch schakelen tussen zoeker/monitor Breng uw oog of een voorwerp tot vlakbij de zoeker om automatisch naar de zoekerweergave te schakelen met gebruik van de oogsensor. • Om het batterijverbruik te beperken, zet u [Batt. Besparende LVF-Opn.] op [Besparing] (P254). • De oogsensor werkt mogelijk niet goed afhankelijk van de vorm van uw brillenglazen, de manier waarop u de camera vasthoudt of fel licht rondom het oculair.
2. Opstarten/Basisbediening Filmknop (films opnemen) Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. • Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los. Stop het opnemen door weer op de bewegend beeldknop te drukken. Modusknop (voor selectie van een opnamemodus) Druk op de vergrendelknop 1 van de modusknop, om de vergrendeling vrij te geven. • De knop wordt vergrendeld als de vergrendelknop van de modusknop ingedrukt wordt. Draai aan modusknop 2 en stel de opnamemodus in.
2. Opstarten/Basisbediening Modusknop op de voorkant/Modusknop op de achterkant Draaien: De selectie van items of de instelling van waarden wordt uitgevoerd tijdens de diverse instellingen. • Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de bediening van de modusknop op de voorkant/achterkant als volgt: bijv. terwijl u de modusknop op de voorkant naar links of rechts draait bijv.
2. Opstarten/Basisbediening Tijdelijk veranderen van de items die aan de modusknoppen op de voor-/ achterkant toegekend zijn ([Dialwerking]) 1 Druk op [Fn1]. • [Dialwerking] is op het moment van aankoop aan [Fn1] toegekend. ョㄏヒ 2 • Er zal een gids weergegeven worden die de items toont die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/achterkant toegekend zijn. • Als geen handelingen verricht worden, zal de gids binnen enkele seconden verdwijnen.
2. Opstarten/Basisbediening Bedieningsknop Draaien: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit. • De werking van de rotatie van de bedieningsknop wordt verderop in deze gebruiksaanwijzing getoond.
2. Opstarten/Basisbediening Stelt de items in die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/ achterkant toegekend moeten worden wanneer u op de functieknop drukt waaraan [Dialwerking] toegekend is. [ ] ([Dialwerking])/[ ] ([Dialwerking]) • De volgende items kunnen ingesteld worden. [Instelling dialwerking] – [Fotostijl] – [Filtereffect] – [Aspectratio] – [AF mode] – [4K-FOTO] – [Schaduw markeren] – [Int.dynamiek] – [I.resolutie] – [Flitserfunctie] – [Flitser instel.
2. Opstarten/Basisbediening Cursorknoppen/[MENU/SET] knop Op de cursorknop drukken: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit. Op [MENU/SET] drukken: De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd. • Deze gebruiksaanwijzing geeft de op-, neer-, links- en rechtsbeweging van de cursorknop weer als 3/4/2/1. Joystick De joystick verstrekt dezelfde functies als de cursorsknoppen/[MENU/SET]-knop. Bewegen: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit.
2. Opstarten/Basisbediening [DISP.]-knop (omschakelen van de weergegeven informatie) Druk op [DISP.]. ュリヴヱハ In de opnamemodus U kunt voor de zoeker en de monitor aparte stijlen voor de weergave van het beeldscherm selecteren. MENU > [Voorkeuze] > [Scherm / Display] > [LVF/Monitorweerg. Ingest.] > [LVF Weergave Ingesteld]/[Monitorweergave Ingesteld] [ ] (zoekerstijl) Maakt de beelden iets kleiner zodat de compositie van de beelden beter bekeken kan worden.
2.
2. Opstarten/Basisbediening In de afspeelmodus Weergave van gedetailleerde informatie¢1 Met informatie 4:3 L 4:3 160 s RGB L STD. ISO F3.5 Zonder informatie 1/5 AFS 1/98 98 Zonder informatie (weergave highlight)¢2 AWB 0 60 2018.12. 1 10:00 F3.
2. Opstarten/Basisbediening Aanraakpaneel (Aanraakbediening) ∫ Aanraken Aanraken en loslaten van het aanraakscherm. Fn7 Fn8 Fn9 Fn10 OFF Fn11 OFF ∫ Verslepen Een beweging zonder het aanraakscherm los te laten. A ∫ Knijpen (vergroten/verkleinen) Spreid het aanraakpaneel met twee vingers uiteen (vergroten) of knijp het samen (verkleinen). B 2.0X • Raak het paneel aan met een schone, droge vinger.
2. Opstarten/Basisbediening Foto’s maken met gebruik van de aanraakfunctie Touch shutter-functie Toepasbare modi: Door het scherp te stellen onderwerp slechts aan te raken, zal het scherp gesteld worden en wordt de foto automatisch gemaakt. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [ ×] aan. • De icoon zal in [ ] veranderen en het wordt mogelijk een foto te maken met de Touch Shutter-functie. 3 Raak het scherp te stellen onderwerp aan en neem de foto. • De foto kan gemaakt worden wanneer het brandpunt verkregen is.
2. Opstarten/Basisbediening Touch AE Toepasbare modi: U kunt de helderheid van een aangeraakte positie gemakkelijk optimaliseren. Als het gezicht van het onderwerp donker lijkt, kunt u het scherm helderder maken overeenkomstig de helderheid van het gezicht. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [ AE ] aan. • Het instellingenscherm voor de optimaliseringspositie van de helderheid wordt weergegeven. • De [Meetfunctie] wordt op [ AE ] gezet, die uitsluitend voor Touch AE gebruikt wordt.
2. Opstarten/Basisbediening Menuonderdelen instellen U kunt of de knoppen bedienen of de monitor aanraken om menu-items in te stellen. 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 3 Druk op 2. Druk op 3/4 om een icoon voor het omschakelen van het menu te selecteren, zoals [ ], en druk op [MENU/SET]. • U kunt ook een icoon voor het omschakelen van het menu selecteren, zoals [ ], door aan de modusknop op de voorkant te draaien.
2. Opstarten/Basisbediening 4 Druk op 3/4 van de cursorknop om het menu-item te selecteren en druk op [MENU/SET]. • U kunt het menu-item ook selecteren door aan de bedieningsknop te draaien. • U kunt ook naar het volgende scherm gaan door aan de modusknop op de achterkant te draaien. Aanraakbediening Raak het menu-onderdeel aan. • U kunt de weer te geven pagina omschakelen door de balk (A) op de rechterkant van het scherm aan te raken. Weergeven van de uitleg van menu-items. Als u op [DISP.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Sluit het menu Druk op [ ] aan of druk de sluiterknop tot halverwege in. Aanraakbediening Raak [ ] aan.
2. Opstarten/Basisbediening Snel oproepen van veelgebruikte menu's (Quick Menu) 1 Druk op [Q.MENU] om het Snelmenu weer te geven. ョㄏビ 2 Draai aan de modusknop op de voorkant om het menu-item te selecteren. MOV 8bit FHD 24p 4:3 AFS L • De instelling kan ook uitgevoerd worden door de bedieningsfunctieknop te draaien. 3.5 60 3 4 MOV 8bit FHD 24p Draai aan de modusknop op de achterkant om de instelling te selecteren. Druk op [Q.MENU] om het menu te verlaten als de instelling eenmaal voltooid is.
2. Opstarten/Basisbediening Aanpassen van de instellingen van het Snelmenu U kunt maximaal 15 voorkeursinstellingen aan het Quick Menu toevoegen. MENU 1 2 > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Q.MENU] > [CUSTOM] Druk op [Q.MENU] om het Snelmenu weer te geven. Druk op 4 om [ ] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 1234 4:3 L 3 4 AFS Druk op 3/4/2/1 om het menu-item in de bovenste rij te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
2. Opstarten/Basisbediening Toekennen van veelgebruikte functies aan de knoppen (functieknoppen) U kunt opnamefuncties, enz., aan specifieke knoppen en iconen toekennen. 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Fn knopinstelling]> [Instelling in opnamemodus]/[Instelling in afspeelmodus] Druk op 3/4 om de functieknop waaraan u een functie wilt toekennen te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de functieknoppen tijdens het opnemen U kunt de toegekende functies gebruiken door tijdens de opname op een functieknop te drukken. ∫ De knoppen [Fn7] tot [Fn11] gebruiken (aanraakbediening) Fn7 1 2 Fn8 Raak [ ] aan. Fn9 Raak [Fn7], [Fn8], [Fn9], [Fn10] of [Fn11] aan. Fn10 OFF Fn11 OFF ∫ Functies die toegekend kunnen worden in [Instelling in opnamemodus] – [Wi-Fi]: [Fn7]¢ – [Q.MENU]: [Fn2]¢ – [Video-opname] – [LVF/Scherm]: [Fn5]¢ – [LVF/Scherm disp.
2. Opstarten/Basisbediening – [Aanp. geluidsopn.niveau] – [Mic.veld aanpassen] – [HLG View Assist (HDMI)] – [Kleurenbalken] – [WFM/Vectorbereik] – [Anamorfisch scherm aanp.] – [HLG View Assist] – [LUT Monitorweergave] – [LUT HDMI Weergave] – [Focus Overgang] – [Stille modus] – [Peaking] – [Histogram]: [Fn8]¢ – [Richtlijnen] – [Videorichtlijn] – [Zebrapatroon] – [Zwart-wit Live View] – [Constant preview] – [Live View versterken] – [Opn.gebied] – [Video prioriteit menu] – [Stapsg.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de functieknoppen tijdens het afspelen U kunt een toegekende functie rechtstreeks op een geselecteerd beeld instellen door tijdens het afspelen op de functieknop te drukken. Voorbeeld: Wanneer [Fn2] op [Rating¿3] gezet is 1 2 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen. Druk op [Fn2] en stel het beeld vervolgens in als [Rating¿3].
2. Opstarten/Basisbediening Tekst Invoeren Volg onderstaande stappen als het beeldscherm voor de invoering van tekst weergegeven wordt. 1 Druk op 3/4/2/1 om tekst te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om deze te registreren. • Om hetzelfde letterteken opnieuw in te voeren, draait u de bedieningsknop naar rechts om de cursor te bewegen.
3. Opnamemodussen Foto's maken met de automatische functie (Intelligent Auto modus) Opnamefunctie: In deze modus maakt de camera de optimale instellingen voor het onderwerp en de scène. 1 Zet de modusknop op [¦]. • Op het moment van aankoop is de modus op de Intelligent Auto Plus modus gezet. 2 Lijn het scherm uit met het onderwerp. • Als de camera de optimale scène identificeert, zal de icoon van de scène in kwestie veranderen.
3. Opnamemodussen De camera detecteert scènes automatisch (scènedetectie) ( : Tijdens het maken van foto's, : Tijdens het maken van films) [i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro] [i-Nachtportret]¢1 [i-Nachtl.schap] [iHandh. nachtop.]¢2 [i-Voedsel] [i-Baby]¢3 [i-Zonsonderg.] [i-Zacht licht] ¢1 Weergegeven als een externe flitser gebruikt wordt. ¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat. ¢3 Als [Gezicht herk.
3. Opnamemodussen De Intelligent Auto Plus modus stelt u in staat onderstaande instellingen aan te passen terwijl de Intelligent Auto modus ook voor andere instellingen gebruikt wordt. Intelligent Auto Plus modus Intelligent Auto modus Instellen van de helderheid ± — Instellen van de kleurtoon ± — Defocus Control ± — Menu's die ingesteld kunnen worden Veel Weinig ∫ Auto Focus, Gezichts-/Oogdetectie en Gezichtsherkenning De Auto Focusmodus wordt automatisch op [š] gezet.
3. Opnamemodussen [Intelligent auto]-menu Stelt de functies in die alleen beschikbaar zijn voor de Intelligent Auto Plus modus en de Intelligent Auto modus. MENU > [Intelligent auto] Handheld opnames van nachtelijke scènes maken ([iHandh. nachtop.]) Als [ ] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke handheld-opnames gemaakt worden, zullen de beelden van de nachtelijke opname met een hoge burst-snelheid gemaakt worden en uit een enkel beeld bestaan. MENU > [Intelligent auto] > [iHandh. nachtop.
3. Opnamemodussen Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en helderheid Opnamefunctie: ∫ Kleurinstelling 1 Druk op [ ]. 2 Draai aan de modusknop op de achterkant om de kleur in te stellen. • Om naar het opnamescherm terug te keren, drukt u opnieuw op [ ]. • De instelling voor kleur zal opnieuw de fabriekswaarden (centrumpunt) aannemen wanneer dit toestel uitgeschakeld wordt of als de camera op een andere opnamemodus gezet wordt.
3. Opnamemodussen Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd (Programma AE-modus) Opnamefunctie: Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu te veranderen. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Druk de sluiterknop tot halverwege in om de diafragmawaarde en de waarde van de sluitersnelheid op het beeldscherm weer te geven. 3.
3. Opnamemodussen ∫ Programmaschakeling U kunt de van tevoren ingestelde waarde van de lensopening en de sluitertijd veranderen zonder de belichting te veranderen. Dit wordt Programme Shift genoemd. Het stelt u in staat om de achtergrond bijvoorbeeld waziger te maken, door de lensopeningwaarde kleiner te maken, of om een bewegend voorwerp dynamischer op te nemen, door de sluitertijd langzamer in te stellen.
3. Opnamemodussen Opnamen maken door het specificeren van lensopening/sluitertijd Opnamefunctie: (voorbeeld: in de handmatige belichtingsmodus) SS F 8 15 4.0 5.6 30 30 5.6 0 60 8.0 125 11 +3 Lensopening waarde Klein Het wordt gemakkelijker om de achtergrond onscherp te maken. Groot Het wordt gemakkelijk om de scherpstelling te handhaven tot aan de achtergrond. A Belichtingsmeter B Lensopeningwaarde C Sluitertijd Sluitertijd Langzaam Het wordt gemakkelijker om beweging uit te drukken.
3. Opnamemodussen Lensopening-Prioriteit AE-modus Als u de lensopeningwaarde instelt, zal de camera de sluitertijd voor de helderheid van het onderwerp automatisch optimaliseren. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Stel de lensopeningwaarde in door aan de modusknop op de voorkant of op de achterkant te draaien. A Lensopeningwaarde B Belichtingsmeter SS F 60 4.0 30 5.6 15 8.0 8 11 4 16 8.
3. Opnamemodussen Handmatige Belichtingsmodus Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Draai aan de modusknop op de achterkant om de sluitertijd in te stellen en draai aan de modusknop op de voorkant om de lensopeningwaarde in te stellen. A B C D Belichtingsmeter Lensopeningwaarde Sluitertijd Hulp bij handmatige belichting SS F 8 15 4.0 5.6 30 30 5.6 0 60 8.0 125 11 +3 Sluitertijd (Sec.
3. Opnamemodussen ∫ Over [B] (Bol) Als u de sluitersnelheid op [B] zet, zal de sluiter openblijven terwijl de sluiterknop volledig ingedrukt wordt (tot ongeveer 30 minuten). De sluiter sluit als u de ontspanknop loslaat. Gebruik deze functie als u de sluiter open wilt laten voor een lange tijd om opnamen van vuurwerk, nachtscènes enz. te maken. • Het kan alleen gebruikt worden in de Manuele Belichtingsfunctie.
3. Opnamemodussen Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd (Preview-functie) Toepasbare modi: • Bevestig de effecten van de lensopening: U kunt de velddiepte (daadwerkelijk focusbereik) controleren voordat u een foto neemt door de diafragma-lamellen te sluiten op de waarde van de lensopening die u instelt. • Bevestig de effecten van de sluitersnelheid: De beweging kan bevestigd worden door het huidige beeld weer te geven, dat bij die sluitersnelheid opgenomen gaat worden.
3. Opnamemodussen Gemakkelijk de sluitertijd/sluitertijd voor geschikte belichting (OnPush AE) instellen Toepasbare modi: Wanneer de belichtingsinstelling te helder of te donker is, kunt u één druk-AE gebruiken om een geschikte belichtingsinstelling te verkrijgen. Hoe te weten als de belichting niet geschikt is • Als de lensopeningwaarden en de sluitertijd rood knipperen wanneer de sluiterknop tot de helft ingedrukt wordt.
3. Opnamemodussen Foto's maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus) Opnamefunctie: U kunt de effecten die u wilt toevoegen instellen door de voorbeeldbeelden te selecteren en deze op het scherm na te kijken. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Druk op 3/4 om de beeldeffecten (filters) te selecteren. 1/8 A Weergave voorvertoning • U kunt de beeldeffecten (filters) ook selecteren door de voorbeeldbeelden aan te raken.
3. Opnamemodussen ∫ [Creatieve opties]-menu Stelt de functies in die alleen beschikbaar zijn voor de Creative Control modus. MENU > [Creatieve opties] [Filtereffect] Geeft het selectiescherm van het beeldeffect (filter) weer. [Gelijktijdig zond. Stelt u in staat de camera in te stellen voor het gelijktijdig met en zonder beeldeffect maken van een foto.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van het type defocus ([Miniatuureffect]) 1 Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven. • Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [ ] en van [ ]. 2 3 4 Druk op 3/4 of 2/1 om het in-focus gedeelte te verplaatsen. • U kunt het in-focus gedeelte ook bewegen door het scherm van het opnamescherm aan te raken. • Raak voor het instellen van de opnamerichting (defocus-richting) [ ] aan.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van de positie en de grootte van de lichtbron ([Zonneschijn]) 1 Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven. • Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [ ] en van [ ]. 2 Druk op 3/4/2/1 om de middelste positie van de lichtbron te bewegen. • De positie van de lichtbron kan ook bewogen worden door het scherm aan te raken.
3. Opnamemodussen Beeldeffect [Zwart-wit] Items die ingesteld kunnen worden Kleur [Dynamisch zwart/wit] Contrast Geelachtige tint Blauwachtige tint Laag contrast Hoog contrast [Ruw zwart-wit] Zanderigheid Minder zanderig Zanderiger [Zacht zwart-wit] Mate van defocus Zwakke defocus Sterke defocus [Expressieve indruk] Frisheid Zwart-wit Popkleuren [Hoge dynamiek] Frisheid Zwart-wit Popkleuren [Kruisproces] Kleur [Speelgoedcam.
3. Opnamemodussen Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control) 1 Druk op [Fn4] om het instellingenscherm weer te geven. Draai aan de modusknop op de achterkant om in te stellen. 2 • Om naar het opnamescherm terug te keren, drukt u op [MENU/SET]. • Druk om de instelling te annuleren op [Fn4] op het instellingenscherm van de onscherpte. SS F 500 250 125 4.0 60 5.6 30 8.
3. Opnamemodussen Registreren van uw favoriete instellingen (Voorkeuzemode) Opnamefunctie: Registratie van eigen menu-instellingen (registratie van klantinstellingen) Er kunnen 5 reeksen huidige camera-instellingen geregistreerd worden met gebruik van [Geh voorkeursinst.]. ( , , , , ) Begininstelling van de AE-programmafunctie is aan het begin geregistreerd als de standaard instellingen.
3. Opnamemodussen Oproepen van een geregistreerde reeks standaard instellingen Stel de modusknop in op [ ], [ ] of [ ]. • De overeenkomstige voorkeurinstelling zal opgeroepen worden. Als u de modusknop op [ zet, zal de voorkeurinstelling die u de laatste keer gebruikt heeft opgeroepen worden. ∫ Om een klantinstelling te veranderen in het[ 1 2 Stel de functieknop in op [ Selecteer het menu. MENU 3 > ] ([Voorkeuzemode]-menu) ].
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Automatisch instellen van het brandpunt 1 Zet de hendel van de focusmodus op [AFS/ AFF] of [AFC]. • De Focusmodus zal ingesteld worden. (P87) 2 3 Druk op [ ]. Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ョㄏピ • De Auto Focusmodus zal ingesteld worden. (P90) 4 Druk de sluiterknop tot halverwege in. • Auto Focus zal geactiveerd worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • Als u na het scherpstellen op een onderwerp in-/uitzoomt, kan de nauwkeurigheid van het brandpunt verloren gaan. Stel het brandpunt in dat geval opnieuw in. Onderwerpen en opname-omstandigheden waarbij het scherpstellen moeilijk is • Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast. • Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instelling van de Focusmodus (AFS/AFF/AFC) Toepasbare modi: De methode wordt ingesteld om scherp te stellen als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. Stel de hendel van de focusmodus in. Onderdeel Scène (aanbevolen) “AFS” is een afkorting van “Auto Focus Single”. De scherpstelling blijft vergrendeld terwijl de sluiterknop tot halverwege ingedrukt blijft, zodat u in staat gesteld wordt verschillende composities op te nemen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u opneemt met gebruik van [AFF], [AFC] • Wanneer het onderwerp beweegt, wordt het scherpstellen uitgevoerd door de positie van het onderwerp te voorspellen op het moment van opname. (Bewegingsvoorspelling) • Het kan enige tijd duren om scherp te stellen als u het zoomhendeltje van Wide naar Tele zet of plotseling van een onderwerp dat ver weg is op een onderwerp dichtbij scherpstelt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ∫ Aanpassen van de Persoonlijke AF-instellingen 1 2 Druk op 2/1 om de persoonlijke AF-instelling te selecteren. Druk op 3/4 om de items te selecteren en druk vervolgens op 2/1 om deze bij te stellen. • Om de standaardinstellingen te resetten, drukt u op [DISP.]. r Als de afstand tot het onderwerp aanzienlijk verandert, past de camera het brandpunt onmiddellijk opnieuw aan. U kunt verschillende onderwerpen achter elkaar scherp stellen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instelling van de Auto Focusmodus Toepasbare modi: Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te selecteren onderwerpen past. Druk op [ ョㄏピ ]. Het gezicht, de ogen en het lichaam van een persoon (het gehele lichaam of de bovenste helft van het lichaam) worden automatisch gedetecteerd.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ([Tracking]) ([225-zone]) , enz. ([Voorkeur multi]) De camera blijft de scherpstelling en de belichting automatisch aanpassen om het gespecificeerde bewegende object te volgen. (Dynamic Tracking) (Als [Meetfunctie] op [ ] gezet is) • Voer een van de volgende handelingen uit om het te tracken onderwerp te vergrendelen: Knopbediening: Plaatst het kader van de AF Tracking D rond het onderwerp en druk de sluiterknop tot halverwege in.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ∫ Instellen van de vorm van de AF-zone ([Voorkeur multi]) 1 2 3 Druk op [ ]. Selecteer een Custom Multi icoon ([ ], enz.) en druk op 3. Druk op 2/1 om een instelling te kiezen en druk vervolgens op 4. A De huidige vorm van de AF-zone ([Horizontaal patroon]) ([Verticaal patroon]) ([Cent. patroon]) / ヤビ / ヤピ ([Klant1]/ [Klant2]/ [Klant3]) Deze vorm is handig voor het maken van panoramafoto's of gelijkaardige opnames.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ヤヒ ]/[ ヤビ ]/[ ヤピ ] selecteert Aanraakbediening Sleep uw vinger over de delen die u als AF-zones wilt instellen. • Om de selectie van een bepaalde AF-zone te annuleren, raakt u de zone opnieuw aan. Knopbediening Druk op 3/4/2/1 om de AF-zone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om hem in te stellen (te herhalen). • De instelling wordt gewist als opnieuw op [MENU/SET] gedrukt wordt. • Druk op [DISP.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ∫ Beperkingen van de Auto Focusmodus • In de volgende gevallen is de AF-modus vastgezet op [Ø]. – Bij het gebruik van de digitale zoom – [Miniatuureffect] (Creative Control modus) • De Auto Focusmodus wordt vastgezet op [š] als [4K Live Bijsnijden] ingesteld is. • De Auto Focusmodus kan in de volgende gevallen niet ingesteld worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone specificeren De positie van de AF-zone op het instellingenscherm specificeren P96 De positie van de AF-zone met de joystick specificeren P98 De positie van de AF-zone met het Touch Pad specificeren P99 De positie van de AF-zone met de Touch-functie specificeren P100 ∫ Afzonderlijke AF-zones creëren voor horizontale en verticale oriëntatie MENU > [ON] [OFF] [Voorkeuze] > Hor.] [Focus / Sluiter Losl.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone op het instellingenscherm specificeren Toepasbare modi: Als [š], [ ], [Ø] of [ ] in de Auto Focusmodus geselecteerd is, kunt u de positie en het formaat van de AF-zone veranderen. Met [ ] kunt u de vergrendelde positie instellen. Wanneer u [š], [ ], [ ], [Ø] selecteert 1 2 Druk op [ ]. Selecteer [š], [ 3 Veranderen van de positie en het formaat van de AF-zone. ], [ ] of [Ø] en druk op 4.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ] selecteert U kunt de scherpstelpositie op precieze wijze instellen door het scherm te vergroten. 1 2 3 Druk op [ ]. Selecteer [ ] en druk op 4. Druk op 3/4/2/1 om de focuspositie in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]. 4 Beweeg [+] naar de positie die scherp gesteld moet worden. Knopbediening Aanraakbediening 3/4/2/1 Aanraken Open-/ dichtknijpen s Beschrijving van de bediening Beweegt [+].
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone met de joystick specificeren Toepasbare modi: 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Instelling Joystick] > [D.FOCUS Movement] Geef het opnamescherm weer en beweeg de joystick 3/4/2/1 om de AF-zone te bewegen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone met het Touch Pad specificeren Toepasbare modi: U kunt de AF-zone die op de zoeker weergegeven wordt verplaatsen door de monitor aan te raken. MENU > [EXACT] [OFFSET] [Voorkeuze] > [Bediening] > [Touch inst.] > [Touchpad AF] Verplaatst de AF-zone van de zoeker door aanraking van de gewenste positie op de touchpad. Verplaatst de AF-zone van de zoeker met de afstand waarover u de touchpad versleept.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone met de Touch-functie specificeren Toepasbare modi: MENU > [Voorkeuze] > [AF] [Bediening] > [Touch inst.] > [Touch AF] Optimaliseert het brandpunt van het aangeraakte onderwerp. Optimaliseert het brandpunt en de helderheid van het aangeraakte onderwerp. [AF+AE] [OFF] — ∫ Optimaliseren van het brandpunt van de aangeraakte positie ([AF]) 1 Raak het onderwerp aan.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ∫ Optimaliseren van het brandpunt en de helderheid van een aangeraakte positie ([AF+AE]) 1 2 Raak het onderwerp aan waarvoor u de helderheid wilt optimaliseren. • De positie voor de optimalisering van de helderheid wordt op het midden van de AF-zone weergegeven. De positie volgt de beweging van de AF-zone. • De [Meetfunctie] wordt op [ AE ] gezet, die uitsluitend voor ュリヴヱハ 5HVHW Touch AE gebruikt wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Handmatig instellen van het brandpunt Toepasbare modi: Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken. 1 Zet de hendel van de focusmodus op [MF]. 2 Druk op [ ]. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door de joystick 3/4/2/1 te bewegen (Wanneer [Instelling Joystick] in het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu op [D.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Gebruik van een onderling verwisselbare lens zonder focusring Druk op 1: Stelt scherp op een onderwerp + dichtbij Druk op 2: Stelt scherp op onderwerpen ver weg A Schuifbalk AF • Door op 2/1 te drukken en te blijven drukken, zal de focussnelheid vergroot worden. • Het scherpstellen kan ook uitgevoerd worden door de schuifbalk te verslepen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon 5 Druk de sluiterknop tot halverwege in. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [MENU/SET] te drukken. • Als u het beeld vergroot heeft door aan de focusring te draaien, of door de focushendel te bewegen, zal het hulpscherm ongeveer 10 seconden na die handeling dicht gaan. • Het kan zijn dat MF Assist of MF-gids niet weergegeven worden, afhankelijk van de gebruikte lens.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Vastzetten van het brandpunt en de belichting (AF/AE-vergrendeling) Toepasbare modi: Vergrendel de scherpstelling en de belichting van tevoren om foto's te maken met dezelfde instellingen voor scherpstelling en belichting terwijl de compositie veranderd wordt. Dit is nuttig als u wilt scherp stellen op een rand van het scherm of als er bijvoorbeeld achtergrondverlichting is. 1 2 Lijn het scherm uit met het onderwerp.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Belichtingscompensatie Toepasbare modi: Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. 1 2 Druk op [ ]. Draai de functieknop om de belichting te compenseren. A Belichting Bracket B Belichtingscompensatie C [Flitser instel.] • U kunt onderstaande handelingen uitvoeren terwijl het beeldscherm van de belichtingscompensatie weergegeven wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • In de handmatige belichtingsmodus kunt u de belichting alleen compenseren als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is. • U kunt de waarde van de belichtingscompensatie instellen binnen het bereik tussen j5 EV en i5 EV. U kunt een waarde instellen tussen j3 EV en i3 EV terwijl u een film opneemt of een opname maakt met de 4K Photo- of de Post Focus-functie. • Als [Auto. belichtingscomp.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De lichtgevoeligheid instellen Toepasbare modi: Hiermee kan de gevoeligheid voor het licht (ISO-gevoeligheid) worden ingesteld. 1 2 Druk op [ ]. Selecteer de ISO-gevoeligheid door aan de modusknop op de achterkant te draaien. • U kunt de functies tussen de modusknop op de achterkant en de modusknop op de voorkant schakelen door op [DISP.] te drukken. A [ISO Auto Bovenl. Inst.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon 4 Druk op [ ] om in te stellen. • U kunt ook de sluiterknop tot halverwege indrukken om in te stellen. De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis van de helderheid. AUTO • Maximum [ISO6400]¢1,2 Het toestel stelt automatisch de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in die passen bij de beweging van het onderwerp en de helderheid van de scène, om het bibberen van het onderwerp te minimaliseren.
4.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans instellen Toepasbare modi: De witbalans past de witte kleur aan al naargelang de lichtbron, zodat de algemene kleurtint het meest lijkt op wat door het oog gezien wordt. 1 2 Druk op [ ]. Draai aan de modusknop op de achterkant of de voorkant om de witbalans te selecteren. • De instelling kan ook uitgevoerd worden door de bedieningsfunctieknop te draaien.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Stel de witbalanswaarde in. Een gebruik voor het overeen doen komen van de omstandigheid waarin u foto’s maakt. [ [ [ [ [ [ [ [ 3 ]/ ]/ ]/ ] 1 2 3 4 1 2 3 4 ]/ ]/ ]/ ] Druk op [ 1 Druk op 3. 2 Plaats een voorwerp zoals een wit stuk papier binnen het frame op het midden van het scherm en druk op [MENU/SET]. • Deze handeling zal de witbalans instellen en brengt u terug naar het opnamescherm.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans fijn afstellen U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans. 1 2 3 Selecteer de witbalans en druk vervolgens op 4. Druk op 3/4/2/1 om de witbalans fijn in te stellen. G 2 : [A] (AMBER: ORANJE) 1 : [B] (BLAUW: BLAUWACHTIG) A 3 : [G] (GROEN: GROENACHTIG) 4 : [M] (MAGENTA: ROODACHTIG) M • U kunt ook een fijnere afstelling maken door de grafiek van de witbalans aan te raken.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteer een drive-modus Toepasbare modi: U kunt veranderen wat de camera zal doen wanneer u op de sluiterknop drukt. Draai aan de drive-modusknop. [Enkel] Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt slechts één beeld opgenomen. [Burstfunctie] (P115) Er worden achtereenvolgende opnames gemaakt terwijl de sluiterknop ingedrukt is. [4K-FOTO] (P117) De 4K-foto-opname wordt uitgevoerd. [Post Focus] (P129) De Post Focus-opname wordt uitgevoerd. [Zelf ontsp.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Opnamen maken met de burstfunctie Toepasbare modi: Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt. 1 Zet de modusknop van de drive op [ 2 Stel scherp op het onderwerp en maak een beeld. ]. t p 4:3 L AFS H • De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren. ∫ De burst-snelheid instellen MENU > [Opname] > [Burstsnelh.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Het maximum aantal beelden dat continu opgenomen kan worden Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, zal het maximum aantal beelden dat u continu kunt opnemen verschijnen. U kunt 0160 controleren hoeveel beelden bij benadering opgenomen kunnen worden voordat de burst-snelheid afneemt. r20 20 Voorbeeld: als 20 beelden opgenomen kunnen worden: [r20] • Is de opname eenmaal van start gegaan, dan zal het maximum aantal beelden dat opgenomen kan worden afnemen.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4K-foto's maken Toepasbare modi: Met 4K-Foto kunt u met hoge snelheid een burst van foto's opnemen met 60 frames/ seconde en de gewenste foto's opslaan; elke foto bestaat uit (ongev.) 8 miljoen pixels en wordt uit het betreffende burst-bestand geëxtraheerd. • Gebruik een kaart met UHS-snelheidsklasse 3. 1 2 Zet de modusknop van de drive op [ Selecteer de burst-snelheid. MENU > [Opname] > [4K-FOTO] > [Fotores. / Burstsnelh.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Voor het vastleggen van de beste opname van een snel bewegend onderwerp (bijv. sport, vliegtuigen, treinen) [ ]/[ ] [4K-burst] De burst-opname wordt uitgevoerd terwijl op de sluiterknop gedrukt wordt en deze ingedrukt gehouden blijft. Het sluitergeluid zal herhaaldelijk hoorbaar zijn. A Op drukken in ingedrukt houden B Het opnemen wordt uitgevoerd Audio-opname: niet beschikbaar Voor het vastleggen van onvoorspelbare fotomomenten (bijv.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 1 Druk de sluiterknop tot halverwege in. 2 Druk de sluiterknop volledig in en houd hem ingedrukt zo lang als u wilt dat de opname uitgevoerd wordt. [ ]/[ ] [4K-burst] [ ]/[ ] [4K-burst (S/S)] 0 5m04s A Beschikbare opnametijd • Druk de knop kort van te voren volledig in. De opname start ongeveer 0,5 seconde nadat de knop volledig ingedrukt werd.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Instellen van de Voor-burst-opname ([4K-burst]/[4K-burst (S/S)]) De camera begint de opname ongeveer 1 seconde voordat de sluiterknop volledig ingedrukt wordt, u zult dus geen fotomoment missen. MENU > [Opname] > [4K-FOTO] > [Pre-Burst Opname] Instellingen: [ON]/[OFF] • Als deze functie ingeschakeld is, wordt [ ] op het opnamescherm afgespeeld.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Opmerkingen over de 4K Photo-functie ∫ Veranderen van de beeldverhouding Door [Aspectratio] in het [Opname]-menu te selecteren, kunt u de beeldverhouding van 4K-foto's veranderen. ∫ Het onderwerp opnemen met minder waas U kunt de wazigheid van het onderwerp verlagen door een snellere sluitertijd in te stellen. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Stel de sluitertijd in door aan de modusknop op de achterkant of de voorkant te draaien.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Instelling voor de 4K Photo-functie van de camera De instelling van de camera wordt automatisch geoptimaliseerd voor de 4K Photo-opname. • De volgende items van het [Opname]-menu staan vast op onderstaande instellingen: [Fotoresolutie]¢ [4K] (8M) [Kwaliteit] [A] [Sluitertype] [ESHTR] • 4K-burst-bestanden worden opgenomen met onderstaande instellingen: Instellingen in het [Bewegend beeld]-menu worden niet toegepast op 4K-burst-bestanden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • De volgende veranderen treden op als 4K-foto's gemaakt worden: – [Locatie] in [Reisdatum] kan niet opgenomen worden. – [Gelijktijdig zond. filter] in [Filterinstellingen] is niet beschikbaar. – Het is tijdens de opname niet mogelijk de HDMI-uitgang te gebruiken. • Als u de HDMI-uitgang gebruikt, zullen de instellingen als volgt aangepast worden: – [4K-voorburst] zal naar [4K-burst] geschakeld worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Beelden in een 4K-burst-bestand selecteren en bewaren 1 Selecteer een beeld met de [ afspeelscherm en druk op 3. ]-icoon op het • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ]. • Als het beeld opgenomen was met [4K-voorburst], ga dan verder met stap 3. 2 Versleep de schuifbalk om een grove selectie van scènes te maken. • Raadpleeg P126 voor informatie over hoe het diabeeldscherm gebruikt moet worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Het opslaan van foto's die in één keer gemaakt zijn met de 4K-fotofunctie ([4K-FOTO In Bulk Opslaan]) U kunt foto's van een 4K-burst-bestand bewaren die tijdens ongeacht welke periode van 5 seconden in één keer geëxtraheerd werden. 1 Selecteer het menu. 2 MENU > [Afspelen] > [4K-FOTO In Bulk Opslaan] Druk op 2/1 om de 4K-foto-burst-bestanden te selecteren en druk op [MENU/ SET].
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Bediening tijdens het selecteren van foto's ∫ Navigeren in het diascherm Positie van het weergegeven frame Fn1 Knopbediening Fn2 Aanraakbediening Beschrijving van de bediening Slepen/ / Selecteert een frame. • Om de frames te veranderen die als diavoorstelling weergegeven worden, selecteert u het frame aan het linker/rechter uiteinde en raakt u [ ] of [ ] aan.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Navigeren in het 4K-burst-afspeelscherm Fn1 Fn2 Fn2 Tijdens pauze Knopbediening Aanraakbediening Tijdens continu afspelen Beschrijving van de bediening 3 / 4 / Continu afspelen/Pauze (tijdens continu afspelen). Continu achteruit/Pauze (tijdens continu terugspoelen). 1/ / Snel vooruit/Frame-by-frame vooruit (tijdens pauze). 2/ / Snel achteruit/Frame-by-frame achteruit (tijdens pauze). Selecteert de weer te geven frames (tijdens pauze).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteren en bewaren van beelden op het TV-scherm • Zet [HDMI-functie (afspelen)] op [AUTO] of op een instelling met een resolutie van [4K]. Als verbinding gemaakt wordt met een TV die geen 4K-films ondersteunt, selecteer dan [AUTO]. • Als u 4K-burst-bestanden op een TV weergeeft die met de camera verbonden is, zullen ze alleen op het 4K-burst-afspeelscherm weergegeven worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Het brandpunt na de opname controleren (Post Focus/Focus Stacking) Toepasbare modi: De camera kan de burst-opname met dezelfde beeldkwaliteit opnemen als de 4K-foto-opname, terwijl het brandpunt automatisch naar verschillende zones verplaatst wordt. Na het opnemen kunt u het gewenste scherpstelpunt selecteren voor de foto die opgeslagen wordt. Deze functie is geschikt voor het opnemen van stilstaande objecten.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 3 Druk de sluiterknop volledig in om de opname te starten. • Het brandpunt verandert automatisch tijdens het opnemen. Als de icoon (B) verdwijnt, wordt de opname automatisch beëindigd. Vanaf het moment dat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt tot het einde van de opname. • Handhaaf dezelfde afstand tot het onderwerp en dezelfde compositie. • Niet de zoom bedienen. • Een film zal opgenomen worden met [Opname-indeling] op [MP4].
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto 1 2 Selecteer een beeld met de [ druk op 3. ]-icoon op het afspeelscherm en • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ]. Raak het gewenste focusgebied aan. • Als een scherp gesteld beeld niet beschikbaar is voor het geselecteerde gebied zal een rood kader weergegeven worden. In dit geval kunt u het beeld niet bewaren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Meer beelden samenvoegen om het focusbereik te verbreden (Focus Stacking) A Focus: dichterbij B Focus: verder weg 1 2 3 Raak [ ] in stap 2 van “Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto” aan. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [Fn1] te drukken. Raak de samenvoegingsmethode aan. [Automatisch samenvoegen] Selecteert automatisch de foto's die geschikt zijn om samengevoegd te worden en voegt ze samen in één enkel beeld.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4 Raak [ bewaren. ] aan om de beelden samen te voegen en het resulterende beeld te • De foto wordt in JPEG-formaat bewaard. De opname-informatie (Exif-informatie) van de originele foto met de kortste focusafstand, met inbegrip van de sluitertijd, de lensopening en de ISO-gevoeligheid, zal ook in het nieuwe beeld opgenomen worden. • De camera kan automatisch de verkeerde uitlijning van foto's corrigeren, die veroorzaakt werd door het bewegen van de camera.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Opnamen maken met de zelfontspanner Toepasbare modi: 1 Zet de modusknop van de drive op [ 2 ]. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. • De focus en de belichting zullen ingesteld worden als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. • Na het knipperen van het controlelampje van de zelfontspanner gaat de opname van start. ∫ Instellen van de zelfontspanner MENU > [Opname] > [Zelf ontsp.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Foto's maken met Time Lapse Shot/Stop Motion Animatie Toepasbare modi: U kunt foto's maken met Time Lapse Shot of met Stop-motion-animatie. Bovendien kunnen de gemaakte foto's in een film samengevoegd worden. • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P37) • De opgenomen beelden worden weergegeven als een reeks groepsbeelden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive [Starttijd] [Opname-interval]/ [Aantal beelden] 3 4 [Nu] Start de opname door de sluiterknop volledig in te drukken. [Begintijd instellen] U kunt ongeacht welke tijd tot 23 uur en 59 minuten later instellen. 2/1: Selecteer het item (uur /minuut) 3/4: Instelling [MENU/SET]: Ingesteld Het opname-interval en het aantal beelden kan ingesteld worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Deze functie dient niet voor gebruik met een veiligheidscamera. • [Intervalopname] wordt in de volgende gevallen op pauze gezet. – Als de batterij leeg raakt – De camera uitzetten Tijdens [Intervalopname] kunt u de batterij en de kaart vervangen en vervolgens opnieuw van start gaan door dit toestel in te schakelen. (Houd er rekening mee dat foto's die na de herstart genomen worden als een afzonderlijke reeks groepsbeelden opgeslagen zullen worden).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4 5 Druk de ontspanknop geheel in. • Er kunnen tot 9999 frames opgenomen worden. Beweeg het onderwerp om de compositie te bepalen. • Herhaal de opname op dezelfde manier. • Als dit toestel tijdens het opnemen uitgeschakeld wordt, zal een bericht voor het hervatten van de opname weergegeven worden wanneer het toestel ingeschakeld word. Door [Ja] te selecteren, kunt u de opname voorzetten vanaf het punt van onderbreking.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Creëren van films uit opgenomen foto's Om films te creëren nadat foto's genomen zijn, volg dan onderstaande stappen. 1 Selecteer de methode voor de creatie van een film. • Het opnameformaat is op [MP4] gezet. [Opn. kwaliteit] [Beeldfrequentie] [Serie] 2 Stelt de kwaliteit van de film in. • Als [Systeemfrequentie] op [24.00Hz (CINEMA)] gezet is, staat de instelling vast op [FHD/24M/24p]. Stelt het aantal frames per seconde in.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt (Bracket opname) Toepasbare modi: U kunt meerdere foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt door op de sluiterknop te drukken. 1 Selecteer het menu. MENU > [Opname] > [Bracket]> [Type Bracket] Belichting Bracket Druk op de sluiterknop om de opname uit te voeren terwijl de belichting aangepast wordt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive In deze gevallen niet beschikbaar: • De bracket-opname wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld. – [Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn] (Creative Control modus) – Wanneer u bewegende beelden opneemt – Bij 4K-foto-opnames – Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie – Wanneer u [Multi-belicht.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Lensopening Bracket Opnamefunctie: ∫ Over [Meer instellen] (stap 2 in P140) [3], [5]: Neemt een gespecificeerd aantal foto's met verschillende lensopeningwaarden binnen het bereik dat op de beginwaarde van de lensopening gebaseerd is. [ALL]: Neemt foto's met gebruik van alle lensopeningwaarden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • De beelden die met Focusbracket opgenomen zijn, worden weergegeven als een reeks groepsbeelden. • Als u [Dubbele SD-kaart slot functie] op [Relay-Opname] zet en foto's op meer dan een kaart opneemt, zullen de resulterende foto's als afzonderlijke groepen weergegeven worden. Witbalans Bracket ∫ Over [Meer instellen] (stap 2 in P140) Draai aan de bedieningsknop om het correctiebereik aan te passen en druk op [MENU/SET].
6. Stabilisator, zoom en flitser Beeldstabilisator Toepasbare modi: De camera detecteert het schudden tijden de opname en corrigeert dit automatisch. U kunt dus beelden opnemen die minder bewogen zijn. Er wordt een lens vereist die de stabilisatorfunctie ondersteunt. • Als u een onderling verwisselbare lens met O.I.S.-schakelaar gebruikt, wordt de stabilisatorfunctie gebruikt als de O.I.S.-schakelaar van de lens op [ON] gezet is. (Op het moment van aankoop is [ ] ingesteld.
6. Stabilisator, zoom en flitser Golfstoring (camerabeweging) Als de waarschuwing voor het bibberen van het beeld [ ] verschijnt, gebruik dan [Stabilisatie], een statief, de zelfontspanner of de afstandsbediening van de sluiter (DMW-RSL1: optioneel). • De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Langzame synchr.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beelden maken met de zoom Optische zoom Toepasbare modi: U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om landschappen, enz., op te nemen. T-zijde: Vergroot de onderwerpsafstand W-zijde: Verbreedt de gezichtshoek Draai aan de zoomring. Onderling verwisselbare lens met een zoomring T W Beweeg de zoomhendel. (De zoomsnelheid varieert afhankelijk van hoe ver u de hendel verplaatst.
6. Stabilisator, zoom en flitser Vergroten van het telescopische effect [Ex. tele conv.] Toepasbare modi: De Extra teleconversielens stelt u in staat om beelden op te nemen die verder uitvergroot zijn zonder dat dit afbreuk aan de beeldkwaliteit doet. [Ex. tele conv.] ([Opname]) Fotograferen 1,4k: [ 2,0k: [ M] S] • Zet de beeldgrootte op [M] of [S] (beeldgroottes die met kwaliteit op [A] of [›]. Wanneer u [Ex. tele conv.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Vastzetten van de zoomvergroting op het maximum niveau MENU > [Opname] > [Ex. tele conv.] > [TELE CONV.] MENU > [Bewegend beeld] > [Ex. tele conv.] > [ON] [OFF] [TELE CONV.]/[ON] 4:3 4:3 • Als u [Ex. Tele Conv.] op [Fn knopinstelling] zet, in het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu, kunt u het instellingenscherm van de extra teleconversie voor zowel foto's als films weergeven door op de toegekende functieknop te drukken.
6. Stabilisator, zoom en flitser [Dig. zoom] Toepasbare modi: Ofschoon de beeldkwaliteit afneemt telkens wanneer u verder inzoomt, kunt u tot vier keer verder inzoomen dan de oorspronkelijke zoomvergroting. (Continu zoomen is niet mogelijk.) MENU > [Opname] > [Dig. zoom] > [4t]/[2t] • Wanneer u de Digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan om opnamen te maken.
6. Stabilisator, zoom en flitser Veranderen van de instellingen voor een power-zoomlens Toepasbare modi: Stelt de schermweergave en lenshandelingen in wanneer er een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die compatibel is met de stroomzoom (elektrisch gehanteerde zoom). • Dit kan alleen geselecteerd worden wanneer een lens gebruikt wordt die compatibel is met power zoom (elektrisch werkende zoom). MENU > [Voorkeuze] > [Lens / Andere] > [Powerzoomlens] [Brandp.afst.
6. Stabilisator, zoom en flitser Zoomen met gebruik van aanraakbediening (Touch zoom) (De optische zoom en de extra teleconversie voor het maken van foto's zijn werkzaam) • Als een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die geen power zoom ondersteunt, kunt u de Extra teleconversie van beelden alleen bedienen door [Ex. tele conv.] op [ZOOM] te zetten. 1 2 Raak [ ] aan. Raak [ ] aan. × • De schuifbalk wordt afgebeeld. 3 Voer de zoomhandelingen uit door de schuifbalk te verslepen.
6. Stabilisator, zoom en flitser Fotograferen met de externe flitser (optioneel) Toepasbare modi: U kunt een flitser (DMW-FL580L/DMW-FL360L/DMW-FL200L: optioneel) bevestigen en daarmee fotograferen. • Lees de gebruiksaanwijzing van de externe flitser voor het bevestigen van de externe flitser. ∫ De bescherming van de flitsschoen verwijderen Het toestel wordt geleverd met een bescherming voor de flitsschoen die op de flitsschoen bevestigd is.
6. Stabilisator, zoom en flitser Als andere in de handel verkrijgbare externe flitsers zonder communicatiefuncties op de camera gebruikt worden • In dit geval moet u de belichting instellen op de externe flitslamp. Als u de flitslamp toch wilt gebruiken in de automatische functie, moet u er een gebruiken waarvoor u het diafragma en de ISO-gevoeligheid kunt instellen en kunt aanpassen aan die van de camera.
6. Stabilisator, zoom en flitser Instelling van de flitserfuncties • [Flitser] in het [Opname]-menu is alleen beschikbaar als een externe flitser bevestigd is. Veranderen van de afvuurmodus Toepasbare modi: Selecteer of u wilt dat het afvuren van de flitser automatisch of handmatig plaatsvindt. • De afvuurmodus kan niet ingesteld worden als een flitser gebruikt wordt (DMW-FL580L/ DMW-FL360L/DMW-FL200L: optioneel).
6. Stabilisator, zoom en flitser Veranderen van de flitsermodus Toepasbare modi: De flits instellen voor opnamen. MENU ‰ > [Opname] > [Flitser] > [Flitserfunctie] De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de ([Flitser altijd aan]) opnamecondities. • Gebruik deze functie wanneer uw ([Gdw. aan/ object achtergrondbelichting heeft of rode-og])¢ onder fluorescent licht staat.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Sluitertijd voor elke flitsfunctie Flitsinstelling ‰ Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling 1/60e¢ tot 1/250e Sluitertijd (Sec.) 1 tot 1/250 ¢ Dit wordt 60 seconden in de sluiter-prioriteit-AE-modus en B (Bulb) in de Handmatige Belichtingsfunctie. • In de Intelligent Auto modus ( of ) verandert de sluitertijd, afhankelijk van de geïdentificeerde scène.
6. Stabilisator, zoom en flitser De flitsoutput aanpassen Toepasbare modi: Regel de helderheid van de flitser als de beelden die met de flitser gemaakt zijn over- of onderbelicht zijn. 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Opname] > [Flitser] > [Flitser instel.] Druk op 2/1 om de flitsoutput in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]. • U kunt van [j3 EV] tot [i3 EV] in stappen van 1/3 EV instellen. • Selecteer [n0] om terug te keren naar de oorspronkelijke flitser-output.
6. Stabilisator, zoom en flitser Fotograferen met draadloze flitsers Toepasbare modi: Flitsers die compatibel zijn met deze camera (DMW-FL580L/DMW-FL360L/DMW-FL200L: optioneel) hebben de draadloze opnamefunctie. Met deze functie kunt u het afvuren van drie flitsgroepen en de flitser die op de flitsschoen van de camera bevestigd is, afzonderlijk bedienen. ∫ Plaatsen van draadloze flitsers Breng de draadloze flitser in positie met de draadloze sensor in de richting van de camera gekeerd.
6. Stabilisator, zoom en flitser 3 Selecteer het menu. MENU > [Opname] > [Flitser] [Draadloos] 4 Selecteer [ON]. [Draadloos kanaal] Selecteer het kanaal dat u in stap flitsers ingesteld heeft. [Draadloze setup] Ga verder naar stap 4. 2 voor de draadloze Druk op 3/4 om een item te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Druk op [DISP.] om een testflits af te vuren.
6. Stabilisator, zoom en flitser Gebruik van andere instellingen voor opnames met draadloze flitsers Inschakelen van FP flitsen voor de draadloze flitsers Tijdens de draadloze opname vuurt een externe flitser een FP-flits af (herhaaldelijk flitsen bij hoge snelheid). Deze wijze van afvuren maakt fotograferen met de flitser bij een hoge sluitertijd mogelijk. MENU > [Opname] > [Flitser] > [Draadl.
7. Films opnemen Opname Bewegend Beeld Toepasbare modi: De camera kan 4K-films in MP4 of MOV-formaat opnemen of full high definition films die aan de AVCHD-standaard voldoen. De audio wordt stereo opgenomen. 1 Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. A Verstreken opnametijd B Beschikbare opnametijd • Het is mogelijk om geschikte video’s voor iedere functie op te nemen. • De indicator van de opnamestaat (rood) C zal flitsen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
7. Films opnemen • Als u last heeft van het werkgeluid dat het indrukken van de filmknop maakt, probeer dan het volgende: – Neem de film ongeveer drie seconden langer op en splits het laatste deel van de film met gebruik van [Splits video] in het [Afspelen]-menu. – Zet de camera op de Creatieve Video-modus en gebruik een sluiter met afstandsbediening (DMW-RSL1: optioneel) om een film op te nemen. • Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van bewegende beelden.
7.
7.
7.
7. Films opnemen • Hoe hoger de waarde van de Bitsnelheid is, hoe hoger de beeldkwaliteit wordt. Omdat de camera gebruik maakt van de VBR-opnamemethode, wordt de bitsnelheid automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Als resultaat wordt de opnametijd korter wanneer een snel bewegend onderwerp opgenomen wordt. • Als de Creative Control modus op [Miniatuureffect] gezet is, zijn de items voor films in 4K, 4:2:2/10 bit, en alle “ALL-Intra”-formaten, niet beschikbaar.
7. Films opnemen Scherpstellen tijdens het opnemen van een video ([Continu AF]) Toepasbare modi: Het scherpstellen verandert, afhankelijk van de instelling van de focusmodus en de instelling van [Continu AF] in het [Bewegend beeld]-menu. Focusmodus [Continu AF] [AFS]/[AFF]/ [AFC] [MF] Beschrijving van instellingen [ON] De camera zal tijdens het opnemen automatisch op onderwerpen blijven scherpstellen. [OFF] De camera handhaaft de brandpuntpositie bij de start van de opname.
7. Films opnemen Weergeven/instellen van het geluidsingangsniveau [Weerg. geluidsop.niveau] Toepasbare modi: Het niveau van het opgenomen geluid wordt op het opnamescherm weergegeven. MENU > [Bewegend beeld] > [Weerg. geluidsop.niveau] Instellingen: [ON]/[OFF] • Als [Begr. geluidsopn.niveau] op [OFF] gezet is, staat [Weerg. geluidsop.niveau] op [ON]. [Aanp. geluidsopn.niveau] Toepasbare modi: Regel het geluidsingangsniveau op 19 verschillende niveaus (j12 dB tot i6 dB).
7. Films opnemen Instelling van de opnamemethode van de tijdcode Toepasbare modi: Dit toestel neemt tijdens een filmopname automatisch de tijdcode op. • De tijdcodes worden niet opgenomen op films die opgenomen zijn terwijl [Opname-indeling] op [MP4] of [MP4 HEVC] staat. MENU > [Bewegend beeld] > [Tijdcode] [Tijdcodeweergave] [Optellen] TC 00:01:30:00 Stelt in of de tijdcode al dan niet op het opnamescherm/afspeelscherm weergegeven wordt. Stelt de telmethode van de tijdcode in.
7. Films opnemen ∫ Voorwaarden voor het versturen van een tijdcode naar de HDMI-uitgang Er zal alleen een tijdcode uit de HDMI-uitgang naar de video verstuurd worden als aan alle volgende voorwaarden voldaan is. In Opname In Terugspelen • Wanneer [HDMI-tijdcode-uitvoer] op [ON] gezet is. • In de Creatieve Video-modus. • Wanneer [Opname-indeling] op [AVCHD], [MP4 (LPCM)] of [MOV] gezet is. • Wanneer [HDMI-tijdcode-uitvoer] op [ON] gezet is.
7. Films opnemen 2 Steek de BNC-conversiekabel (3) naar binnen en draai de borgschroef in de richting van de pijl om de kabel te bevestigen (4). A Borgschroef 3 Verbind de BNC-conversiekabel en het externe apparaat met de BNC-kabel en schakel de camera in. 4 5 Zet de modusknop op [ Selecteer het menu. MENU > ].
7. Films opnemen ∫ Synchroniseer de tijdcode van de camera met die van het externe apparaat (TC IN) De beginwaarde van de tijdcode van de camera wordt gesynchroniseerd volgens het tijdcodesignaal (LTC-signaal) van het externe apparaat. 1 Verbind het externe apparaat en volg de stappen die nodig zijn om de synchronisatie van de tijdcode voor te bereiden. (P170) 2 Selecteer de instellingen van de [Systeemfrequentie], [Opn.
7. Films opnemen • Zelfs als u de BNC-kabel afsluit, zal de camera in de slave-status blijven. • Voer een van de volgende handelingen uit om de camera uit de slave-status te bevrijden. – Bedienen van de aan-/uit-schakelaar van de camera – Schakelen naar de opnamemodus – Veranderen van de [Systeemfrequentie] – Instellen van de [Variabele beeldfreq.] – Veranderen van de frame-snelheid van de [Opn. kwaliteit] van 59,94p/59,94i/29,97p in 23,98p – Veranderen van de frame-snelheid van de [Opn.
7. Films opnemen Weergeven van kleurenbalken/uitgeven van een testtoon Toepasbare modi: 1 Selecteer het menu. MENU > [Bewegend beeld] > [Kleurenbalken] [SMPTE] 2 [EBU] [ARIB] • De kleurenbalken zullen weergegeven worden en er zal een testtoon klinken. • U kunt het niveau van de testtoon instellen en daarbij uit drie opties kiezen (s12 dB, s18 dB en s20 dB) door aan de bedieningsknop te draaien. • Als u op de filmknop drukt, zullen de kleurenbalken en de testtoon als een film opgenomen worden.
7. Films opnemen Het opnemen met een minimale witverzadiging door comprimeren van overbelichte delen (Knie) Toepasbare modi: Als [Fotostijl] op [Als709] gezet is, kunt u de knie afstellen zodat de opname met een minimale witverzadiging uitgevoerd kan worden. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Bewegend beeld] > [Fotostijl] Druk op 2/1 om [Als709] te selecteren en druk vervolgens op [Fn2]. Druk op 2/1 om de instelling van de Knie-modus te selecteren en druk op [MENU/SET].
7. Films opnemen • Er kunnen LUTs (Look-Up Tables) voor de postproductie-montage gebruikt worden. U kunt LUT-gegevens van onderstaande website downloaden. http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.) • Als [Fotostijl] op [V-Log L] gezet is, staat de onderlimiet van de ISO-gevoeligheid vast op [ISO320] en staat de bovenlimiet vast op [ISO25600]. Het inschakelen van [V-Log L]/[Variabele beeldfreq.
7. Films opnemen Weergave van beelden waarop LUT-gegevens toegepast zijn Geef beelden op het scherm weer waarop LUT-gegevens toegepast zijn als [Fotostijl] op [V-Log L] gezet is. ∫ LUT-bestanden importeren • Ondersteund LUT-gegevensformaat: – Het “.vlt”-formaat. dat aan de eisen voldoet die gespecificeerd worden in “VARICAM 3DLUT REFERENCE MANUAL Rev.1.0” – Bestandsnamen die uit tot 8 alfanumerieke karakters bestaan (uitgezonderd de extensie) Voorbereiding: • Bewaar de LUT-gegevens op de kaart.
7. Films opnemen ∫ Selecteren van het te gebruiken LUT-bestand en inschakelen van V-Log L View Assist MENU > [LUT Selecteren] [Voorkeuze] > [Scherm / Display] > [V-LogL View Assist] Stelt u in staat de toe te passen LUT-gegevens te selecteren uit de LUT-gegevens die van tevoren ingesteld ([Vlog_709]) zijn en de geregistreerde LUT-gegevens. Stelt de instelling van de weergave van monitor/zoeker van de camera in die toegepast moet worden als [Fotostijl] op [V-Log L] gezet is.
7. Films opnemen Foto’s maken terwijl u een film maakt Toepasbare modi: Er kunnen foto’s gemaakt worden terwijl u een film opneemt (simultaan opnemen). Druk de sluiterknop tijdens de opname van de video volledig in om een foto te maken. • De simultane opname-indicator wordt weergegeven tijdens het maken van de foto’s. • Opnemen terwijl ook de Touch Shutter-functie beschikbaar is. 13 ∫ Instelling van de filmprioriteit- of fotoprioriteitmodus Toepasbare modi: Selecteer het menu.
7. Films opnemen Opnemen van films in de Creatieve Video-modus Opnamefunctie: Het is mogelijk om de openingswaarde van de lens, de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid manueel te veranderen en films op te nemen. U kunt een film met extra effecten opnemen zoals de volgende: Snel of langzaam films opnemen ([Variabele beeldfreq.
7. Films opnemen 3 Druk op de filmknop (of op de sluiterknop) om de opname te starten. • Het bedrijfsgeluid van de zoom of knopwerking zou opgenomen kunnen worden wanneer deze gehanteerd worden tijdens de opname van een bewegend beeld. Het gebruik van de aanraakiconen maakt de stille werking tijdens het opnemen van films mogelijk. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak de icoon aan. : Zoom : Belichtingscompensatie F : Lensopeningwaarde ISO / GAIN : ISO-gevoeligheid/:Gain (dB) : [Aanp. geluidsopn.
7. Films opnemen Snel of langzaam films opnemen ([Variabele beeldfreq.]) Langzaam bewegende films (overcrank opname) Stelt een framesnelheid in die meer frames verstrekt dan de framesnelheid in [Opn. kwaliteit]. Voorbeeld: Als u [FHD/8bit/100M/24p] op [48] zet en een film opneemt, kan een slow motion-effect van 1/2 verkregen worden. Snel bewegende films (overcrank opname) Stelt een framesnelheid in die minder frames verstrekt dan de framesnelheid in [Opn. kwaliteit].
7. Films opnemen 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Selecteer een item dat [Variabele beeldfreq.] ondersteunt. MENU > [Bewegend beeld] > [Opname-indeling] • De opname met [Variabele beeldfreq.] kan niet uitgevoerd worden met [MP4] of [MP4 HEVC]. MENU 3 5 [Bewegend beeld] > [Opn. kwaliteit] • De items die beschikbaar zijn voor opnames met een [Variabele beeldfreq.] worden op het scherm aangeduid als [VBF beschikbaar]. Selecteer het menu. MENU 4 > > [Creatieve film] > [Variabele beeldfreq.
7. Films opnemen • Het inschakelen van [Variabele beeldfreq.] verandert het beschikbare bereik van de ISO-gevoeligheid dat bepaald wordt door [LOW] of [HIGH] in [Inst. dual native ISO]. L.80 160 800 800 L.80 160 51200 H.204800 51200 H.204800 1250 1250 A Normaal B [LOW] C [HIGH] D Wanneer [Uitgebreide ISO] ingesteld is E Wanneer [Variabele beeldfreq.
7. Films opnemen Soepel bewegen van de brandpuntpositie naar een geregistreerde positie ([Focus Overgang]) De camera verplaatst het brandpunt van de huidige positie naar een van tevoren geregistreerde positie. 1 2 Zet de modusknop op [ Selecteer het menu. MENU 3 4 5 6 > [Creatieve film] > [Focus Overgang] > [Instelling Focus Pull] > [POS 1]/[POS 2]/[POS 3] Druk op [ ]. Druk op 3/4/2/1 om de focuspositie te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Stel de brandpuntpositie in.
7. Films opnemen • Elk van onderstaande handelingen zal de instellingen van de brandpuntpositie wissen. Om die opnieuw te gebruiken, moet u de brandpuntposities opnieuw registreren. – Bedienen van de aan-/uit-schakelaar van de – Schakelen naar de opnamemodus camera – Vervangen van de lens – Werking van de zoom – Schakelen van de focusmodus • Handhaaf dezelfde afstand tot het onderwerp nadat de brandpuntpositie ingesteld is.
7. Films opnemen Knopbediening Aanraakbediening 3/4/2/1 Aanraken Open-/ dichtknijpen 4 [DISP.] [Reset] [MENU/SET] [Inst.] Beschrijving van de bediening Beweegt het frame. Vergroot/verkleint het frame. (Het toegestane instellingenbereik is van 1920k1080 tot 3840k2160.) Brengt de positie van het frame terug naar het midden en zet het formaat weer op de standaardinstelling. Bepaalt de positie en het formaat van het frame. Herhaal stap 3 en stel vervolgens het eindframe voor het bijsnijden in.
7. Films opnemen ∫ [Opname-indeling] en de instellingen van [Opn. kwaliteit] zijn beschikbaar voor de opname [Opname-indeling] [Systeemfrequentie] [AVCHD] [MP4] [Opn. kwaliteit] s [59.94Hz (NTSC)] [FHD/28M/60p] [FHD/20M/30p] [50.00Hz (PAL)] [FHD/28M/50p] [FHD/20M/25p] [24.00Hz (CINEMA)] [MP4 HEVC] s s [59.94Hz (NTSC)] [FHD/8bit/100M/60p] [FHD/ALL-I/200M/30p] [FHD/10bit/100M/30p] [FHD/8bit/100M/30p] [FHD/ALL-I/200M/24p] [FHD/10bit/100M/24p] [FHD/8bit/100M/24p] [50.
7. Films opnemen Opnemen van HDR-films (Hybrid Log Gamma) U kunt HDR-films (High Dynamic Range) opnemen in het HLG-formaat (Hybrid Log Gamma) door [Fotostijl] op [Hybrid Log Gamma] te zetten. Met dit formaat kunt u heldere beelden, die gevoelig zijn voor overbelichting, met meer natuurlijke kleuren opnemen dan mogelijk is met conventionele formaten.
7. Films opnemen • Als [Fotostijl] op [Hybrid Log Gamma] gezet is, staat de limiet van de ISO-gevoeligheid vast op [ISO320]. Het inschakelen van [Hybrid Log Gamma] verandert het beschikbare bereik van de ISO-gevoeligheid dat bepaald wordt door [LOW] of [HIGH] in [Inst. dual native ISO]. L.80 160 800 800 320 51200 H.204800 51200 H.
7. Films opnemen [Creatieve film]-menu Stelt de functies in die alleen beschikbaar zijn voor de Creatieve Video-modus. MENU > [Creatieve film] [Anaformisch (4:3)] U kunt opnames maken die geschikt zijn voor een anamorfische lens. Films met een 4K-resolutie zullen met een beeldverhouding van 4:3 opgenomen worden. • Gebruik een 2k anamorfische lens die een beeldverhouding van 4:3 ondersteunt voor [Anaformisch (4:3)] opnames.
7. Films opnemen • Als de omgevingstemperatuur hoog is of een film continu opgenomen wordt, of afhankelijk van de gebruikte kaart, kan nadat [ ] weergegeven is de opname stoppen om de camera te beschermen. Wacht tot de camera afkoelt. • Afhankelijk van de anamorfische lens die gebruikt wordt, kunnen problemen als vignettering of dubbele beelden optreden. Wij raden aan dat u van tevoren een testopname maakt.
7. Films opnemen [Synchro scan] De sluitertijd fijn afstellen om flikkeren en horizontale strepen te reduceren. • Deze functie is alleen beschikbaar als [Belicht.stand] in de Creatieve Video-modus op [S] of [M] gezet is. 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Creatieve film] > [Synchro scan] > [ON] Selecteer de sluitertijd met 2/1 en druk vervolgens op [MENU/SET]. A Sluitertijd • Stel de sluitertijd in terwijl u naar het beeldscherm kijkt zodat het flikkeren en de horizontale strepen tot het 246.
7. Films opnemen [Niveau masterpedestal] U kunt het zwartniveau aanpassen dat als referentie voor de beelden dient. j kant Deze kant creëert een scherp beeld met een hoog contrast. 1 3 i kant Deze kant creëert een beetje mistige atmosfeer. Selecteer het menu. MENU 2 n0 (standaard) > [Creatieve film] > [Niveau masterpedestal] Draai aan de modusknop op de achterkant of de voorkant om de instelling te regelen. • Als u de instelling niet uitvoert, selecteer dan [0] Op [MENU/SET] drukken.
7. Films opnemen [SS/gain bediening] U kunt de waarde-eenheden van de sluitertijd en de gain (gevoeligheid) omschakelen. [SEC/ISO] Geeft de sluitertijd weer in seconden en de gain in ISO. Geeft de sluitertijd weer in graden en de gain in ISO. [ANGLE/ISO] • Beschikbare graadwaarden (als [Synchro scan] op [OFF] gezet is): 11 d tot 360 d [SEC/dB] Geeft de sluitertijd weer in seconden en de gain in dB. • Beschikbare gain-waarden (gevoeligheid) – Als [Inst.
7. Films opnemen [WFM/Vectorbereik] Dit geeft de golfvormmonitor of de vectorscoop op het opnamescherm weer. 1 Selecteer het menu. MENU > [Creatieve film] > [WFM/Vectorbereik] Geeft een golfvorm weer. • De golfvorm die op de camera weergegeven wordt, duidt op de luminantie met waarden die op onderstaande omzettingen gebaseerd zijn.
7. Films opnemen [Anamorfisch scherm aanp.] Als een anamorfische lens gebruikt wordt, worden de beelden die in een cinemascopische beeldverhouding omgezet zijn op de monitor/zoeker van de camera weergegeven. [ON] Geeft beelden in een omgezette beeldverhouding weer die bij de uitvergroting van de anamorfische lens past.
7. Films opnemen Opnemen van films met gebruik van een verbonden extern apparaat Externe monitor/recorder (HDMI-uitgang tijdens de opname) U kunt de [HDMI]-aansluiting van de camera en een externe monitor of recorder met elkaar verbinden met een HDMI-kabel. De HDMI-uitgang wordt voor opnemen en afspelen afzonderlijk bediend. Dit deel beschrijft de bediening van de HDMI-uitgang voor opnames.
7. Films opnemen ∫ Bevestigen van de kabelhouder De kabelhouder voorkomt dat de HDMI-kabel of de USB-aansluitingskabel per ongeluk losraken en dat de [HDMI]-aansluiting of de USB-aansluiting beschadigd raken. • Voorbeeld: Op een HDMI-kabel bevestigen 1 2 3 4 5 Terwijl u op A (1) drukt, verschuift u het klemgedeelte van de kabelhouder om dit te verwijderen (2).
7. Films opnemen ∫ Opmerkingen over beelden die via HDMI uitgevoerd worden (gesorteerd door de opnamemodus) Opnamefunctie Aspectratio De uitvoerinstelling wordt bepaald De uitvoerinstelling wordt bepaald door door de instelling van [Aspectratio] in de instelling van [Opn. kwaliteit] in het het [Opname]-menu. [Bewegend beeld]-menu.
7. Films opnemen ∫ Instellen van de uitvoerbitwaarde voor C4K/60p of 4K/60p (C4K/50p of 4K/50p) [Bewegend beeld] > [HDMI-opname-output] > [4K/60p Bitmodus] ([4K/50p Bitmodus]) Instellingen: [4:2:2 10bit]/[4:2:0 8bit] MENU > • Er kunnen geen films op de kaart opgenomen worden met [4:2:2 10bit] tijdens de HDMI-uitvoer. • Dit item werkt alleen als [Opn. kwaliteit] op een item voor films gezet is in het formaat C4K/60p of 4K/60p (C4K/50p of 4K/50p) en de Creatieve Video-modus gebruikt wordt.
7. Films opnemen ∫ Groottes en frame-snelheden voor de HDMI-uitvoer bij gebruik van de Creatieve Video-modus (tijdens filmopname) De instellingen van [Omlaag Converteren] en [Opn. kwaliteit] bepalen de grootte en de frame-snelheid voor de HDMI-uitvoer zoals hieronder aangegeven wordt. • Wanneer [Systeemfrequentie] op [59.94Hz (NTSC)] gezet is: Grootte/frame-snelheid in [Opn.
7. Films opnemen ∫ Instelling van de informatie die tijdens de HDMI-uitvoer weergegeven wordt Toont of verbergt de weergave van informatie. > MENU [Bewegend beeld] > [HDMI-opname-output] > [Info tonen] [ON] Geeft de weergave op de camera uit zoals het is. [OFF] Geeft alleen het beeld uit. • Golfvormen in [WFM/Vectorbereik] kunnen niet naar HDMI-apparaten uitgevoerd worden.
7. Films opnemen ∫ Toepassing van LUT-gegevens op beelden die naar een HDMI-apparaat uitgevoerd worden Pas LUT (Look-Up Table)-gegevens toe op beelden die naar een HDMI-apparaat uitgevoerd worden als [Fotostijl] op [V-Log L] gezet is. MENU > [Bewegend beeld] > [HDMI-opname-output] > [LUT HDMI Weergave] Instellingen: [ON]/[OFF] • Dit item is alleen beschikbaar als de [Fotostijl] op [V-Log L] staat.
7. Films opnemen Externe Microfoon (optioneel) Als u een stereo shotgun-microfoon (DMW-MS2: optioneel) of een stereo microfoon (VW-VMS10: optioneel) gebruikt, kunt u geluid opnemen met een kwaliteit die hoger is dan die opgenomen wordt met de ingebouwde microfoon. • Bepaalde optionele accessoires kunnen niet beschikbaar zijn in bepaalde landen. 1 Instellen van de [MIC]-aansluiting om bij het te verbinden apparaat te passen. MENU 2 3 > [Bewegend beeld] > [Microfoonaansluiting] [Mic.ingang (str.
7. Films opnemen ∫ Instellen van het bereik waarbinnen de stereo shotgun-microfoon (DMW-MS2: optioneel) geluid opneemt 1 Bevestig de speciale stereo shotgun-microfoon aan op dit toestel en schakel dit toestel vervolgens in. 2 Selecteer het menu. MENU > [Bewegend beeld] > [Speciale microfoon] • Dit item is alleen beschikbaar als een stereo shotgun-microfoon gebruikt wordt.
7. Films opnemen XLR Microfoonadapter (optioneel) Door een XLR-microfoonadapter (DMW-XLR1: optioneel) op de camera te bevestigen, kunt u een in de handel verkrijgbare XLR-microfoon gebruiken om de opname van hoge resolutie/stereogeluid van superieure kwaliteit mogelijk te maken. A Flitsschoen B XLR-microfoonadapter (DMW-XLR1: optioneel) C In de handel verkrijgbare XLR-microfoon Voorbereiding: • Schakel dit toestel uit. • Verwijder de bescherming van de flitsschoen die aan de camera bevestigd is.
7. Films opnemen Hoofdtelefoon U kunt films opnemen terwijl u de geluiden die opgenomen worden hoort door een in de handel verkrijgbare koptelefoon op dit toestel aan te sluiten. A Aansluiting koptelefoon B In de handel verkrijgbare hoofdtelefoon • Gebruik geen koptelefoonkabels die 3 m of langer zijn. • Als hoofdtelefoons aangesloten zijn, worden elektronische geluiden en elektronische sluitergeluiden uitgezet.
8. Afspelen en bewerken van beelden Opnamen terugspelen 1 Druk op [(]. 2 Druk op 2/1. 1/98 2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen A Kaartsleuf • Als u 2/1 ingedrukt houdt, kunt u de beelden achter elkaar afspelen. • De beelden kunnen ook voor- of achteruit langs gelopen worden door aan de bedieningsknop te draaien of door het scherm horizontaal te verslepen.
8. Afspelen en bewerken van beelden Bewegende beelden terugspelen Dit toestel is ontworpen voor het afspelen van films met gebruik van AVCHD, MP4 en MOV formaten. • Bewegende beelden worden weergegeven met de filmicoon ([ ]). Druk op 3 om af te spelen. 12s A Opnametijd film • Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op het scherm weergegeven. 8 minuten en 30 seconden wordt bijvoorbeeld weergegeven als [8m30s]. • Sommige informatie (opname-informatie, enz.
8. Afspelen en bewerken van beelden Creëren van foto’s uit een video 1 Op 3 drukken om het terugspelen van bewegend beeld op pauze te zetten. • Druk op 2/1 om de pauzepositie precies in te stellen terwijl de film gepauzeerd is. 2 Op [MENU/SET] drukken. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ ] aan te raken. • Foto's zullen bewaard worden met de [Aspectratio] op [16:9] en de [Kwaliteit] op [A]. Het aantal pixels zal verschillen, al naargelang de film die u afspeelt.
8. Afspelen en bewerken van beelden Omschakelen van de afspeelwijze De terugspeelzoom gebruiken Draai de modusknop op de achterkant naar rechts. 1k 2k 4k 8k Knopbediening Aanraakbediening s s 3/4/2/1 2.0X 16k Beschrijving van de bediening Vergroot/verkleint het scherm met grote stappen. Open-/dichtknijpen Vergroot/verkleint het scherm met kleine stappen. Slepen Beweegt de vergrote zone (tijdens vergrote weergave).
8. Afspelen en bewerken van beelden Weergeven van meerdere schermen (Multi Playback) Draai de functieknop achterop naar links. 1 scherm 12 schermen schermweergave 30 schermen 1/98 Kalender A Kaartsleuf • Het afspelen wordt afzonderlijk door de kaartsleuf uitgevoerd. U kunt naar de voor het afspelen geselecteerde kaart schakelen door op [Fn3] te drukken. • Als de modusknop op de achterkant naar rechts gedraaid wordt, zal het vorige afspeelscherm weergegeven worden.
8. Afspelen en bewerken van beelden Afspelen van groepsbeelden Een beeldengroep bestaat uit meerdere beelden. U kunt beelden in een groep continu dan wel een voor een afspelen. • U kunt alle beelden in een groep in een keer bewerken of wissen. (als u bijvoorbeeld een beeldengroep wist, worden alle beelden in de groep gewist.) [ ]: Een beeldengroep die in één keer bewaard is met [4K-FOTO In Bulk Opslaan]. [ ]: Een beeldengroep bestaande uit beelden die met Focus Bracket gemaakt zijn.
8. Afspelen en bewerken van beelden ∫ Een voor een afspelen van groepsbeelden 1 Op 4 drukken. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ [ ], [ ], of [ ] aan te raken. 2 ], 1/98 IRWR Druk op 2/1 om de beelden langs te lopen. • Druk opnieuw op 4 of raak [ keren. ] aan om naar het normale weergavescherm terug te • Ieder beeld van de groep kan op dezelfde manier als normale beelden behandeld worden wanneer ze afgespeeld worden.
8. Afspelen en bewerken van beelden Beelden wissen Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden. ∫ Om een enkele opname uit te wissen 1 Selecteer het te wissen beeld in de afspeelmodus en druk vervolgens op [ ]. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ aan te raken. 2 ] ョㄏフ Druk op 3 om [Apart wissen] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ∫ Wissen van meer beelden (tot 100) of van alle beelden • De beeldengroepen worden als een enkel beeld beschouwd.
9.
9. De menufuncties gebruiken : [Creatieve opties]-menu • [Filtereffect] (P78) • [Gelijktijdig zond. filter] (P78) [Opname]-menu : • [Aspectratio] (P218) • [Fotoresolutie] (P219) • [Kwaliteit] (P220) • [AFS/AFF] (P87) • [AF Aang. Inst.(Foto)] (P88) • [Fotostijl] (P221) • [Filterinstellingen] (P223) • [Kleurruimte] (P224) • [Meetfunctie] (P225) • [Schaduw markeren] (P225) • [Int.dynamiek] (P226) • [I.
9. De menufuncties gebruiken [Fotoresolutie] Toepasbare modi: Stel het aantal pixels in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden zal blijken zelfs wanneer ze afgedrukt worden op grote vellen. MENU > [Opname] > [Fotoresolutie] Wanneer de aspectratio [4:3] is. Wanneer de aspectratio [16:9] is. Instellingen Beeldformaat Instellingen Beeldformaat [L] (10M) 3680k2760 [L] (9M) 4016k2256 [ [ M] (5M) 2592k1944 S] (2,5M) 1824k1368 Wanneer de aspectratio [3:2] is.
9. De menufuncties gebruiken [Kwaliteit] Toepasbare modi: De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden. > MENU [Opname] > [Kwaliteit] Instellingen Bestandsformaat Een JPEG-beeld waarin prioriteit aan de beeldkwaliteit gegeven werd. [A] JPEG [›] [ ] [ ] [ Beschrijving van instellingen ] Instellingen RAWiJPEG RAW [RAW bitgrootte] Een JPEG-beeld met standaard beeldkwaliteit.
9. De menufuncties gebruiken [Fotostijl] Toepasbare modi: U kunt effecten selecteren om af te stemmen op het soort beeld dat u wenst te maken. MENU > [Opname] > [Fotostijl] [Standaard] Dit is de standaard instelling. [Levendig] Prachteffect met hoge verzadiging en contrast. [Natuurlijk] Zacht effect met laag contrast. [Zwart-wit] Monochroom effect zonder kleurschaduwen. Zwart-wit-effect met een rijke gradatie en scherpe zwarte accenten. [L.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Bijstellen van de beeldkwaliteit 1 2 6WDQGDDUG Druk op 2/1 om het type Photo Style te selecteren. Druk op 3/4 om de items te selecteren en druk vervolgens op 2/1 om deze bij te stellen. -5 0 +5 ±0 S ±0 ±0 ±0 ±0 DISP.
9. De menufuncties gebruiken 3 Op [MENU/SET] drukken. • U kunt de instelling van de kniemodus selecteren als [Als709] ingesteld is. Raadpleeg P175 voor details. ∫ Instellingen op [Klant1] tot [Klant4] registreren 1 Regel de beeldkwaliteit door stap 2 van “Bijstellen van de beeldkwaliteit” te volgen en druk vervolgens op [DISP.]. 2 Druk op 3/4 om een bestemming te selecteren waarin de instelling geregistreerd zal worden en druk op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken ∫ Gelijktijdig met en zonder beeldeffect foto's maken ([Gelijktijdig zond. filter]) U kunt één keer op de sluiterknop drukken en gelijktijdig twee foto's nemen, een met een beeldeffect en een zonder. MENU > [Opname] > [Filterinstellingen] > [Gelijktijdig zond. filter] Instellingen: [ON]/[OFF] • Eerst zal een foto met een beeldeffect opgenomen worden, gevolgd door een foto zonder beeldeffect. • Alleen een beeld met een beeldeffect wordt voor Auto Review weergegeven.
9. De menufuncties gebruiken [Meetfunctie] Toepasbare modi: Type optische meting om helderheid te meten kan veranderd worden. > MENU [Opname] > [Meetfunctie] [ ] (Meervoudig) Dit is de methode waarbij de camera de beste belichting meet door de helderheid op het hele beeld automatisch te berekenen. Wij raden aan om zoveel mogelijk deze methode te gebruiken.
9. De menufuncties gebruiken • De beeldschermweergave kan omgeschakeld worden door op het scherm voor de instelling van de helderheid op [DISP.] te drukken. • Als dit toestel uitgeschakeld wordt, zal de instelling die bijgesteld is met / / / opnieuw op de fabrieksinstelling gezet worden. • Als [Fotostijl] op [Als709], [Hybrid Log Gamma] of [V-Log L] gezet is, is de instelling vastgezet op [ ] (Standaard). [Int.
9. De menufuncties gebruiken [Rode-ogencorr] Toepasbare modi: Als u de flitser afvuurt wanneer de roden-ogenreductie wordt gebruikt ([ detecteert de camera automatisch de rode ogen en corrigeert de foto. MENU > ]of[ ]), [Opname] > [Rode-ogencorr] Instellingen: [ON]/[OFF] • [ ] wordt op de icoon weergegeven als [ON] ingesteld is. • Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
9. De menufuncties gebruiken [Lang sl.n.red] Toepasbare modi: De camera verwijdert automatisch beeldruis die verschijnt als de sluitertijd lager wordt, om nachtelijke foto's of gelijkaardige scènes op te nemen. MENU > [Opname] > [Lang sl.n.red] Instellingen: [ON]/[OFF] • [Lange sluitertijd ruisreductie lopend] wordt weergegeven gedurende dezelfde tijd als de sluitertijd voor de signaalverwerking.
9. De menufuncties gebruiken [Diffractiecompensatie] Toepasbare modi: De camera verhoogt de resolutie door de wazigheid te corrigeren die door diffractie veroorzaakt wordt wanneer de lensopening dichtgaat. MENU > [Opname] > [Diffractiecompensatie] Instellingen: [AUTO]/[OFF] • Het compensatie-effect wordt mogelijk niet verkregen afhankelijk van de opname-omstandigheden. • Beeldruis kan sterker worden met een hogere ISO-gevoeligheid.
9. De menufuncties gebruiken [Sluitertype] Toepasbare modi: Selecteer het type sluiter die voor het maken van de foto' s gebruikt moet worden. MENU > [AUTO] [Opname] > [Sluitertype] Schakelt het type sluiter automatisch om, afhankelijk van de opname-omstandigheden en de sluitersnelheid. [MSHTR] Maakt foto's in de Mechanische Sluitermodus [ESHTR] Maakt foto's in de Elektronische Sluitermodus Mechanische sluiter Flitser Elektronische sluiter — ± ¢1 Sluitertijd (Sec.
9. De menufuncties gebruiken [Sluitervertraging] Toepasbare modi: Om het effect van trillende handen of de trilling van de sluiter te reduceren, wordt de sluiter los gelaten nadat de gespecificeerde tijd verstreken is.
9. De menufuncties gebruiken • Beweeg het toestel niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is. • U kunt de volgende foto niet nemen, zolang de combinatie van beelden niet compleet is. • Een bewegend onderwerp kan met onnatuurlijke wazigheid opgenomen worden. • De gezichtshoek wordt een beetje smaller als [Auto uitlijnen] op [ON] gezet is. • De flitser staat vast op [Œ] (flitser geforceerd uit).
9. De menufuncties gebruiken [Multi-belicht.] Toepasbare modi: Heeft een effect als multi-belichting tot gevolg. (equivalent aan tot 4 keer voor een afzonderlijk beeld) MENU 1 2 > [Opname] > [Multi-belicht.] Druk op 3/4 om [Start] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Bepaal de samenstelling en maak het eerste beeld. • Na het maken van de foto de sluiterknop tot halverwege indrukken om de volgende foto te maken.
9. De menufuncties gebruiken [Bewegend beeld]-menu : • [Opname-indeling] (P162) • [Opn. kwaliteit] (P162) • [Tijdcode] (P169) • [AFS/AFF] (P87) • [Continu AF] (P167) • [AF Aang. Inst.(Video)] (P167) • [Fotostijl] (P221) • [Filterinstellingen] (P223) • [Helderheidsniveau] (P234) • [Meetfunctie] (P225) • [Schaduw markeren] (P225) • [Int.dynamiek] (P226) • [I.resolutie] (P226) • [ISO-gevoeligh. (video)] (P181) • [Schaduwcomp.
9. De menufuncties gebruiken [Uitsch. geluid vd wind] Toepasbare modi: Dit zal de windruis verlagen die van de interne microfoon afkomstig is terwijl de geluidskwaliteit gehandhaafd blijft. MENU > [Bewegend beeld] > [Uitsch. geluid vd wind] Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[OFF] • [HIGH] verlaagt daadwerkelijk de windruis door het lage geluid te minimaliseren als sterke wind gedetecteerd wordt. • [STANDARD] extraheert en verlaagt de windruis, zonder de geluidskwaliteit te verslechteren.
9. De menufuncties gebruiken : [Voorkeuze]-menu [Belichting] • [Inst. dual native ISO] (P109) • [ISO-verhoging] (P237) • [Uitgebreide ISO] (P237) • [Belichtingscomp. reset] (P237) [Focus / Sluiter Losl.] • [AF/AE vergrend.] (P105) • [AE-vergr.-vast] (P237) • [Sluiter-focus] (P237) • [Ontsp. knop half indr.] (P237) • [Quick AF] (P238) • [Oogsensor AF] (P238) • [Spot AF-Instelling] (P238) • [AF ass. lamp] (P238) • [Prio. focus/ontspan] (P239) • [Focusoversch. vr Ver./ Hor.] (P95) • [Loop verpl.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] > [Belichting] [ISO-verhoging] U kunt voor iedere 1/3 EV de instellingen van de ISO-gevoeligheid bijstellen. Instellingen: [1/3 EV]/[1 EV] [Uitgebreide ISO] Dit vergroot de ISO-gevoeligheid. De boven- en onderlimieten van de ISO-gevoeligheid veranderen in respectievelijk [ISO80] en [ISO204800]. [Belichtingscomp. reset] Een belichtingswaarde kan gereset worden als de opnamemodus veranderd wordt of als de camera wordt uitgeschakeld.
9. De menufuncties gebruiken [Quick AF] Zolang de camera stevig vastgehouden wordt, zal de camera het brandpunt automatisch aanpassen en zal de brandpuntregeling sneller zijn als op de sluiterknop gedrukt wordt. • De batterij raakt sneller op dan normaal. In deze gevallen niet beschikbaar: • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – In de preview-modus – In situaties met weinig licht [Oogsensor AF] De camera stelt het brandpunt automatisch in als de oogsensor actief is.
9. De menufuncties gebruiken [Prio. focus/ontspan] Stel in om de prioriteit tijdens Auto Focus aan de scherpstelling of aan de sluiterknop te geven. • Er kunnen verschillende instellingen op verschillende instellingen van de Focusmodus ([AFS/ AFF], [AFC]) toegepast worden. [FOCUS] Schakelt de opname uit als geen scherpstelling verkregen wordt. [BALANCE] Voert de opname uit terwijl het evenwicht tussen de scherpstelling en de timing voor het loslaten van de sluiterknop geregeld wordt.
9. De menufuncties gebruiken [AF+MF] Als AF-vergrendeling op ON staat (druk de sluiterknop tot halverwege in met de focusmodus op [AFS] of stel AF-vergrendeling in met gebruik van [AF/AE LOCK]), kunt u handmatig en precies scherpstellen. [MF assist] Stelt de weergavemethode van MF Assist in (vergroot scherm). • De beschikbare instellingen variëren en zijn afhankelijk van de gebruikte lens.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] > [Bediening] [Q.MENU] Als u [CUSTOM] selecteert, kunt u de instellingen van het Snelmenu zelf aanpassen. (P58) [Instelling Vergrendeling] Stelt de bedieningsfuncties in die uitgeschakeld moeten worden met de functieknop [Vergrend. Bediening]. [Cursor] [Joystick] [Touch scherm] [DISP.-knop] Schakelt de functies van de cursorknoppen, de [MENU/SET]-knop en de bedieningsknop uit. Schakelt de functies van de joystick uit.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] > [Scherm / Display] [Auto review] Toont een beeld onmiddellijk nadat dit opgenomen is. • [Tijdsduur (4K-FOTO)] werkt alleen voor 4K-foto-opnames terwijl [Tijdsduur (Post Focus)] allen voor Post Focus opnames werkt. • Als u [Prior. afspeelbewerking] op [ON] zet, kunt u tijdens Auto Review bepaalde afspeelhandelingen uitvoeren. U kunt bijvoorbeeld tussen de verschillende soorten afspeelschermen schakelen of beelden wissen.
9. De menufuncties gebruiken [Peaking] De scherp gestelde delen (delen op het scherm met een heldere contour) worden geaccentueerd als het scherpstellen handmatig plaatsvindt. • Als [Niveau detecteren] in [SET] op [HIGH] gezet is, worden de te accentueren gedeeltes verkleind zodat het mogelijk is een meer precieze scherpstelling te verkrijgen. • Het veranderen van de instelling van [Niveau detecteren] verandert ook als volgt de instelling van [Kleur weergeven].
9. De menufuncties gebruiken [Richtlijnen] Dit zal het patroon van de richtlijnen instellen dat weergegeven wordt wanneer een foto genomen wordt. Als [ ] ingesteld is, kunnen de posities van de richtlijnen ingesteld worden door op 3/ 4/2/1 te drukken. • U kunt de positie ook rechtstreeks instellen door [ aan te raken.
9. De menufuncties gebruiken [Zebrapatroon] Geeft aan welke delen door overbelichting in een zebrapatroon wit verzadigd kunnen worden. [ZEBRA1] [ZEBRA2] Selecteer [SET] om de helderheid in te stellen die als zebra patroon verwerkt moet worden. • U kunt een helderheidswaarde tussen [50%] en [105%] selecteren. In [Zebra 2] kunt u [OFF] selecteren. Als u [100%] of [105%] selecteert zullen alleen de zones die al met wit verzadigd zijn in een zebrapatroon weergegeven worden.
9. De menufuncties gebruiken [Scherm info stijl] Toont het scherm van de opname-informatie. (P49, 349) [Opn.gebied] Dit verandert de zichthoek tijdens de bewegende beeldopname en stilstaande beeldopname. Geeft de opnamezone weer volgens de gezichtshoek voor de opname van foto's. Geeft de opnamezone weer volgens de gezichtshoek voor de opname van films. • De aangeduide opnamezone is een benadering.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] > [Lens / Andere] [Lenspositie Hervatten] Bewaart de brandpuntpositie wanneer u de camera uitschakelt. Als een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die compatibel is met de gebruikte power zoom, zal ook de zoompositie bewaard worden. [Instelling Fn-knop lens] Stelt de functie in die toegekend moet worden aan de focusknop van een onderling verwisselbare lens.
9. De menufuncties gebruiken [Gezicht herk.] Gezichtsdetectie is een functie waarmee een gezicht gevonden wordt dat op een geregistreerd gezicht lijkt en het scherpstellen en de belichting daarvan automatisch prioriteit geeft. Zelfs als de persoon zich enigszins op de achtergrond bevindt of aan het uiteinde van een rij op een groepsfoto staat, kan de camera toch een duidelijk beeld maken. [ON] Schakelt de gezichtsdetectiefunctie in. [OFF] Schakelt de gezichtsdetectiefunctie uit.
9. De menufuncties gebruiken Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert • Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten, ervoor zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of de wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar wanneer u registreert. • Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt wanneer u registreert. (De flits zal niet afgaan tijdens de registratie.
9. De menufuncties gebruiken [Profiel instellen] Als u de naam en verjaardag van uw kind of huisdier van tevoren instelt, dan kunt u hun naam en leeftijd in maanden en jaren op de foto's opnemen. U kunt deze bij het afspelen weergeven of op de opgenomen beelden stempelen met gebruik van [Tekst afdr.]. Instellingen: [ ] ([Baby1])/[ ] ([Baby2])/[ ] ([Huisdier])/[OFF]/[SET] ∫ Instellen van [Leeftijd] of [Naam] 1 Druk op 3/4 om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken : [Set-up]-menu • [Online handleiding] (P251) • [Geh voorkeursinst.] (P83) • [Klokinst.] (P37) • [Wereldtijd] (P252) • [Reisdatum] (P253) • [Wi-Fi] (P253) • [Bluetooth] (P253) • [indicatie stroom/draadl.
9. De menufuncties gebruiken [Wereldtijd] Stelt de tijden in voor de regio waar u woont en uw vakantiebestemming. • [Bestemming] kan ingesteld worden na het instellen van [Home]. Druk na de selectie van [Bestemming] of [Home] op 2/1 om een gebied te selecteren en druk op [MENU/SET] om het in te stellen.
9. De menufuncties gebruiken [Reisdatum] [Reissetup] Als u [Reissetup] instelt, zal het aantal verstreken dagen van uw reis (d.i. welke dag van de reis) opgenomen worden gebaseerd op de vertrekdatum en de terugkeerdatum. • De reisdatum wordt automatisch gewist als de huidige datum zich na de terugkeerdatum bevindt. Als [Reissetup] op [OFF] gezet is, zal [Locatie] ook op [OFF] gezet worden. [Locatie] Als u [Locatie] instelt, zal de naam van de reisbestemming die u invoert opgenomen worden.
9. De menufuncties gebruiken [indicatie stroom/draadl.] Dit schakelt het statuslampje en het DRAADLOZE verbindingslampje in/uit. Als u [OFF] selecteert, zullen ze niet branden/knipperen. [Toon] Dit biedt u de mogelijkheid het elektronische geluid en het elektronische sluitergeluid in te stellen. Instellingen: [Beep volume]/[E-shutter vol]/[E-Shuttertoon] • Als [Stille modus] op [ON] gezet is, zijn [Beep volume] en [E-shutter vol] op [OFF] gezet.
9. De menufuncties gebruiken • Voer een van de volgende handelingen uit om de camera te wekken uit de [Slaapsmodus], [Slaapsmodus (Wi-Fi)] of [Batt. Besparende LVF-Opn.]: – Druk de sluiterknop tot halverwege in. – Schakel de camera uit en weer in. • Druk op ongeacht welke knop om de monitor/zoeker opnieuw in te schakelen. • [Besparing] werkt niet in de volgende gevallen.
9. De menufuncties gebruiken [Weergavesnelheid] Dit stelt de frame-snelheid van de monitor in. [30fps] Verlaagt het stroomverbruik voor een langere werktijd. [60fps] Schakelt de vloeiende weergave van bewegingen in. [LVF-weergavesnelheid] Dit stelt de frame-snelheid van de zoeker in. [60fps] [120fps] Verlaagt het stroomverbruik voor een langere werktijd. Schakelt de vloeiende weergave van bewegingen in. • [LVF 120] wordt op de zoeker weergegeven als het weergegeven wordt met [120fps].
9. De menufuncties gebruiken [Scherm]/[Zoeker] De helderheid, kleur of de rode of blauwe tint van de monitor/zoeker worden ingesteld. 1 Selecteer de instellingen door op 3/4 te drukken en stel bij met 2/1. 2 Op [MENU/SET] drukken om in te stellen. • Het zal de monitor bijstellen als de monitor gebruikt wordt en de zoeker als de zoeker gebruikt wordt. • Het kan zijn dat sommige onderwerpen op de monitor er anders uitzien dan in werkelijkheid. Dit heeft echter geen effect op de opgenomen beelden.
9. De menufuncties gebruiken [USB mode] Stelt de communicatiemethode in wanneer er aangesloten wordt m.b.v. de USB-aansluitkabel (bijgeleverd). y [Select. verbinding] Selecteer deze instelling om het USB-communicatiesysteem te selecteren wanneer u verbinding met een ander apparaat maakt. z [PC(Storage)] Selecteer deze instelling om beelden naar een verbonden PC te exporteren.
9. De menufuncties gebruiken [Systeemfrequentie] U kunt de systeemfrequentie van de films die u opneemt en afspeelt veranderen. [59.94Hz (NTSC)] [50.00Hz (PAL)] [24.00Hz (CINEMA)] Voor regio's waar het TV-zendsysteem NTSC is Voor regio's waar het TV-zendsysteem PAL is Deze systeemfrequentie dient voor de creatie van films • Na de instelling gecontroleerd te hebben, schakelt u de camera uit en weer in. • De fabrieksinstelling van de systeemfrequentie is die van de regio van aankoop.
9. De menufuncties gebruiken [Versie disp.] Dit maakt het mogelijk de versies van het bedrijfwaren van het toestel en de lens te controleren. • Als een ondersteund optioneel item (XLR-Microfoonadapter enz.) op de camera bevestigd is, kunt u ook de firmware-versie daarvan nakijken. • Druk op het scherm met de weergave van de versie op [MENU/SET] om informatie over de software van het toestel weer te geven.
9. De menufuncties gebruiken Specificeert de map waarin de foto's opgeslagen moeten worden. [Map Selecteren]¢ • De mapnaam wordt aangeduid met het aantal bestanden dat erin opgeslagen kan worden. [OK] [Maak nieuwe map] [Wijzig] Creëert een nieuwe map met het door de gebruiker gedefinieerde segment van 5 cijfers als huidige instelling van de mapnaam. Stelt u in staat het door de gebruiker gedefinieerde segment van 5 cijfers opnieuw te definiëren alvorens een nieuwe map te creëren.
9. De menufuncties gebruiken [Dubbele SD-kaart slot functie] Stel de manier in waarop het opnemen op kaartsleuven 1 en 2 uitgevoerd wordt. Er vindt een relay-opname op de andere kaartsleuf plaats, zelfs nadat de eerste kaart tijdens de opname geen vrije ruimte meer heeft.
9. De menufuncties gebruiken [Camera-inst. Opsl./Herstel.] Bewaard de set-up informatie van de camera op de kaart. Aangezien de set-up informatie naar de camera geïmporteerd kan worden, kunt u dezelfde set-up op meer dan een camera toepassen. • Opslaan/laden van set-up informatie met gebruik van de in kaartsleuf 1 geplaatste kaart. Bewaart de set-up informatie van de camera op de kaart.
9. De menufuncties gebruiken [Resetten] De volgende instellingen worden weer op de fabriekswaarden gezet: – Opname-instellingen – Setup-instellingen ([Wi-Fi setup] en [Bluetooth]instellingen) – Standaard instellingen ([Gezicht herk.] en [Profiel instellen] instellingen) – Setup/standaard instellingen (behalve [Wi-Fi setup], [Bluetooth], [Gezicht herk.] en [Profiel instellen]) • Als de instellingen van instellingen/custom gereset worden, worden de volgende instellingen ook gereset.
9. De menufuncties gebruiken [Niveaumeting Aanp.] Houd de camera horizontaal en druk op [MENU/SET]. De niveaumeter zal aangepast worden. [Corr.] [Waarde Niveaum. Resetten] Stelt opnieuw de fabrieksinstelling van de niveau meter in. [Mijn Menu]-menu : [Mijn Menu Instelling] Registreer vaak gebruikte menu's en geef ze weer in [Mijn Menu]. U kunt tot 23 menu's registreren.
9. De menufuncties gebruiken : [Afspelen]-menu • [Diashow] (P267) • [Afspeelfunctie] (P268) • [Beveiligen] (P269) • [Rating] (P269) • [Titel bew.] (P270) • [Gez.herk. bew.] (P270) • [RAW-verwerking] (P271) • [4K-FOTO In Bulk Opslaan] (P125) • [4K-FOTO ruisreductie] (P125) • [Lichtcompositie] (P274) • [Retouche wissen] (P275) • [Tekst afdr.] (P276) • [Kopie] (P277) • [Nw. rs.
9. De menufuncties gebruiken [Diashow] U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden. U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die bestaat uit alleen foto’s, alleen films, enz. We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het toestel aan een TV.
9. De menufuncties gebruiken ∫ De diavoorstellinginstellingen veranderen U kunt de instellingen veranderen voor afspelen van diavoorstelling door [Effect] of [Set-up] te selecteren op het diavoorstellingmenuscherm. Dit biedt u de mogelijkheid de schermeffecten te selecteren wanneer u van het ene naar het andere beeld schakelt. [Effect] [Duur] • [Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
9. De menufuncties gebruiken [Beveiligen] U kunt een beveiliging instellen voor opnames waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden. MENU > [Afspelen] > [Beveiligen] Selecteer de opname. (P266) • [999+] wordt op het scherm weergegeven als het totale aantal beschermde foto's dat u voor een groep beelden instelt groter is dan 1000. ∫ Alle [Beveiligen] instellingen annuleren Druk op 3/4 om [Annul] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken [Titel bew.] U kunt tekst (commentaar) aan de foto's toevoegen. Nadat de tekst geregistreerd is, kan hij op de afdrukken gedrukt worden met gebruik van [Tekst afdr.]. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Titel bew.] Selecteer de opname. (P266) • [’] wordt afgebeeld voor beelden met al geregistreerde titels. De tekst invoeren. (P63) • Om de titel te wissen, alle tekst in het scherm van tekstinvoer weghalen.
9. De menufuncties gebruiken [RAW-verwerking] U kunt de beelden die in het RAW-formaat opgenomen zijn verwerken. De verwerkte beelden zullen in JPEG-formaat bewaard worden. MENU 1 2 > [Afspelen] > [RAW-verwerking] Selecteer RAW-beelden met 2/1 en druk vervolgens op [MENU/SET]. Druk op 3/4 om een item te selecteren. • U kunt de volgende items instellen. De instellingen die u voor de opname gebruikte worden geselecteerd als u deze items begint in te stellen.
9. De menufuncties gebruiken 3 4 5 Druk op [MENU/SET] en stel in. • Raadpleeg “Instellen van de items” op P272. Op [MENU/SET] drukken. • Deze handeling brengt u terug naar het scherm van stap herhaalt u de stappen 2 tot 4. 2. Om andere items in te stellen, Selecteer [Start verwerking] met 3/4 en druk vervolgens op [MENU/SET]. In deze gevallen niet beschikbaar: • [RAW-verwerking] is niet beschikbaar als een HDMI-kabel aangesloten is.
9. De menufuncties gebruiken Op het vergelijkingsscherm kunt u de volgende handelingen uitvoeren om instellingen te maken. A Huidige instelling Knopbediening Aanraakb ediening 2/1 / Slepen [Fn2] Beschrijving van de bediening 0 Selecteert een instelling. Geeft het scherm voor de [Knee-Ins knie-instelling weer (alleen als [Als709] geselecteerd is voor telling] [Fotostijl]) [DISP.] [DISP.] Brengt u terug naar het instellingenscherm. [MENU/SET] [Inst.
9. De menufuncties gebruiken [Lichtcompositie] Selecteer meervoudige frames uit de 4K-burst-bestanden die u wenst te combineren. Delen van het beeld die helderder zijn dan het vorige frame zullen over het vorige frame heen geplaatst worden om de frames tot één foto te combineren. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Lichtcompositie] Druk op 2/1 om de 4K-foto-burst-bestanden te selecteren en druk op [MENU/SET]. Kies de samenvoegmethode en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Samengesteld samenv.
9. De menufuncties gebruiken [Retouche wissen] • Het wissen kan alleen uitgevoerd worden door aanraking. [Retouche wissen] schakelt automatisch de aanraakbediening in. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Retouche wissen] Druk op 2/1 om een beeld te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Sleep uw vinger over het deel dat u wilt wissen. • De te wissen delen zijn gekleurd. • Raak [Onged. maken] aan om het gekleurde gedeelte weer op de vorige status te zetten.
9. De menufuncties gebruiken [Tekst afdr.] U kunt opname-informatie op de opgenomen beelden stempelen. LISA MENU 1 2 3 4 > [Afspelen] > [Tekst afdr.] Selecteer de opname. (P266) • [‘] verschijnt op het scherm als het beeld afgedrukt wordt met tekst. Druk op 3/4 om [Inst.] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Opnamedatum] Drukt de opnamedatum af. [Naam] [ ] ([Gezichtsherkenning]): De in [Gezicht herk.] geregistreerde naam zal gestempeld worden.
9. De menufuncties gebruiken [Kopie] Foto's op de kaart naar een andere kaart kopiëren. MENU 1 > [Afspelen] > [Kopie] Druk op 3/4 om [Richting Kopiëren] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Kopieert beelden van kaartsleuf 1 naar kaartsleuf 2. Kopieert beelden van kaartsleuf 2 naar kaartsleuf 1. 2 Druk op 3/4 om de kopieermethode te selecteren en kopieer de beelden. Kopieert geselecteerde beelden. [Selecteer Kopiëren] 1 Selecteer de map die de te kopiëren beelden bevat.
9. De menufuncties gebruiken [Nw. rs.] Om gemakkelijk posten naar webpagina's, bijlagen naar email enz. toe te laten, wordt de beeldresolutie (aantal pixels) gereduceerd. MENU > [Afspelen] > [Nw. rs.] Selecteer het beeld en het formaat. Instelling [Enkel] 1 Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4 om de grootte te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 4:3 4:3 4:3 L 10 M 5 S 2.
9. De menufuncties gebruiken [Bijsnijden] U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Bijsnijden] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Gebruik de functieknop op de achterkant en druk op 3/4/2/1 om de door te knippen delen te selecteren.
9. De menufuncties gebruiken [Roteren] (Het beeld wordt handmatig gedraaid.) Draai beelden handmatig in stappen van 90o. • De [Roteren]-functie wordt uitgeschakeld als [Scherm roteren] op [OFF] gezet is. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Roteren] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Selecteer de draairichting. [ ]: Het beeld draait steeds 90o met de wijzers van de klok mee. [ ]: Het beeld draait steeds 90o tegen de wijzers van de klok in.
9. De menufuncties gebruiken [Intervalvideo] Deze functie stelt u in staat om een film te creëren uit een beeldengroep die opgenomen is met [Intervalopname]. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Intervalvideo] Selecteer de [Intervalopname] beeldgroep met 2/1, en druk vervolgens op [MENU/SET]. Creëer een film door de creatiemethode te selecteren. • Raadpleeg P139 voor details. [Stop-motionvideo] Er wordt een film gecreëerd uit de groepsbeelden die met [Stop-motionanimatie] gemaakt zijn.
9. De menufuncties gebruiken [Foto's sorteren] U kunt de volgorde instellen waarmee de camera de beelden tijdens het afspelen weergeeft. MENU > [Afspelen] > [Foto's sorteren] [FILE NAME] Geeft de beelden weer op mapnaam/bestandsnaam. Dit weergaveformaat stelt u in staat de beelden op de kaart gemakkelijk te lokaliseren. [DATE/TIME] Geeft de beelden weer op opnamedatum. Als de kaart beelden bevat die met meer dan een camera genomen werden, is dit weergaveformaat handig om beelden op te zoeken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wat u kunt doen met de Wi-Fi®/Bluetooth®-functie Bediening met een smartphone/tablet (P293) • Opnames maken met een smartphone (P294) • Afspelen of bewaren van beelden die op de camera opgeslagen zijn, ze uploaden naar websites van sociale media (P297) Verken meer leuke mogelijkheden met Bluetooth® U kunt op ieder gewenst moment verbinding maken met een smartphone die Bluetooth low energy ondersteunt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wi-Fi-functie/Bluetooth-functie ∫ Voor Gebruik • Stel de klok in voordat de Wi-Fi/Bluetooth-functie gebruikt wordt. (P37) • Om de Wi-Fi-functie op dit toestel te gebruiken, wordt een draadloos toegangspunt vereist, dan wel een bestemmingstoestel dat uitgerust is met de draadloze LAN-functie.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Na verbinding gemaakt te hebben met een Wi-Fi-netwerk, kunt u de volgende handelingen uitvoeren door op [Wi-Fi] te drukken: [Verbinding beëindigen] Eindigt de Wi-Fi-verbinding. [Doelapparaat wijzigen] Eindigt de Wi-Fi-verbinding en stelt u in staat om een andere Wi-Fi-verbinding te kiezen. [Instellingen wijzigen voor versturen] Raadpleeg P307 voor details.
10.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Gebruik een smartphone die Bluetooth low energy ondersteunt Volg een eenvoudige set-up procedure voor de verbinding (pairing), om verbinding te maken met een smartphone die Bluetooth low energy ondersteunt. Als het pairen ingesteld is, maakt de camera ook automatisch verbinding met de smartphone via Wi-Fi. • Ondersteunde smartphones Android: iOS: Android 5.0of hoger uitgerust met Bluetooth 4.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie • De gepairde smartphone zal als een gepaird apparaat geregistreerd worden nadat verbinding gemaakt is via Wi-Fi. • Het pairen moet alleen voor de eerste verbinding ingesteld worden. Voor de tweede en daarop volgende verbindingen: (P288) Als de verbinding via Bluetooth plaatsgevonden heeft, zal de camera automatisch een Wi-Fi-verbinding maken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie •[ ] wordt op het opnamescherm weergegeven tijdens de Bluetooth verbinding. Als de Bluetooth functie ingeschakeld is maar geen verbinding tot stand gebracht is, verschijnt [ ]doorschijnend. • Er kunnen tot 16 smartphones geregistreerd worden. Als u probeert meer dan 16 apparaten te registreren, zal de smartphone met de oudste registratiegeschiedenis vervangen worden. • Het uitvoeren van [Netwerkinst. Resetten] zal de geregistreerde apparaatinformatie wissen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Gebruik van een password om een verbinding tot stand te brengen Verbinding maken met een password zorgt voor meer veiligheid. U kunt een QR-code scannen of een password handmatig invoeren om een verbinding tot stand te brengen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Handmatig invoeren van een password om een verbinding tot stand te brengen Op de camera MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Op afstand opnemen en weergeven] A SSID en password B QR-code • Als de camera gereed is om met de smartphone verbonden te worden, worden de QR-code, SSID en het password weergegeven. • U kunt de informatie ook weergeven door op de camera op [Wi-Fi] te drukken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Als verbinding gemaakt wordt via een draadloos toegangspunt ([Via netwerk]): Op de camera 1 Selecteer [Via netwerk]. • Volg de verbindingsprocedure die beschreven wordt op P321 om de camera verbinding met een draadloos toegangspunt te laten maken. Op uw smartphone 2 3 4 Schakel de Wi-Fi-functie in het instellingenmenu van de smartphone in. Verbind de smartphone met het draadloze toegangspunt waarmee de camera verbonden is. Start “Image App”.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Bediening met een smartphone/tablet ∫ Vereiste draadloze verbindingsmodus De vereiste draadloze verbindingsmodus varieert afhankelijk van de functie die gebruikt wordt nadat verbinding met een smartphone gemaakt is. Vereiste draadloze verbinding Ondersteuning voor Bluetooth low energy Bluetooth Geeft aan dat de functie gebruikt kan worden met smartphones die Bluetooth low energy ondersteunen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ De camera uitschakelen met de smartphone 1 Selecteer [ ]. 2 Selecteer [ OFF]. • Als u de camera inschakelt met de smartphone zal het statuslampje knipperen. • Als [Wake-up Op Afstand] op [ON] gezet is, gaat de Bluetooth-functie door met werken, zelfs nadat de camera uitgeschakeld is, en heeft tot gevolg dat de batterij leeg raakt. Fotograferen via een smartphone (remote opname) Vereiste draadloze verbinding: Wi-Fi 1 2 Maak verbinding met een smartphone.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ De instellingen van de functieknop van de camera, enz. veranderen met uw smartphone Stel de camera of de smartphone in als bedieningsapparaat dat de prioriteit heeft en tijdens de remote opname gebruikt moet worden. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] > [Prioriteit van apparaat op afstand] [Camera] [Smartphone] Stelt u tijdens de remote opname in staat handelingen met zowel de camera als de smartphone te verrichten.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie De sluiterknop bedienen met een smartphone, via alleen een Bluetooth verbinding Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth 1 2 Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone. (P287) Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. 2 Selecteer [Afstandsbed. Sluiter]. 3 Bedien de sluiterknop of de filmknop van de camera op afstand • Lees de [Help] in het “Image App”-menu voor meer details over hoe te werk te gaan.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Afspelen/bewaren van beelden die op de camera opgeslagen zijn, of ze uploaden naar websites van sociale media Vereiste draadloze verbinding: Wi-Fi 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P286) Bedien de smartphone. • Als de smartphone reeds verbonden is via Wi-Fi, ga dan verder met stap 3. 1 (Indien verbonden via Bluetooth) Selecteer [ 2 (Indien verbonden via Bluetooth) Selecteer [Afstandsbediening]. ]. • Maak automatisch een Wi-Fi-verbinding.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Bij het automatisch overzetten van de opgenomen beelden naar een smartphone Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth Wi-Fi De camera zet de opgenomen beelden automatisch over naar een Bluetooth-verbonden smartphone via Wi-Fi. 1 2 Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone. (P287) Selecteer het menu van de camera. MENU 3 4 5 > [Set-up] > [Bluetooth] > [Autom.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Automatische overzetting van beelden stoppen Zet [Autom. overzetten] op de camera op [OFF]. • Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven waarin u gevraagd wordt de Wi-Fi-verbinding te beëindigen. • Als u de camera uitschakelt terwijl de bestanden verzonden worden, zal de bestandsoverdracht geannuleerd worden. In dat geval zal de camera de bestanden terug sturen zodra hij opnieuw ingeschakeld wordt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Automatisch een back-up maken van beelden in een cloud-opslag (Automatische cloud back-up) Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth Wi-Fi De camera detecteert de verbinding tussen de smartphone en het draadloze toegangspunt en maakt een back-up van de beelden die in de camera opgeslagen zijn op een van tevoren ingestelde cloud-opslag. • Controleer “FAQ / Contact” op de volgende website voor de compatibele cloud-opslag. https://lumixclub.panasonic.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Instelling van een Auto Cloud-Back-up ∫ Registreren van een draadloos toegangspunt op de camera (Setup 1) • Als u de camera verbonden heeft met het draadloze toegangspunt dat u eerder wilde gebruiken dan is onderstaande procedure niet nodig. 1 Selecteer het menu van de camera. MENU 2 3 > [Set-up] > [Bluetooth] > [Wi-Fi Netwerkinst.] Selecteer [Nieuwe verbinding]. Maak verbinding met het draadloze toegangspunt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Instelling van “Image App” (Setup 3) 1 2 Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone. (P287) Bedien de smartphone. 1 2 3 4 Selecteer [ ]. Selecteer [Bluetooth]. Selecteer [ ] voor de verbonden camera. Schakel de Automatische Back-up in en maak de back-up instellingen. • Hieronder staan de vereiste back-up instellingen. – Verbindingsinformatie van draadloos toegangspunt (SSID): Selecteer het draadloze toegangspunt dat geregistreerd is in (Setup 1).
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Locatie-informatie op de beelden van de camera opnemen Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth De smartphone verzendt de eigen locatie-informatie naar de camera via Bluetooth en de camera voert de opname uit terwijl het de verworven locatie-informatie schrijft. GPS A De smartphone verwerft locatie-informatie. B De smartphone verstuurt de locatie-informatie. C De camera voert de opname uit terwijl de locatie-informatie geschreven wordt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie De klok van de camera met een smartphone synchroniseren Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth Synchroniseer de instelling van de klok en de tijdzone van de camera met die van een smartphone 1 2 Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone. (P287) Selecteer het menu van de camera. MENU > [Set-up] > [Bluetooth] > [Auto Klokinstelling] > [ON] • De instelling van [Klokinst.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Weergeven van beelden op een TV U kunt beelden op een TV weergeven die DLNA (DMR) ondersteunt. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Weergeven op tv] Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P320) Selecteer een apparaat waarmee u verbinding wilt maken. • Als de verbinding gemaakt is, wordt het scherm weergegeven. 4 Fotos' afspelen met dit toestel.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verzenden van beelden Als u beelden verstuurt, selecteer dan de verzendmethode na het selecteren van [Nieuwe verbinding] in [Wi-Fi-functie] in [Wi-Fi] in het [Set-up]-menu. ∫ Beelden die verzonden kunnen worden MP4 HEVC, 4K-Burst-bestand¢1 AVCHD¢1, 2 MP4(LPCM), Beelden die met de Post Focus-functie opgenomen zijn¢1 MOV JPEG RAW MP4¢1 [Smartphone] ± ±¢3 ±¢4 — — [PC] ± ± ± ± ±¢1 ± [Cloud-synchr.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Afbeeldingen versturen van camera De beelden kunnen na te zijn opgenomen geselecteerd en verstuurd worden. [Enkelvoudig select.] instelling 1 Selecteer de opname. 2 Selecteer [Inst.]. ,QVW [Multi selecteren] instelling 1 Selecteer de opname. (herhalen) 2 • De instelling wordt gewist als het beeld opnieuw geselecteerd wordt. • De beelden worden afzonderlijk door de kaartsleuf weergegeven. U kunt naar de weergegeven kaart schakelen door op [Fn3] te drukken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verzenden van beelden naar een smartphone/ tablet Voorbereiding: • Installeer van tevoren “Image App”. (P286) 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [Smartphone] Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P320) Op uw smartphone Wanneer u verbindt met [Via netwerk]: 1 Schakel de Wi-Fi-functie in.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Draadloos afdrukken U kunt foto's afdrukken op printers die PictBridge ondersteunen (draadloos LAN)¢. ¢ In overeenstemming met de DPS over IP standaards. • Neem voor details over de PictBridge printer (compatibel met draadloos LAN) contact op met het bedrijf in kwestie. 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Beelden naar een AV-apparaat versturen U kunt foto's en films naar een AV-apparaat sturen (AV-apparaat thuis) die DLNA ondersteunt, zoals een recorder. A Draadloos toegangspunt 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 4 B AV-apparaat thuis > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [AV-toestel] Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Beelden naar een PC versturen Voorbereiding: • De computer inschakelen. • Gereed maken van mappen om beelden op de PC te ontvangen. (P311) • Als de werkgroep van de PC van bestemming veranderd is en niet meer de standaardinstelling heeft, dan dient u ook de instelling van dit toestel te veranderen in [PC-verbinding].
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Versturen van beelden naar een PC 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 4 5 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [PC] Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P320) Selecteer de PC waarmee u verbinding wilt maken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Gebruik van web-diensten U kunt foto's en films naar websites van sociale media, enz., versturen via “LUMIX CLUB”. Door automatische overzettingen van foto's en films naar de Cloud Sync Service in te stellen, kunt u de overgezette foto's of films op een PC of smartphone ontvangen. LUMIX CLUB A Draadloos toegangspunt B Web-service C Cloud Sync Service Versturen van beelden naar een webservice Voorbereiding: • Registreer u voor “LUMIX CLUB”.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Registreren van web-services • Controleer de “FAQ / Contact” op de volgende site voor compatibele webservices. https://lumixclub.panasonic.net/ned/c/lumix_faqs/ Voorbereiding: Zorg ervoor dat u een account op de webservice gecreëerd heeft dat u wilt gebruiken en dat u de log-in informatie beschikbaar heeft. 1 2 3 4 Maak verbinding met de “LUMIX CLUB”-site met gebruik van een smartphone of computer. https://lumixclub.panasonic.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Met eenvoudige handelingen verzenden van beelden in de camera naar een webdienst 1 2 Laat een beeld weergeven. Op 4 drukken. (Als groepsbeelden geselecteerd zijn, druk dan op 3 en selecteer [Uploaden (Wi-Fi)] of [Alles Uploaden (Wi-Fi)].) • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ aan te raken. ] (Als groepsbeelden geselecteerd zijn, selecteer dan [Uploaden (Wi-Fi)] of [Alles Uploaden (Wi-Fi)] na aanraking van [ SUB ] aan.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wanneer u berichten verstuurt naar [Cloud-synchr. service] ∫ Gebruik van [Cloud-synchr. service] (Met ingang van januari 2018) U moet u registreren bij “LUMIX CLUB” (P317) en de instelling voor Cloud Sync. configureren om een foto naar een Cloud-map te sturen. Gebruik voor een PC “PHOTOfunSTUDIO ” om de Cloud Sync instellingen in te stellen. Gebruik voor een smartphone “Image App” om ze in te stellen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Over de [LUMIX CLUB] Verkrijg een “LUMIX CLUB” login ID (gratis). Raadpleeg de “LUMIX CLUB”-site voor details. https://lumixclub.panasonic.net/ned/c/ Houd rekening met het volgende: • De dienst kan onderbroken worden wegens gewoon onderhoud of onverwachte problemen en de inhouden van de dienst kunnen veranderd of toegevoegd worden zonder dat de gebruikers van tevoren hierover geïnformeerd worden.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Login-ID of password nakijken of veranderen ([Gebruikersnaam instellen]) Voorbereiding: Als de verkregen login-ID gebruikt wordt, controleer dan de ID en het password. Om het “LUMIX CLUB” password op de camera te veranderen, gaat u naar de “LUMIX CLUB” website vanaf uw smartphone of PC en verandert u van tevoren het “LUMIX CLUB”-password. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 4 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] > [LUMIX CLUB] > [Account instellen/toev.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Controleer de “LUMIX CLUB”-gebruiksmaatregelen Controleer de details als de gebruiksmaatregelen bijgewerkt zijn. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] > [LUMIX CLUB] > [Voorwaarden] Wis uw login ID en account vanuit de “LUMIX CLUB” Wis de login ID van de camera wanneer u deze overzet naar een derde of deze weggooit. U kunt tevens uw “LUMIX CLUB”-account wissen. • Veranderingen en andere acties m.b.t.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wi-Fi-verbindingen Als u [Nieuwe verbinding] gebruikt, selecteer dan de verbindingsmethode om een verbinding tot stand te brengen. Als u aan de andere kant [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] of [Selecteer doelapparaat uit favorieten] gebruikt, maakt de camera verbinding met het geselecteerde apparaat met de eerder gebruikte instellingen. Als een scherm weergegeven wordt dat lijkt op onderstaand scherm, selecteer dan een verbindingsmethode.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verbinden via een draadloos toegangspunt (via het netwerk) Druk op de WPS-knop op het draadloze toegangspunt om een verbinding tot stand te brengen. [WPS (knop)] b.v.: Druk op de WPS-knop van het draadloze toegangspunt totdat deze naar WPS-modus schakelt. Voer en PIN-code in op het draadloze toegangspunt om een verbinding tot stand te brengen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Als u niet zeker bent over de compatibiliteit met WPS (verbinden met [Uit lijst]) • Bevestig encryptiesleutel van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de netwerkauthenticatie gecodeerd is. 1 2 Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding maakt. • Druk op [DISP.] om opnieuw naar draadloze toegangspunten te zoeken. • Als geen enkel draadloos toegangspunt gevonden wordt, raadpleeg dan “Wanneer u verbindt met [Handmatige invoer]” op P322.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie De camera rechtstreeks met een ander apparaat verbinden (rechtsteekse verbinding) [WPS (knop)] 1 2 Selecteer op de camera [WPS (knop)]. Zet het apparaat op WPS-modus. • Het wachten op de verbinding kan langer duren als u op dit toestel op [DISP.] drukt. [WPS-verbinding] [WPS (PIN-code)] 1 2 [Handmatig. verbinden.] Selecteer [WPS (PIN-code)] op de camera. Voer de PIN-code van het apparaat in op deze camera. Voer de SSID en het password in op het apparaat.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Snel verbinding maken met dezelfde instellingen als voorheen ([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/[Selecteer doelapparaat uit favorieten]) Als de Wi-Fi-functie gebruikt wordt, wordt een record in de historie bewaard. U kunt de records als favorieten registreren. Met gebruik van de geschiedenis of de favorietenlijst kunt u gemakkelijk verbinding maken met dezelfde instellingen die u eerder gebruikte.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Bewerken van de items zie als Favorieten geregistreerd zijn 1 Selecteer het menu. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Selecteer doelapparaat uit favorieten] 2 Selecteer de favoriete geschiedenis die u wilt bewerken en druk vervolgens op 1. [Verwijderen uit favorieten] — [Volgorde van favorieten wijzigen] Specificeer de locatie van bestemming van het item waarvan u de weergavevolgorde wilt veranderen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie [Wi-Fi setup] Menu Configureer de instellingen die nodig zijn voor de Wi-Fi-functie. De instellingen kunnen niet veranderd worden als er een Wi-Fi-verbinding is. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] [Prioriteit van apparaat op afstand] Stelt of de camera of de smartphone in als bedieningsapparaat met de prioriteit dat tijdens de remote opname gebruikt moet worden.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie [Toestelnaam] U kunt de naam (SSID) van dit toestel veranderen. 1 Druk op [DISP.]. 2 De gewenste inrichtingsnaam invoeren. • Raadpleeg P63 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden. • Er kunnen maximaal 32 tekens ingevoerd worden. [Wi-Fi-functievergrend.] Om onjuiste bediening en gebruik van de Wi-Fi-functie door derden te voorkomen en de opgeslagen persoonsinformatie te beschermen, beschermt u de Wi-Fi-functie met een password.
11. Aansluiten op andere apparatuur Kijken naar/Bewaren van 4K films op een extern apparaat Kijken naar films in 4K ∫ Afspelen op een TV-scherm Voorbereiding: Zet [HDMI-functie (afspelen)] (P258) op [AUTO] of een resolutie van [4K] of [C4K]. • Als [Systeemfrequentie] op [59.94Hz (NTSC)] gezet is, zet [HDMI-functie (afspelen)] dan op [AUTO] om films af te spelen die opgenomen zijn met een frame-snelheid van 24p. Voor andere instellingen dan [AUTO] kan de weergave niet bij 24 frames/seconde plaatsvinden.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden terugspelen op een TV-scherm Voorbereidingen: schakel dit toestel en de TV uit. 1 Verbind de camera en de TV met een HDMI-kabel. • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten. (Door de stekker schuin naar binnen te steken, of in de verkeerde richting, kan een slechte werking ontstaan door vervorming van de aansluiting.) Sluit geen apparaten op niet correcte aansluitingen aan.
11. Aansluiten op andere apparatuur De gemaakte foto's kunnen afgespeeld worden op een TV met een SD-geheugenkaartsleuf • Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het hele scherm. • Het bestandformaat van de films die afgespeeld kunnen worden verschilt, afhankelijk van het model TV. • Voor kaarten die compatibel zijn met afspelen, raadpleegt u de handleiding van de TV.
11. Aansluiten op andere apparatuur • De bediening met gebruik van de knop op dit toestel zal beperkt zijn. • Om het geluid van een film af te spelen tijdens een diavoorstelling, zet [Geluid] dan op [AUTO] of [Audio] op het instellingenscherm van de diavoorstelling. • Gebruik een "High Speed HDMI-kabel" met het HDMI-logo. Kabels die niet in overeenstemming met de HDMI-standaard zijn, zullen niet werken.
11. Aansluiten op andere apparatuur Bewaren van foto's en films op uw PC U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. • Sommige PC's kunnen direct van de kaart lezen die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw PC. ∫ PC die gebruikt kan worden Het toestel kan op ongeacht welke PC aangesloten worden die in staat is massa-opslagapparatuur te herkennen. • Ondersteuning van Windows: Windows 7/Windows 8/Windows 8.
11. Aansluiten op andere apparatuur Software downloaden • Om de software te downloaden, moet u de PC met het internet verbinden. • Het kan enige tijd duren om de software te downloaden, afhankelijk van de verbindingsomgeving. • De ondersteunde besturingssystemen zijn correct met ingang van januari 2018 en aan veranderingen onderhevig. PHOTOfunSTUDIO 10.0 XE Deze software stelt u in staat beelden te beheren. U kunt bijvoorbeeld foto's en films naar een PC sturen en ze sorteren op opnamedatum of modelnaam.
11. Aansluiten op andere apparatuur SILKYPIX Developer Studio SE Dit is software voor het bewerken van beelden in RAW-formaat. Bewerkte beelden kunnen opgeslagen worden in een formaat (JPEG, TIFF, enz.) dat afgebeeld kan worden op een personal computer. Controleer onderstaande site om de software te downloaden en te installeren. http://www.isl.co.jp/SILKYPIX/english/p/ • Besturingsomgeving OS Windows Windows® 7, Windows® 8, Windows® 8.1, Windows® 10 Mac OS X v10.6 tot v10.11, macOS 10.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden naar de PC overbrengen Voorbereiding: Installeer “PHOTOfunSTUDIO” op de PC. (P333) 1 Verbind de computer en de camera met de USB-aansluitingskabel (bijgeleverd). • Schakel dit toestel en uw PC alstublieft in voordat u verbinding maakt. • Houd de stekker vast en steek de kabel recht naar binnen of trek hem recht naar buiten. (er kan een slechte werking veroorzaakt worden, door vervorming van de aansluiting, als de stekker schuin naar binnen gestoken wordt).
11. Aansluiten op andere apparatuur ∫ Naar een PC kopiëren zonder gebruik van “PHOTOfunSTUDIO ” (Voor Mac) Zelfs als u een Mac gebruikt, of in iedere situatie waarin “PHOTOfunSTUDIO ” niet geïnstalleerd kan worden, kunt u nog steeds bestanden en mappen kopiëren door de camera met de computer te verbinden en de bestanden en mappen vervolgens te verslepen en te laten vallen. • De inhoud (mapstructuur) op de kaart van dit toestel is als volgt.
11. Aansluiten op andere apparatuur Bewaren van foto's en films op een recorder Als u een kaart, met inhouden die met dit toestel opgenomen zijn, in een Panasonic recorder plaatst, kunt u de inhoud naar een Blu-ray disc of een DVD, enz. dubben. De methoden om foto's en films naar andere apparatuur te exporteren, zullen afhankelijk zijn van het bestandsformaat. (JPEG, RAW, AVCHD, MP4 of MOV). • 4K-burst-bestanden (MP4-formaat) worden niet door Panasonic recorders ondersteund.
11. Aansluiten op andere apparatuur De camera vanaf een PC controleren Door [PC(Tether)] te selecteren en de camera met een PC te verbinden, kunt u de camera vanuit de ondersteunde software bedienen. ∫ Software downloaden “LUMIX Tether” Deze software wordt gebruikt voor de bediening van een Panasonic digitale camera vanaf een PC. De software stelt u in staat diverse instellingen van de camera te veranderen, remote opnames te maken en remote opgenomen beelden op de PC op te slaan.
11. Aansluiten op andere apparatuur 2 3 Druk op 3/4 om [PC(Tether)] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Als [USB mode] van te voren ingesteld is op [PC(Tether)] in het [Set-up]-menu zal de camera automatisch verbonden worden met de PC zonder het [USB mode]-selectiescherm weer te geven. Gebruik “LUMIX Tether” om de camera vanaf de PC te bedienen. • Als de camera met de PC verbonden is via [PC(Tether)]: – De camera zal op de Opnamemodus gezet worden.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden afdrukken Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u de af te drukken beelden selecteren en opdracht geven dat het printen van start gaat op de monitor van de camera. • Groepsbeelden zullen niet als groepsbeelden maar als enkele beelden weergegeven worden. • Sommige printers kunnen direct van de kaart afdrukken die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw printer.
11. Aansluiten op andere apparatuur • De USB-aansluitkabel losmaken na het afdrukken. • Een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) gebruikenen. Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de printer aangesloten zijn, knippert het statuslampje en hoort u een alarm. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, het afdrukken onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, de USB-aansluitkabel loskoppelen.
11. Aansluiten op andere apparatuur ∫ Afdrukinstellingen Selecteer de items zowel op het scherm in stap 2 van de procedure “Een beeld kiezen en uitprinten” en in stap 3 van de procedure “Meerdere beelden kiezen en uitprinten” en stel ze in. [Print met dat.] Stelt de datumafdruk in. [Aantal prints] Stelt het aantal af te drukken beelden in (tot 999 beelden). [Papierafmeting] Stelt het papierformaat in.
12. Overige Optionele accessoires Batterijhandgreep (optioneel) Het gebruik van een batterijhandgreep (DMW-BGGH5: optioneel) verbetert het gebruiksgemak en de grip bij verticaal vasthouden. Het plaatsen van een reservebatterij zal u in staat stellen langer te kunnen opnemen. ∫ Instellen van een prioriteit voor het gebruik van reservebatterijen Voorbereiding: • Schakel dit toestel uit en verwijder vervolgens het deksel van de aansluitpunten.
12. Overige afstandsbediening sluiter (optioneel) Als u de sluiter met afstandbediening gebruikt (DMW-RSL1: optioneel), kunt u trillingen vermijden (schudden van de camera) als een statief gebruikt wordt en kunt u de sluiter volledig indrukken voor het fotograferen met [B] (bol) of met de burst-modus. De sluiter met afstandsbediening werkt net zo als de sluiterknop op de camera. • Gebruik altijd een originele Panasonic afstandsbediening voor sluiters (DMW-RSL1: optioneel).
12. Overige Display Monitor/Display Zoeker • De volgende afbeeldingen zijn voorbeelden van wanneer het displayscherm in de monitor op [ ] (monitorstijl) gezet is. In Opname MOV 8bit FHD 24p 4:3 BKT L AFS ラュン Fn7 × Fn8 MINI SS Fn9 Fn10 OFF BKT AEL 3.
12.
12.
12. Overige In Opname Opname-informatie op de monitor 3 F 3.5 1/60 Enkel (P114) 0 ISO A AUTO 0 Burst (P115) 0 AFS 4:3 L OFF AWB Fn 98 98 4K-foto (P117) Post Focus (P129) Zelfontspanner (P134) AFS AFF AFC MF 1 C1 š Ø Opnamefunctie (P42) EXPS F3.
12. Overige In Opname Opname-informatie op de monitor ([Video prioriteit menu]) FPS IRIS 48 F 3.5 2 SHUTTER 1/60 C1 M TC NDF MOV 0 LongGOP 420/8 5h04m FHD 100M 5h04m 24p 00:00:00:00 ISO A PHOTO STYLE AUTO EXPS MIC Opnamefunctie (P42) LMT ON Waarde belichtingscompensatie (P106) L R 0 WB AWB Helderheid (P68) Handmatige belichtingsassistentie (P73) 1 Weergave filmopname (gestopt) FPS 48 IRIS F 3.
12. Overige In Terugspelen 4:3 100% L 1/98 3 A› IRWR Variabele frame-snelheid (P182) Kwaliteit (P220) Batterij-aanduiding (P21) Batterijhandgreep (P343) F3.
12. Overige In Terugspelen Weergave van gedetailleerde informatie 1/5 AFS 4:3 ISO 160 F3.5 1 G 5500 0 60 2/5 R s RGB L STD. Weergave histogram ISO 160 F3.5 0 2018.12. 1 10:00 0 60 2018.12. 1 10:00 100-0001 B Y 100-0001 Weergave fotostijl, schaduw markeren Weergave witbalans 3/5 ISO 160 F3.5 4/5 1 5500K 0 ISO 60 160 F3.5 0 G A B 60 M 2018.12. 1 10:00 2018.12. 1 10:00 100-0001 100-0001 Weergave lensinformatie 5/5 ISO 160 F3.5 0 60 2018.12.
12. Overige Waarschuwingen op het scherm Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven. [Sommige foto's kunnen niet gewist worden]/[Deze foto kan niet gewist worden] • Dit kenmerk kan alleen gebruikt worden voor beelden die aan de DCF-standaard voldoen. Voer het formatteren (P30) op dit toestel uit na de benodigde gegevens op een PC, enz., bewaar te hebben. [Kan op deze foto niet ingesteld worden] • [Titel bew.], [Tekst afdr.], enz.
12. Overige [Kan geen AVCHD-video opnemen. De systeemfrequentie komt niet overeen met de AVCHD-data op deze SD-kaart. Plaats een andere SD-kaart of wijzig de systeemfrequentie.] • Als u dezelfde kaart blijft gebruiken na [Systeemfrequentie] (P259) veranderd te hebben, worden mogelijk geen bewegende beelden opgenomen. Om met dezelfde kaart op te nemen, zet u de [Systeemfrequentie] opnieuw op de oorspronkelijke instelling.
12. Overige [Verbinding mislukt. Probeer het opnieuw over enkele minuten.]/ [Netwerkverbinding verbroken. Het overzetten is gestopt.] • Radiogolven afkomstig van het draadloze toegangspunt worden zwak. Voer de verbinding dichter in de buurt van het draadloze toegangspunt uit. • Afhankelijk van het draadloze toegangspunt zou verbinding automatisch verbroken kunnen worden nadat er een specifieke tijd om is. Maak de verbinding opnieuw.
12. Overige Problemen oplossen Probeer als eerste de volgende procedures (P355 tot P363). Als het probleem niet verholpen is, kan het verbeterd worden door de selectie van [Resetten] (P264) in het [Set-up]-menu. Batterijen en stroom Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat. Het toestel gaat uit onmiddellijk nadat het aangezet is. • De batterij is op. Laad de batterij op. (P20) Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld. • [Besparing] is ingeschakeld.
12. Overige Er worden in één keer meervoudige beelden opgenomen. • Controleer de instelling van de drive-modus. (P114) • Bent u de bracket-functie aan het gebruiken? (P140) Het object is niet goed scherp. • Het onderwerp ligt buiten het brandpuntbereik van de camera. • Is [Sluiter-focus] in het [Voorkeuze]-menu op [OFF] gezet? (P237) • Is [Prio. focus/ontspan] in het [Voorkeuze]-menu op [RELEASE] gezet? (P239) • Is de AF-vergrendeling (P105) onjuist toegepast? Het opgenomen beeld is wazig.
12. Overige Er verschijnen strepen bij hoge ISO-gevoeligheid. • Er kunnen strepen verschijnen bij hoge ISO-gevoeligheid of afhankelijk van de lens die gebruikt wordt. > Verlaag de ISO-gevoeligheid. (P108) De helderheid van de tint van het gemaakte beelden verschilt van de eigenlijke scène. • Wanneer u onder fluorescente of LED-verlichting enz. opneemt, zou het verhogen van de sluitertijd kleine veranderingen m.b.t. de helderheid en de kleur met zich mee kunnen brengen.
12. Overige Bij video’s worden afwijkende klik- en zoemgeluiden opgenomen. Het opgenomen geluid is heel zacht. • Tijdens het maken van opnames in een stille omgeving kan het geluid van de lensopening en de scherpstelling in films opgenomen worden, afhankelijk van de gebruikte lenzen. De werking van de focus kan op [OFF] gezet worden in [Continu AF] (P167).
12. Overige De monitor en de zoeker worden niet ingeschakeld wanneer op [LVF] gedrukt wordt. • Dit wordt alleen op de monitor weergegeven als de camera op een PC of printer aangesloten is. Er verschijnen delen van ongelijke helderheid of ongebruikelijke kleuren in de zoeker. • De zoeker van dit toestel maakt gebruik van OLED: Er kan inbranding optreden op het scherm/ de zoeker wanneer een beeld gedurende lange tijd weergegeven wordt maar dit is niet van invloed op de opgenomen beelden.
12. Overige Functies Wi-Fi Er kan geen Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht worden. Radiogolven verliezen hun verbinding. Het draadloze toegangspunt wordt niet weergegeven. ∫ Tips van algemene aard voor het gebruik van een Wi-Fi-verbinding • Gebruik het toestel binnen het communicatiebereik van het apparaat dat aangesloten moet worden. • Bevindt zich er een inrichting, zoals een microwave-oven, een draadloze telefoon, enz.
12. Overige De PC wordt niet herkend als ik een Wi-Fi-verbinding gebruik. De camera kan niet via een Wi-Fi-verbinding met de PC verbonden worden. • De fabrieksinstelling voor de naam van de werkgroep is op “WORKGROUP” gezet. Als u de naam van de werkgroep veranderd heeft, zal de PC niet herkend worden. Verander in [PC-verbinding] van het [Wi-Fi setup]-menu de naam van de werkgroep in die van de PC waarmee u verbinding aan het maken bent.
12. Overige TV, PC en printer Het beeld verschijnt niet op de televisie. • Is het toestel correct op de TV aangesloten? (P329) > De TV-input instellen op extern. VIERA Link werkt niet. • Staat [VIERA link] op dit toestel op [ON]? (P258) > Controleer de instelling van VIERA Link op het aangesloten apparaat. > Schakel dit toestel uit en in. Kan niet met de PC communiceren. • Zet op [PC(Storage)] in [USB mode]. (P258) • Schakel dit toestel uit en in. De kaart wordt niet door de PC herkend.
12. Overige Overige Als ik de camera schudt, hoor ik een ratelend geluid uit de bevestigde lens komen. • Afhankelijk van de bevestigde lens kan het mogelijk zijn dat deze van binnen beweegt en geluid maakt. Dit is geen storing. De camera maakt geluid wanneer dit toestel in- en uitgeschakeld wordt. • Dit is het geluid van de functie voor het verwijderen van stof (P365); het duidt niet op een slechte werking. De lensgroep maakt geluid.
12. Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Wat u wel en niet moet doen met dit toestel Houd dit toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u dit toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen beeld en/of geluid op dit toestel onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven. • Gebruik dit toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon.
12. Overige Bij gebruik in een koud klimaat of bij lage temperaturen • Er kan huidletsel veroorzaakt worden als u de metalen delen van het toestel rechtstreeks aanraakt op plaatsen waar de temperatuur lange tijd zeer laag is (omgeving onder 0 oC, zoals ski-oorden of plaatsen op grote hoogte). Draag handschoenen wanneer u het toestel lange tijd gebruikt.
12. Overige Verwijder het vuil van de beeldsensor De oogsensor is een zeer precies en kwetsbaar apparaat; neem daarom de onderstaande richtlijnen in acht als u hem zelf moet schoonmaken. • Gebruik een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje om stof van de oogsensor te blazen. Blaas niet te hard. • Laat het blaaskwastje niet voorbij de lensvatting komen. • Zorg ervoor dat het blaaskwastje de beeldsensor niet raakt om krassen op de beeldsensor te voorkomen.
12. Overige Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de temperatuur en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang mee. Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik. • Doe de verwijderde batterij in een plastic zak en verplaats of bewaar deze ver van metalen voorwerpen (paperclips, enz.).
12. Overige De (bijgeleverde) lader/netadapter • Het [CHARGE]-lampje zal knipperen onder de invloed van statische elektriciteit of elektromagnetische golven. Dit fenomeen is niet van invloed op het laden. • Als u een batterijoplader vlak bij een radio gebruikt, kan dit de radio-ontvangst storen. De lader 1 m of meer verwijderd houden van de radio. • De netadapter (bijgeleverd) kan een ruisend geluid maken wanneer deze gebruikt wordt. Dit is geen storing.
12. Overige • Verwijder de geheugenkaart van het toestel wanneer er een reparatie vereist wordt. • Instellingen zouden terug kunnen keren naar de fabriekstandaard wanneer het toestel gerepareerd wordt. • Neem contact op met de verkoper bij wie u het toestel aangeschaft heeft, of met Panasonic, als bovenstaande handelingen niet mogelijk zijn wegens storing.
12. Overige Over de schouderriem • Als u een zware onderling verwisselbare lens (meer dan ongeveer 1 kg) aan het toestellichaam bevestigt, het toestel niet dragen m.b.v. de schouderriem. Het toestel en de lens vasthouden wanneer u deze draagt.
12. Overige • G MICRO SYSTEM is een op de Micro Four Thirds System-standaard gebaseerd digitale camerasysteem van LUMIX. • Micro Four Thirds™ en Micro Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen. • Four Thirds™ en Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen.
12. Overige • QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken of geregistreerde merken van Apple Inc. en worden onder licentie gebruikt. • Het Bluetooth® woordmerk en logo’s zijn gedeponeerde handelsmerken die het bezit zijn van Bluetooth SIG, Inc. en ieder gebruik van dergelijke merken door Panasonic Corporation vindt plaats onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van de respectievelijke eigenaren. • Het Wi-Fi CERTIFIED™ Logo is een certificatiemerk van de Wi-Fi Alliance®.
Het ontdoen van oude apparatuur en batterijen. Enkel voor de Europese Unie en landen met recycle systemen. Deze symbolen op de producten, verpakkingen en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet samen mogen worden weggegooid met de rest van het huishoudelijk afval.