Gebruikershandleiding Netwerkcamera Alleen voor gebruik binnenshuis BL-C111 Modelnr. BL-C111 (bedraad type) BL-C131 (draadloos/bedraad type) BL-C131 Gelieve dit document te lezen voor u het toestel in gebruik neemt en bewaar het document ter referentie.
Belangrijkste functies Belangrijkste functies Camerabeelden bekijken, ter plaatse en op afstand De camerabeelden kunt u op een pc bekijken, zowel ter plaatse als via internet. U kunt zelfs met uw mobiele telefoon stilstaande beelden bekijken als u niet thuis bent. Ondersteuning van MPEG-4 en Motion JPEG (MJPEG) U kunt rechtstreekse camerabeelden bekijken en bufferen (in het geheugen opslaan) in zowel MPEG-4- als JPEG (MJPEG)-formaat. Zo kunt u het videoformaat kiezen dat het best voor u geschikt is.
Belangrijkste functies Ondersteuning van UPnP™ Als u de camera op een UPnP™-router aansluit, kunt u de netwerkinstellingen van de camera automatisch laten configureren. Dat maakt de installatie snel en eenvoudig. Zie Pagina 85 voor meer informatie. Ondersteuning van Viewnetcam.com Nadat u de camera bij de service Viewnetcam.com hebt geregistreerd, kunt u de beelden ook bekijken als u niet thuis bent via een eenvoudig te onthouden internetadres als ***.viewnetcam.com. Zie Pagina 90 voor meer informatie.
Overige informatie Overige informatie Over deze handleiding • • Deze handleiding geldt voor model BL-C111 (bedraad type) en BL-C131 (draadloos/bedraad type). Beschikbare functies en bedieningsmogelijkheden kunnen verschillen, afhankelijk van het model. U kunt het modelnummer van de camera controleren door het modelnummer gedrukt op de voorzijde van de camera te bekijken. Functies en bedieningen die alleen gelden voor de BL-C131 zijn in deze handleiding gemarkeerd met "alleen BL-C131".
Inhoudstabel 1 De camera gebruiken................................................................................8 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.2.9 1.2.10 1.3 Het beeld van de camera oproepen................................................................................. 8 Rechtstreekse camerabeelden bekijken ....................................................................... 10 De bedieningsbalk gebruiken ..................................................................
5 De camera-instellingen wijzigen ........................................................... 98 5.1 5.1.1 5.1.2 5.2 5.2.1 5.2.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 Netwerkinstellingen .........................................................................................................98 Netwerkinstellingen (IPv4) ..............................................................................................99 Proxyserverinstellingen ......................................................................................
11.4 Over de MPEG-4-viewer................................................................................................ 164 12 Het configuratieprogramma gebruiken...............................................165 13 Technische informatie ..........................................................................168 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 De camera reinigen ....................................................................................................... 168 ASCII-tekentabel......................
1.1 Het beeld van de camera oproepen 1 De camera gebruiken 1 De camera gebruiken 1.1 Het beeld van de camera oproepen 1.1 Het beeld van de camera oproepen U hebt de volgende informatie nodig om de camera te kunnen gebruiken. • Het IP-adres van de camera (bv. 192.168.0.253) of URL (bv. ***.viewnetcam.com) • Het poortnummer van de camera als dit niet 80 is. • De gebruikersnaam en het wachtwoord die werden ingesteld tijdens de configuratie van de camera om toegang te kunnen krijgen tot de camera. 1.
1.1 Het beeld van de camera oproepen 4. Wanneer de startpagina wordt weergegeven, klikt u op het gewenste tabblad (afhankelijk van de configuratie van de camera, worden bepaalde tabbladen mogelijk niet weergegeven). A B C D E F G J K XXXX L Version XXX M Running in IPv4 mode. A. B. C. D. E. F. G. H. De startpagina weergeven I. J. K. L. M.
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken 1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken 1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken 1. Roep de camera op (zie Pagina 8). 2. Klik op het tabblad [Single]. • • • Viewers (ActiveX®-besturingselementen) moeten geïnstalleerd zijn om MPEG-4- en MJPEG-beelden te bekijken, en om audiofuncties te kunnen gebruiken. Als de vereiste viewer (ActiveX-besturingselement) niet geïnstalleerd is, zal de camera u hierom vragen.
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken D. E. F. G. Volumebalk (zie Pagina 33) Hiermee kunt u de instellingen voor het detectiegeluid wijzigen (alleen MJPEG) (zie Pagina 29) Cameranaam (zie Pagina 129) Camerabeeld (klik ergens in het camerabeeld om de functie Klikken om te centreren te gebruiken (zie Pagina 21) of gebruik uw muis om de digitale zoom te gebruiken (zie Pagina 27) bij het bekijken van MJPEG- of MPEG-4-beelden) H.
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken Opmerking • Wanneer u voor het eerst MPEG-4 selecteert als vernieuwingssnelheid, wordt een licentieovereenkomst weergegeven. Als u akkoord gaat met de voorwaarden van de overeenkomst, selecteert u [I accept the License agreement] en klikt u vervolgens op [OK]. U wordt gevraagd om de viewer (ActiveX-besturingselement) te installeren. A B C D E 18 OCT,06 11:29:59AM F G H MS I Text Overlay J K A. B. C. D. E. F.
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken J. K. L. M. Tekst op het beeld (zie Pagina 129) MPEG-4 streamingmethode (zie Pagina 25) Banner (zie Pagina 129) Hier wordt [IPv4] of [IPv6] weergegeven, afhankelijk van de netwerkconfiguratie van de camera Opmerking Beeldweergave • Als er geen camerabeeld wordt weergegeven, is het mogelijk dat de correcte viewer (ActiveX-besturingselement) niet geïnstalleerd is. Zie Pagina 14 of Pagina 17 voor meer informatie.
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken ActiveX-melding voor Windows® XP Service Pack 2 Om bewegende beelden (MPEG-4- en MJPEG-beelden) te bekijken of de audiofuncties van de camera te kunnen gebruiken, moet de overeenkomstige viewer (ActiveX-besturingselement) geïnstalleerd zijn op uw pc. Volg de onderstaande stappen om een ActiveX-besturingselement te installeren wanneer u Windows XP Service Pack 2 gebruikt.
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken Installatie voor MJPEG 1. Wanneer de melding van het ActiveX-besturingselement wordt weergegeven in Internet Explorer, klikt u op deze melding en selecteert u [ActiveX-besturingselement installeren...]. 2. Klik op [Installeren]. Installatie voor MPEG-4 1. Wanneer een pop-upblokkering wordt weergegeven in Internet Explorer, klikt u op deze melding en selecteert u [Pop-ups tijdelijk toestaan]. 2.
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken 3. Wanneer de melding van het ActiveX-besturingselement wordt weergegeven in Internet Explorer, klikt u op deze melding en selecteert u [ActiveX-besturingselement installeren...]. 4. Klik op [Installeren].
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken Beveiligingswaarschuwing (voor Windows 2000) Om bewegende beelden (MPEG-4- en MJPEG-beelden) te bekijken of de audiofuncties van de camera te kunnen gebruiken, moet de overeenkomstige viewer (ActiveX-besturingselement) geïnstalleerd zijn op uw pc. Als er een ActiveX-besturingselement moet worden geïnstalleerd op uw pc, wordt het venster [Beveiligingswaarschuwing] weergegeven wanneer u voor het eerst bewegende beelden (MPEG-4 of MJPEG) probeert te bekijken.
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken Opmerking • Na het installeren of inschakelen van de ActiveX-besturingselementen, moet u mogelijk even wachten voor de camerabeelden worden weergegeven. • Zie Pagina 158 als u een proxyserver gebruikt. • Als uw computer of netwerk gebruik maakt van een firewall ter beveiliging, is het mogelijk dat de firewall verhindert dat bewegende beelden worden weergegeven. In dit geval kunt u de keuzeschakelaar [Refresh Rate] gebruiken om stilstaande beelden te bekijken.
1.2.1 De bedieningsbalk gebruiken 1.2.1 De bedieningsbalk gebruiken 1.2.1 De bedieningsbalk gebruiken De bedieningsbalk wordt links van het camerabeeld weergegeven bij het bekijken van het beeld van één camera en biedt u de volgende functies: A. Eindweergave en voorkeuzeweergave: wanneer de lens het einde heeft A B B. C C. D E F D. E. F. G H G. I J K H. I. L J. K. L.
1.2.1 De bedieningsbalk gebruiken Opmerking • De helderheid en witbalans die ingesteld zijn voor de beginpositie worden toegepast telkens als de camera wordt ingeschakeld. De huidige instellingen worden opgeslagen bij het registreren van een voorkeuze (zie Pagina 31) en deze instellingen worden gebruikt bij het oproepen van die voorkeuze. • De cameralens wordt verplaatst naar de beginpositie wanneer de camera wordt ingeschakeld. U kunt indien gewenst de beginpositie wijzigen (zie Pagina 31).
1.2.2 De cameralens richten 1.2.2 De cameralens richten 1.2.2 De cameralens richten U kunt de camera pannen in een hoek van -50 tot +50 ten opzichte van de centrale positie, en tilten in een hoek van -40 tot +10 ten opzichte van de centrale positie. Als u de knop [Pan/Tilt Range] hebt gebruikt om het maximale pan- en tiltbereik van de camera te begrenzen (zie Pagina 23), kunt u de lens niet verder bewegen dan het maximaal ingestelde pan- en tiltbereik. A A. Pannen: -50 tot +50 B.
1.2.2 De cameralens richten Pan- en tiltscanknoppen Hiermee kunt u de lens pannen of kantelen tot het maximale pan- of tiltbereik. Wanneer u klaar bent, keert de lens terug naar de oorspronkelijke positie. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u de beweging van de lens onderbreken door op het camerabeeld te klikken. Deze functie kan worden uitgeschakeld voor algemene gebruikers (zie Pagina 122) en voor gastgebruikers (zie Pagina 125).
1.2.3 Het pan-/tiltbereik begrenzen 1.2.3 Het pan-/tiltbereik begrenzen 1.2.3 Het pan-/tiltbereik begrenzen U kunt het maximale pan- en tiltbereik van de cameralens begrenzen. Opmerking • Deze functie kan alleen worden gebruikt door de beheerder van de camera. 1. Klik op de knop [Pan/Tilt Range] op de bedieningsbalk. 2. Stel het pan- en tiltbereik naar gewenst in. a. Richt de camera naar het uiterst linkse punt dat mag worden gezien en klik op b.
1.2.4 Witbalans 1.2.4 Witbalans 1.2.4 Witbalans Wanneer u camerabeelden bekijkt op de pagina voor één camera, kunt u de keuzeschakelaar [White Balance] gebruiken om het camerabeeld aan te passen aan de cameraomgeving. Wijzig deze instelling om de kleuren zo natuurlijk mogelijk te maken. De volgende instellingen zijn beschikbaar: – [Auto]: de witbalans wordt automatisch gecorrigeerd voor het weergegeven beeld – [Indoor]: gloeilamp (2.800 K) – [Fluorescent (White)]: wit fluorescentielicht (4.
1.2.5 Bewegende beelden (MJPEG en MPEG-4) en de vernieuwingssnelheid van het beeld 1.2.5 Bewegende beelden (MJPEG en MPEG-4) en de vernieuwingssnelheid van het beeld 1.2.5 Bewegende beelden (MJPEG en MPEG-4) en de vernieuwingssnelheid van het beeld Met de keuzeschakelaar [Refresh Rate] in de bedieningsbalk kunt u selecteren of bewegende beelden ([MJPEG] of [MPEG-4]) dan wel stilstaande beelden die periodiek worden vernieuwd (3 seconden, 5 seconden enz.) worden weergegeven.
1.2.5 Bewegende beelden (MJPEG en MPEG-4) en de vernieuwingssnelheid van het beeld • – Als MPEG-4-beelden niet kunnen worden weergegeven wanneer [Unicast] geselecteerd is als streamingmethode, selecteert u [Auto] of [HTTP]. [HTTP] (RTP via HTTP): wanneer u bewegende beelden streamt via HTTP, controleert de camera of de gegevens worden ontvangen door de gebruiker. Bewegende beelden kunnen worden bekeken in een netwerkomgeving die streaming via multicast of unicast niet ondersteunt.
1.2.6 Zoomen 1.2.6 Zoomen 1.2.6 Zoomen De camera beschikt over een digitale zoomfunctie waarmee u tot 10x kunt inzoomen (per gebied). U kunt eenvoudig in- en uitzoomen met de muis. Er zijn twee manieren om de zoomfunctie te gebruiken, zoals later in dit onderdeel beschreven.
1.2.7 Foto's nemen 1.2.7 Foto's nemen 1.2.7 Foto's nemen U kunt foto's nemen tijdens het bekijken van camerabeelden en deze opslaan op uw pc. 1. Klik op de fotoknop ( • ). Het camerabeeld wordt geopend in een nieuw venster. 2. Klik met de rechter muisknop op het beeld en selecteer [Afbeelding opslaan als...]. • Het venster [Afbeelding opslaan] wordt weergegeven. 3. Voer een naam in voor het bestand. 4. Geef op waar u het bestand wilt opslaan en klik vervolgens op [Save]. 5. Klik op [Sluiten].
1.2.8 Detectiegeluid 1.2.8 Detectiegeluid 1.2.8 Detectiegeluid Wanneer u MJPEG-beelden bekijkt op de pagina voor één of voor meerdere camera's, kan uw computer een geluid produceren om u te waarschuwen wanneer bewegingen worden geregistreerd of wanneer de sensor wordt geactiveerd door een trigger.
1.2.8 Detectiegeluid Opmerking • Wanneer [16 Screens] geselecteerd is als het aantal camera's dat wordt weergegeven op het scherm met meerdere camera's, kan het detectiegeluid niet worden gebruikt. • U kunt het detectiegeluid instellen voor elke camera die wordt bekeken via het scherm met meerdere camera's.
1.2.9 Voorkeuzes registreren en wijzigen 1.2.9 Voorkeuzes registreren en wijzigen 1.2.9 Voorkeuzes registreren en wijzigen Via voorkeuzes kunt u de cameralens eenvoudig richten naar de gewenste positie. De helderheids- en witbalansinstellingen worden ook opgeslagen bij het registreren van een voorkeuze.
1.2.9 Voorkeuzes registreren en wijzigen 2. Klik op [Program]. 3. Bij [Preset Number] selecteert u de gewenste voorkeuze in het keuzemenu. • U kunt de begin- of sensorpositie niet verwijderen. 4. Klik op [Delete] om de voorkeuze te verwijderen of klik op [Back] om te annuleren. • 32 Wanneer [Success!] wordt weergegeven, klikt u op [Back] om verder te gaan.
1.2 Rechtstreekse camerabeelden bekijken 1.2.10 Audiofuncties 1.2.10 Audiofuncties Terwijl u rechtstreekse beelden van de camera bekijkt, kunt u het geluid beluisteren via de microfoon van de camera. 1. Controleer of de luisterknop ( • naar • ) wordt weergegeven. U kunt het geluid dempen door op de luisterknop te drukken. Wanneer u dit doet, wijzigt het symbool . Druk nogmaals op deze knop om het geluid opnieuw te beluisteren. 2. Regel het volume met de volumebalk ( • ).
1.3 Beelden van meerdere camera's bekijken 1.3 Beelden van meerdere camera's bekijken 1.3 Beelden van meerdere camera's bekijken U kunt andere netwerkcamera's van Panasonic registreren bij deze camera (zie Pagina 132) en de pagina voor meerdere camera's gebruiken om beelden van meerdere camera's te bekijken. Na het registreren van de andere camera's bij deze camera (u kunt tot 16 camera's registreren), volgt u de onderstaande procedure om de camerabeelden te bekijken. 1. Roep de camera op (zie Pagina 8).
1.3 Beelden van meerdere camera's bekijken J. Volumebalk*2 (zie Pagina 33) K. Hiermee kunt u de instellingen voor het detectiegeluid wijzigen (alleen MJPEG) (zie Pagina 29).*3 L. Cameranaam (zie Pagina 132; klikken om het beeld van de geselecteerde camera in een nieuw venster te bekijken) M. Camerabeeld (klik ergens in het camerabeeld om de functie Klikken om te centreren te gebruiken (zie Pagina 21)*4 of gebruik uw muis om de digitale zoom te gebruiken bij het bekijken van MJPEG- of MPEG-4-beelden) N.
1.2.10 Audiofuncties • • • De beeldkwaliteit voor MJPEG- en stilstaande beelden kan niet rechtstreeks op de pagina voor meerdere camera's worden aangepast. Deze instelling kunt u aanpassen op de pagina [Image Display] (zie Pagina 129). Om het dataverkeer te verminderen wanneer meerdere gebruikers de camera tegelijk gebruiken, kunt u de camera configureren om automatisch over te schakelen van de weergave van bewegende beelden naar stilstaande beelden.
2 Triggers gebruiken om beelden te bufferen en over te zetten 2 Triggers gebruiken om beelden te bufferen en over te zetten De camera kan geconfigureerd worden om beelden te bufferen (camerabeelden tijdelijk opslaan in het geheugen). U kunt deze beelden dan later bekijken wanneer u de camera gebruikt. De camera kan ook geconfigureerd worden om beelden over te zetten via e-mail, FTP of HTTP.
2.1 Een timertrigger instellen 2.1 Een timertrigger instellen 2.1 Een timertrigger instellen Opmerking • Wanneer u de instellingen voor een trigger wijzigt, worden alle gebufferde beelden in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger verwijderd. Bovendien is het mogelijk dat gebufferde beelden van andere triggers ook worden verwijderd. Zie Pagina 66 voor meer informatie. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Trigger] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer].
2.1 Een timertrigger instellen 3. Klik op een triggernummer (1–5). 4. Vink [Enable Image Buffer/Transfer] aan om de trigger in te schakelen. 5. Selecteer [Timer] in het keuzemenu en klik vervolgens op [Next] om bijkomende instellingen door te voeren (meer uitleg volgt hieronder), of klik op [Save] om af te sluiten.
2.1 Een timertrigger instellen 6. Stel de volgende parameters naar wens in. a. Bij [Time] selecteert u de dagen van de week waarop de trigger actief moet zijn. b. Selecteer het tijdstip waarop de trigger actief moet zijn of klik op [Always] om de trigger op de geselecteerde dagen 24 uren te activeren. c. Bij [Image Setting] selecteert u het gewenste beeldformaat, de gewenste beeldresolutie en de gewenste beeldkwaliteit.
2.2 Een sensor- of bewegingsdetectietrigger instellen 2.2 Een sensor- of bewegingsdetectietrigger instellen 2.2 Een sensor- of bewegingsdetectietrigger instellen Opmerking • Wanneer u de instellingen voor een trigger wijzigt, worden alle gebufferde beelden in het interne geheugen voor de geselecteerde trigger verwijderd. Bovendien is het mogelijk dat gebufferde beelden van andere triggers ook worden verwijderd. Zie pagina 66 voor meer informatie. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2.
2.2 Een sensor- of bewegingsdetectietrigger instellen 3. Klik op een triggernummer (1–5). 4. Vink [Enable Image Buffer/Transfer] aan om de trigger in te schakelen. 5. Selecteer [Sensor] of [Motion Detection] in het keuzemenu en klik vervolgens op [Next]. • • 42 Zie Pagina 68 om de gevoeligheid van de ingebouwde sensor aan te passen.
2.2 Een sensor- of bewegingsdetectietrigger instellen • De bewegingsdetectiefunctie is uitgeschakeld tijdens het pannen en tilten van de cameralens; het bewegen van de cameralens zal de bewegingsdetectiefunctie dus niet activeren.
2.2 Een sensor- of bewegingsdetectietrigger instellen 6. Stel de volgende parameters naar wens in. a. Bij [Time] selecteert u de dagen van de week waarop de trigger actief moet zijn. b. Selecteer het tijdstip waarop de trigger actief moet zijn of klik op [Always] om de trigger op de geselecteerde dagen 24 uren te activeren. c. Bij [Image Setting] selecteert u het gewenste beeldformaat, de gewenste beeldresolutie en de gewenste beeldkwaliteit.
2.2 Een sensor- of bewegingsdetectietrigger instellen A De camera wordt geactiveerd door een trigger. Het bufferen of overzetten start. Er worden geen nieuwe beelden gebufferd of overgezet. B Het bufferen of overzetten eindigt; de deactivatietijd start. Er worden geen nieuwe beelden gebufferd of overgezet. C De deactivatietijd eindigt. De camera kan opnieuw beelden bufferen of overzetten. g. Bij [Transfer Method] selecteert u de gewenste overzetmethode.
2.3 Een trigger in- en uitschakelen 2.3 Een trigger in- en uitschakelen 2.3 Een trigger in- en uitschakelen Wanneer u een trigger voor het bufferen van beelden hebt ingesteld, kunt u de trigger deactiveren om deze tijdelijk uit te schakelen of activeren om deze weer in te schakelen. Wanneer een trigger uitgeschakeld is, zal deze geen beelden bufferen, overzetten of een waarschuwing zenden. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Trigger] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer]. 3.
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden 2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden 2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden Wanneer u de timer, sensor of bewegingsdetectietriggers van de camera configureert, kunt u kiezen om de vastgelegde beelden over te zetten via FTP (zie Pagina 48), e-mail (zie Pagina 50) of HTTP (zie Pagina 53). Wanneer een beeld met succes is overgezet, wordt het verwijderd.
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden 2.4.1 Beelden overzetten via FTP 2.4.1 Beelden overzetten via FTP Het volgende scherm wordt weergegeven als u ervoor kiest beelden over te zetten via FTP en u daarvoor een timer-, sensor- of bewegingsdetectietrigger instelt (zie Pagina 38 of Pagina 41). Volg de onderstaande procedure om de camera te configureren om beelden over te zetten naar een FTP-site. Vraag de nodige instellingen aan de beheerder van de FTP-server. 1.
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden • U kunt bestaande mappen op de server specificeren door "\" in te voeren vóór de gewenste bestandsnaam. Voorbeeld: als u "CameraBeelden\Beeld" invoert, zal de camera beelden uploaden naar de map "CameraBeelden" en de bestanden opslaan onder de naam "Beeld". g. Selecteer de gewenste instelling voor [Overwrite setting]. – – [Overwrite File]: het bestand op de server wordt overschreven door het bestand dat wordt geüpload door de camera.
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden 2.4.2 Beelden overzetten via e-mail 2.4.2 Beelden overzetten via e-mail Het volgende scherm wordt weergegeven als u ervoor kiest beelden over te zetten via e-mail en u daarvoor een timer-, sensor- of bewegingsdetectietrigger instelt (zie Pagina 38 of Pagina 41). Volg de onderstaande procedure om de camera te configureren om beelden te verzenden naar een e-mailadres. Raadpleeg uw internetprovider of netwerkbeheerder voor de juiste instellingen.
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden e. Voer het onderwerp*2 in dat zal worden weergegeven bij e-mailberichten die door de camera worden verzonden (max. 44 tekens). • De datum en de tijd (24-uursformaat) worden automatisch toegevoegd aan het onderwerp. Voorbeeld: als u "Camera" invoert als onderwerp, kan een e-mail worden verzonden met het onderwerp "Camera:20061231173020500". De notatiewijze van de tijdstempel is Jaar/Maand/Dag/24-urentijd/Seconde/Milliseconde.
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden • U kunt ook een IPv6-adres invoeren. b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 110 wordt normaal gebruikt voor POP3). c. Voer de inlognaam*2 (gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens). d. Voer het wachtwoord*2 in voor toegang tot de server (max. 63 tekens).
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden 2.4.3 Beelden overzetten via HTTP 2.4.3 Beelden overzetten via HTTP Het volgende scherm wordt weergegeven als u ervoor kiest beelden over te zetten via HTTP en u daarvoor een timer-, sensor- of bewegingsdetectietrigger instelt (zie Pagina 38 of Pagina 41). Volg de onderstaande procedure om de camera te configureren om beelden over te zetten naar een HTTP-site. Vraag de nodige instellingen aan de beheerder van de HTTP-server.
2.4 De camera configureren voor het overzetten van beelden – [Save as New File with Time Stamp]: er wordt een tijdstempel toegevoegd aan het einde van de bestandsnaam, waardoor meerdere bestanden kunnen worden opgeslagen op de server. Voorbeeld: als u de bestandsnaam "Beeld" kiest, kan een geüpload bestand worden opgeslagen als "Beeld20061231173020500". De notatiewijze van de tijdstempel is Jaar/Maand/Dag/24-urentijd/Seconde/Milliseconde.
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen. 2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen. 2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen. Wanneer u camera configureert om beelden te bufferen of over te zetten via de sensor of de bewegingsdetectiefunctie, kunt u kiezen om waarschuwingen te verzenden via e-mail (zie Pagina 56) of HTTP (zie Pagina 59) wanneer de camera wordt geactiveerd door een trigger.
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen. 2.5.1 Triggerwaarschuwingen verzenden via e-mail 2.5.1 Triggerwaarschuwingen verzenden via e-mail Als u [Send E-mail Notification] selecteert, wordt het volgende scherm weergegeven wanneer u de camera configureert om beelden te bufferen of over te zetten via de sensor of bewegingsdetectie (zie Pagina 41). Volg de onderstaande procedure om triggerwaarschuwingen te verzenden via e-mail.
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen. d. Voer het doeladres*2 in. U kunt tot 3 adressen invoeren. e. Voer het onderwerp*2 in dat zal worden weergegeven bij e-mailberichten die door de camera worden verzonden (max. 44 tekens). • De datum en de tijd (24-uursformaat) worden automatisch toegevoegd aan het onderwerp. Voorbeeld: als u "CameraWaarschuwing" invoert als onderwerp, kan een e-mail worden verzonden met het onderwerp "CameraWaarschuwing:20061231173020500".
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen. b. Voer het poortnummer in dat door de server wordt gebruikt (poort 110 wordt normaal gebruikt voor POP3). c. Voer de inlognaam*2 (gebruikersnaam) in voor toegang tot de server (max. 63 tekens). d. Voer het wachtwoord*2 in voor toegang tot de server (max. 63 tekens). – [SMTP authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail SMTP-verificatie vereist voor het verzenden van e-mailberichten.
2.5 De camera configureren voor het verzenden van triggerwaarschuwingen. 2.5.2 Triggerwaarschuwingen verzenden via HTTP 2.5.2 Triggerwaarschuwingen verzenden via HTTP Als u [Send HTTP Notification] selecteert, wordt het volgende scherm weergegeven wanneer u de camera configureert om beelden te bufferen of over te zetten via de sensor of bewegingsdetectie (zie Pagina 41). Volg de onderstaande procedure om triggerwaarschuwingen te verzenden via HTTP.
2.6 Gebufferde beelden bekijken 2.6 Gebufferde beelden bekijken 2.6 Gebufferde beelden bekijken Als u de camera hebt geconfigureerd om beelden te bufferen (zie Pagina 38 of Pagina 41), kunt u deze beelden achteraf bekijken. Opmerking • Als u de camera hebt geconfigureerd om beelden over te zetten via FTP, e-mail of HTTP, worden de beelden verwijderd wanneer deze met succes werden overgezet. Deze beelden kunt u bijgevolg niet bekijken via de onderstaande procedure.
2.6 Gebufferde beelden bekijken Gebufferde JPEG-beelden bekijken en downloaden (bewegende en stilstaande beelden) A B C D E F A. De start- en einddatum en -tijd waarop het beeld werd gebufferd B. Camerabeeld C. De datum en tijd wanneer het weergegeven beeld werd gebufferd, het nummer van het huidige beeld en het totale aantal gebufferde beelden D. Bedieningselementen voor het afspelen (zie uitleg hieronder) E. Klik hier om te selecteren hoeveel beelden worden gedownload wanneer u op [Download] klikt F.
2.6 Gebufferde beelden bekijken Beelden downloaden Selecteer het aantal beelden dat u wilt downloaden, klik op [Download] en specificeer een locatie op uw pc om de beelden op te slaan. Het geselecteerde aantal beelden wordt gedownload, te beginnen met het huidig weergegeven beeld. U kunt alle beelden, te beginnen met het huidige beeld tot en met het laatste beeld, opslaan door [remaining] te selecteren. De beelden worden opgeslagen in PNC-formaat.
2.6 Gebufferde beelden bekijken C. Bedieningselementen voor Windows Media® Player (raadpleeg het helpbestand van Windows Media Player voor meer informatie) D. Bedieningselementen voor het afspelen (zie uitleg hieronder) E.
2.7 Gebufferde beelden handmatig verwijderen 2.7 Gebufferde beelden handmatig verwijderen 2.7 Gebufferde beelden handmatig verwijderen U kunt alle beelden in het interne geheugen van de camera die werden gebufferd door een specifieke trigger verwijderen. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Trigger] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer].
2.7 Gebufferde beelden handmatig verwijderen 3. Klik op een triggernummer (1–5). 4. Klik op [Delete Buffered Images]. 5. Klik op [OK]. Opmerking • De volgende handelingen zorgen er ook voor dat alle gebufferde beelden in het interne geheugen worden verwijderd: – De camera uitschakelen. – De pagina voor datum en tijd opslaan. – De camera herstarten, de firmware bijwerken of de fabrieksinstellingen herstellen.
2.8 Meer uitleg over het beheren van gebufferde beelden door de camera 2.8 Meer uitleg over het beheren van gebufferde beelden door de camera 2.8 Meer uitleg over het beheren van gebufferde beelden door de camera Het interne geheugen van de camera wordt verdeeld onder het aantal triggers die geconfigureerd zijn.
2.8 Meer uitleg over het beheren van gebufferde beelden door de camera Opmerking • Als algemene richtlijn kunt u stellen dat het aangeraden maximale aantal pre-trigger-beelden ongeveer 1/3 bedraagt van het maximale aantal beelden dat kan worden gebufferd door de trigger. ("B" is kleiner dan of gelijk aan "A"1/3, zoals hierboven weergegeven).
2.9 De sensorgevoeligheid aanpassen 2.9 De sensorgevoeligheid aanpassen 2.9 De sensorgevoeligheid aanpassen Als u de ingebouwde sensor van de camera gebruikt voor het bufferen of overzetten van camerabeelden, is het aan te raden de sensorgevoeligheid aan te passen voor de optimale resultaten. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Sensor Sensitivity] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer]. 3. Selecteer de gewenste instelling.
2.10 De gevoeligheid van de bewegingsdetectie aanpassen 2.10 De gevoeligheid van de bewegingsdetectie aanpassen 2.10 De gevoeligheid van de bewegingsdetectie aanpassen Als u de bewegingsdetectiefunctie gebruikt voor het bufferen of overzetten van camerabeelden, is het aan te raden de bewegingsdetectiegevoeligheid aan te passen voor de optimale resultaten. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Motion Detection] aan de linkerkant van het scherm, onder [Buffer/Transfer]. 3.
2.
2.10 De gevoeligheid van de bewegingsdetectie aanpassen • De bewegingsdetectie kan variëren naargelang het object, de beeldresolutie en de beeldkwaliteit. Raadpleeg het onderdeel [Preview] om te controleren in welke mate de huidige instellingen bewegingen detecteren.
2.11 Alarmlogs verzenden 2.11 Alarmlogs verzenden 2.11 Alarmlogs verzenden U kunt de camera configureren zodat deze dagelijks via e-mail een log verzendt met de status van de sensor- en bewegingsdetectietriggers. Op die manier wordt u dagelijks via e-mail op de hoogte gesteld van eventuele gebeurtenissen waardoor de camera werd geactiveerd. Raadpleeg uw internetprovider of netwerkbeheerder voor de juiste instellingen. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2.
2.11 Alarmlogs verzenden – – [Send alarm logs only when the camera was triggered]: er worden alleen alarmlogs verzonden als de camera werd geactiveerd door een trigger. [Send alarm logs only when the camera was not triggered]: er worden alleen alarmlogs verzonden als de camera niet werd geactiveerd door een trigger. b. Bij [Active Time] selecteert u de dagen en de tijdstippen waarop de camera alarmlogs moet versturen. c.
2.11 Alarmlogs verzenden 4. Bij [How to authenticate] selecteert u de verificatiemethode die bij uw internetprovider vereist is voor het verzenden van e-mailberichten. Voer indien nodig de gevraagde instellingen in. – [No authentication]: selecteer deze optie als de server voor uitgaande e-mail geen verificatie vereist voor het verzenden van e-mailberichten.
3 Functies voor de mobiele telefoon 3 Functies voor de mobiele telefoon In dit onderdeel worden de beschikbare functies beschreven bij het gebruik van een mobiele telefoon die compatibel is met Panasonic-netwerkcamera's. Lees de volgende opmerkingen voor u deze functies gebruikt. • Bepaalde mobiele telefoons zijn niet compatibel met Panasonic-netwerkcamera's.
3.1 De camera oproepen via uw mobiele telefoon 3.1 De camera oproepen via uw mobiele telefoon 3.1 De camera oproepen via uw mobiele telefoon 1. Voer http:// in gevolgd door het IP-adres van de camera en /mobiel en roep het beeld van de camera op. Voorbeeld: http://***.***.***.***/mobiel Als het poortnummer van de camera niet 80 is, voert u ":" en het poortnummer in na het IP-adres. Voorbeeld: http://***.***.***.***:50001/mobiel Als u geregistreerd bent bij een DNS-service zoals Viewnetcam.
3.2 Stilstaande beelden bekijken op een mobiele telefoon 3.2 Stilstaande beelden bekijken op een mobiele telefoon 3.2 Stilstaande beelden bekijken op een mobiele telefoon Stilstaande beelden van de camera kunnen worden bekeken met een compatibele mobiele telefoon. A. Druk op [4] of [6] om de lens respectievelijk naar links of B. C. A B C D D. E G. F G H I E. F. H. I. rechts te pannen of druk op [2] of [8] om de lens respectievelijk omhoog of omlaag te tilten.
3.2 Stilstaande beelden bekijken op een mobiele telefoon Opmerking • Wanneer u de camera gebruikt als algemene gebruiker of gastgebruiker, is het mogelijk dat bepaalde functies uitgeschakeld zijn afhankelijk van de instelling bij [Access Level] voor de gebruiker (zie Pagina 122 en Pagina 125).
3.3 Alarmlogs bekijken op een mobiele telefoon 3.3 Alarmlogs bekijken op een mobiele telefoon 3.3 Alarmlogs bekijken op een mobiele telefoon Wanneer u de camera oproept via een mobiele telefoon, selecteert u [Alarm Log] om een rapport te bekijken van de laatste 50 triggergebeurtenissen (via sensor en bewegingsdetectie). Aan de hand van deze logs kunt u de datum, het tijdstip en het type (sensor of bewegingsdetectie) controleren van de laatste 50 keer dat de camera werd geactiveerd door een trigger.
3.4 In- en uitschakelen van bufferen van beelden via de mobiele telefoon 3.4 In- en uitschakelen van bufferen van beelden via de mobiele telefoon 3.4 In- en uitschakelen van bufferen van beelden via de mobiele telefoon Wanneer u de camera oproept via uw mobiele telefoon, selecteert u [Buffer/Transfer] om de configuratiepagina voor het bufferen en overzetten van beelden weer te geven op uw mobiele telefoon. Opmerking • U moet ingelogd zijn op de camera als beheerder om deze functie te kunnen gebruiken. 1.
4 De camera configureren voor toegang via het internet 4 De camera configureren voor toegang via het internet U kunt de camera configureren zodat deze kan worden opgeroepen via het internet. Zo kunt u om het even waar u bent camerabeelden bekijken en instellingen veranderen—zelfs via uw mobiele telefoon. Dit onderdeel geeft u meer uitleg over de concepten en procedures voor het configureren van uw camera (en andere netwerkapparaten) zodat u beelden van de camera kunt bekijken via het internet.
IP-adressen die verschillende apparaten van elkaar onderscheiden op hetzelfde LAN (local area network; persoonlijk netwerk) worden lokale IP-adressen genoemd. De IP-adressen in de bovenstaande voorbeelden zijn lokale IP-adressen.
Meer uitleg over port forwarding Als uw router de functie port forwarding ondersteunt (soms wordt dit ook address translation, static IP masquerade, virtual server, port mapping enz. genoemd afhankelijk van de fabrikant van de router), kunt u de router instellen om informatie die wordt ontvangen via specifieke poorten door te sturen naar een specifiek IP-adres.
Voorbeeld van hoe een Dynamic DNS-service u helpt bij het oproepen van uw camera via het internet 2 1 C B 3 D 5 A B 4 6 A Internet B ISP C Dynamic DNS-service D DNS-server 1. Uw internetprovider wijst een nieuw globaal IP-adres toe aan uw account voor internettoegang. 2. De camera brengt uw Dynamic DNS-service op de hoogte van het nieuwe globale IP-adres. 3. De Dynamic DNS-service brengt de DNS-server op de hoogte van het nieuwe globale IP-adres.
4.1 Port forwarding configureren 4.1 Port forwarding configureren 4.1 Port forwarding configureren Om uw camera op te roepen via het internet, dient u uw router te configureren voor port forwarding. Als uw router UPnP™ (Universal Plug and Play) ondersteunt, kunnen de camera en de router met elkaar communiceren en port forwarding automatisch instellen. Dit kunt u uitvoeren tijdens de initiële configuratie (zoals uitgelegd in de Configuratiegids) of via een van de onderstaande procedures.
4.1 Port forwarding configureren [Auto Port Forwarding] inschakelen via het tabblad [Internet] 1. Klik op het tabblad [Internet]. 2. Bij [Auto Port Forwarding (IPv4)] selecteert u [Enable]. 3. Klik op [Save]. • Er wordt een waarschuwing weergegeven met de melding dat het poortnummer van de camera kan wijzigen. 4. Klik op [OK]. • • • [Router configuration in progress to allow access from the Internet.] wordt weergegeven. Als u zich wilt registreren bij Viewnetcam.
4.1 Port forwarding configureren • • Als u de service van Viewnetcam.com wilt uitschakelen voor deze camera, gaat u naar de website van Viewnetcam.com (http://www.viewnetcam.com) en annuleert u de registratie. Als auto port forwarding in- of uitgeschakeld is op deze pagina, is deze functie ook in- of uitgeschakeld op de pagina [UPnP]. [Auto Port Forwarding] inschakelen via de pagina [UPnP] 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [UPnP] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic]. 3.
4.1 Port forwarding configureren 3. Klik op [Static] onder [Connection Mode]. 4. Schrijf het IP-adres en het poortnummer die hier worden weergegeven ergens neer. U zult deze instellingen nodig hebben bij het configureren van de router voor port forwarding. 5. Klik op [Save]. 6. Klik op [Restart]. 7. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw router voor het configureren van de functie port forwarding van de router.
4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service 4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service 4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service U kunt de camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com (zie Pagina 90) of een Dynamic DNSservice van een derde partij (zie Pagina 95). Een Dynamic DNS-service is een service die een eenvoudig te onthouden URL (webadres) toewijst aan de camera, zoals ***.viewnetcam.com.
4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service 4.2.1 De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com 4.2.1 De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com Als u uw camera via het internet wilt kunnen raadplegen, raden wij u Viewnetcam.com aan. Viewnetcam.com is een Dynamic DNS-service ontworpen voor Panasonic-netwerkcamera's. Voor meer informatie over Viewnetcam.com, kunt u terecht op de website http://www.viewnetcam.com.
4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com via het tabblad [Internet] 1. Klik op het tabblad [Internet]. 2. Bij [Viewnetcam.com Registration] selecteert u [Register with Viewnetcam.com]. 3. Klik op [Save]. 4. Klik op [Go to Viewnetcam.com Registration page] als [Setup completed] wordt weergegeven. • • De website Viewnetcam.com wordt weergegeven. Volg de instructies op het scherm om u te registreren bij Viewnetcam.com.
4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service De camera configureren voor het gebruik van Viewnetcam.com via de pagina [DynamicDNS] 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [DynamicDNS] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic]. 3. Selecteer [Viewnetcam.com] en vervolgens [Next]. 4. Klik op [Save]. • 92 Als de configuratie voltooid is, wordt [Success!] weergegeven.
4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service 5. Klik op [Go to Viewnetcam.com page]. 6. Klik op [Your Account Link]. 7. De website Viewnetcam.com wordt weergegeven. Volg de instructies op het scherm om u te registreren bij Viewnetcam.com. • Als de website Viewnetcam.com niet wordt weergegeven, controleert u of uw pc toegang heeft tot het internet en klikt u vervolgens op de vernieuwingsknop van uw webbrowser.
4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service Opmerking • Als de status wordt weergegeven als [Expired], controleert u of u geregistreerd bent bij Viewnetcam.com of herstart u de camera en roept u deze pagina opnieuw op. De updatefrequentie van het adres bij Viewnetcam.com wijzigen U kunt selecteren hoe vaak de camera de server van Viewnetcam.com op de hoogte brengt van het huidige globale IP-adres. 1. 2. 3. 4. 5. 94 Klik op het tabblad [Setup].
4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service 4.2.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service van een derde partij 4.2.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service van een derde partij Voor u de camera configureert voor het gebruik van een Dynamic DNS-service van een derde partij, dient u zich eerst te registreren bij de gewenste service. Vraag de Dynamic DNS-serviceprovider de benodigde instellingen voor de service.
4.2 De camera configureren voor het gebruik van een Dynamic DNS-service 4. Voer de URL in (voorafgegaan door http://)*1 die u heeft gekregen van uw Dynamic DNS-serviceprovider (max. 255 tekens). 5. Selecteer hoe vaak de camera de Dynamic DNS-service op de hoogte brengt van het huidige globale IP-adres. 6. Voer de gebruikersnaam*2 in die u hebt gekregen van de Dynamic DNS-serviceprovider (max. 63 tekens). 7. Voer het wachtwoord*2 in dat u hebt gekregen van de Dynamic DNS-serviceprovider (max. 63 tekens).
4.3 Internettoegang bevestigen 4.3 Internettoegang bevestigen 4.3 Internettoegang bevestigen Nadat u de camera hebt geconfigureerd voor het gebruik van een Dynamic DNS-service en de router hebt geconfigureerd voor port forwarding, controleert u of u de camera kunt raadplegen via het internet. Bij de meeste routers is het niet mogelijk om een camera via het internet op te roepen op een pc die aangesloten is op hetzelfde LAN als de camera.
5.1 Netwerkinstellingen 5 De camera-instellingen wijzigen 5 De camera-instellingen wijzigen 5.1 Netwerkinstellingen 5.1 Netwerkinstellingen De netwerkinstellingen van de camera worden doorgevoerd bij het configureren van de camera aan de hand van de instructies in de Configuratiegids. U kunt deze instellingen indien nodig later wijzigen via de procedures beschreven in dit onderdeel. Opmerking • U moet ingelogd zijn op de camera als beheerder om deze instellingen te wijzigen.
5.1 Netwerkinstellingen 5.1.1 Netwerkinstellingen (IPv4) 5.1.1 Netwerkinstellingen (IPv4) 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Network (IPv4)] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic]. 3. Selecteer de gewenste verbindingsmodus en configureer de juiste instellingen zoals in dit onderdeel wordt beschreven. – [Automatic Setup]: met deze instelling kan de camera automatisch de geschikte netwerkinstellingen ophalen bij uw breedbandrouter of uw internetprovider (ISP).
5.1 Netwerkinstellingen Opmerking • Als het IP-adres van de camera werd gewijzigd als gevolg van het wijzigen van de netwerkinstellingen, gebruikt u het configuratieprogramma op de cd-rom om het nieuwe IP-adres van de camera te zoeken (zie Pagina 164). • U kunt de huidige netwerkinstellingen controleren op de pagina [Status] (zie Pagina 139). [Static] 1. Stel de volgende parameters naar wens in. a.
5.1 Netwerkinstellingen • – 110: wordt gebruikt voor POP3 – 443: wordt gebruikt voor HTTPS – 4000: wordt gebruikt voor ICQ – 6661–6667: wordt gebruikt voor IRC Als u meerdere camera's aansluit en u van plan bent om port forwarding te gebruiken om internettoegang tot de camera's mogelijk te maken, wijst u een verschillend poortnummer toe aan elke camera. Wij raden u aan poortnummers te gebruiken tussen 50000–50050. c. Voer het IP-adres in dat u aan de camera wilt laten toewijzen.
5.1 Netwerkinstellingen [DHCP] 1. Stel de volgende parameters naar wens in. a. Bij [Network Configuration from Setup Program] selecteert u of de camera al dan niet mag worden geconfigureerd met het configuratieprogramma op de cd-rom. b. Voer bij [Internet Connection] het poortnummer in dat u aan de camera wilt laten toekennen. • • 102 Het standaard poortnummer is 80. Merk echter op dat sommige internetproviders geen toegang vanaf internet toestaan via poort 80.
5.1 Netwerkinstellingen • Als u meerdere camera's aansluit en u van plan bent om port forwarding te gebruiken om internettoegang tot de camera's mogelijk te maken, wijst u een verschillend poortnummer toe aan elke camera. Wij raden u aan poortnummers te gebruiken tussen 50000–50050. c. Voer de hostnaam*1 in als dit vereist is voor uw internetprovider of netwerkbeheerder. • Als de camera verbonden is met een router, kunt u dit veld normaal leeg laten. d.
5.1 Netwerkinstellingen 5.1.2 Proxyserverinstellingen 5.1.2 Proxyserverinstellingen De volgende instellingen zijn vereist als uw netwerk gebruik maakt van een proxyserver en u beelden wilt overzetten of triggerwaarschuwingen wilt verzenden via HTTP. Als uw netwerk geen proxyserver gebruikt, hoeft u deze instellingen niet door te voeren. Opmerking • Raadpleeg uw internetprovider of netwerkbeheerder om na te gaan of uw netwerk gebruik maakt van een proxyserver.
5.2 De camera draadloos gebruiken (alleen BL-C131) 5.2 De camera draadloos gebruiken (alleen BL-C131) 5.2 De camera draadloos gebruiken (alleen BL-C131) U kunt de BL-C131 draadloos gebruiken. In dat geval hoeft u de camera niet te verbinden via een LAN-kabel. Om de camera draadloos te kunnen gebruiken, moet u de volgende stappen uitvoeren: 1. De camera configureren voor een bedrade verbinding. Raadpleeg de bijgeleverde Installatiegids en Configuratiegids als dit nog niet is gebeurd. 2.
5.2 De camera draadloos gebruiken (alleen BL-C131) 5.2.1 De camera configureren voor draadloze verbinding (alleen BL-C131) 5.2.1 De camera configureren voor draadloze verbinding (alleen BL-C131) Configureer de camera voor draadloze toegang door de overeenstemmende camera-instellingen af te stemmen op de draadloze instellingen van uw draadloze router. Meer informatie hierover vindt u in de gebruikershandleiding van uw draadloze router.
5.2 De camera draadloos gebruiken (alleen BL-C131) Als u [No encryption] hebt geselecteerd Wanneer u [No encryption] hebt geselecteerd, wordt er geen codering gebruikt voor draadloze communicatie en is de veiligheid van de draadloze communicatie niet gewaarborgd. Als u [No encryption] selecteert, klikt u op [Save] om te voltooien. Als u [WEP] hebt geselecteerd Wanneer [WEP] geselecteerd is, wordt de WEP-standaard gebruikt voor de codering.
5.2 De camera draadloos gebruiken (alleen BL-C131) Sleutelformaat Aantal tekens [HEX, 10 characters, 64-bit] 10 [HEX, 26 characters, 128-bit] 26 [HEX, 32 characters, 152-bit] 32 [ASCII, 5 characters, 64-bit] 5 [ASCII, 13 characters, 128-bit] 13 [ASCII, 16 characters, 152-bit] 16 *1 Bruikbare tekens 0–9, a–f ASCII-tekens (zie Pagina 168)*1 [Spatie] kan niet worden gebruikt. Opmerking • De camera ondersteunt alleen Open System Authentication.
5.2 De camera draadloos gebruiken (alleen BL-C131) Als u [WPA2-PSK (AES)] hebt geselecteerd Wanneer [WPA2-PSK (AES)] geselecteerd is, wordt de WPA2-PSK (AES)-standaard gebruikt voor de codering. Raadpleeg de instellingen van uw draadloze router, voer de [Network Key] in, selecteer het sleutelformaat in het keuzemenu en klik op [Save] om te voltooien.
5.2 De camera draadloos gebruiken (alleen BL-C131) 5.2.2 De camera herstarten in de draadloze modus (alleen BL-C131) 5.2.2 De camera herstarten in de draadloze modus (alleen BL-C131) Nadat u de camera hebt geconfigureerd voor draadloze verbinding, volgt u de onderstaande procedure om de camera te herstarten in de draadloze modus. 1. 2. 3. 4. Schakel de camera uit door de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Stel de schakelaar WIRELESS/WIRED aan de onderkant van de camera in op WIRELESS.
5.3 UPnP™-instellingen 5.3 UPnP™-instellingen 5.3 UPnP™-instellingen De camera ondersteunt UPnP™-functies (Universal Plug and Play) waarmee u het volgende kunt uitvoeren: – De functie port forwarding van uw router configureren (hiervoor is een router compatibel met UPnP™ vereist). Dit is handig voor het oproepen van uw camera via het internet of een mobiele telefoon. Zie Pagina 81 voor meer informatie.
5.4 De datum en tijd instellen 5.4 De datum en tijd instellen 5.4 De datum en tijd instellen Stel de camera-instellingen voor datum en tijd in om er zeker van te zijn dat de functies voor het bufferen van beelden, overzetten van beelden, de werkingstermijn van de camera en de tijdstempel naar behoren werken. Opmerking • Alle gebufferde beelden in het interne geheugen worden verwijderd wanneer u klikt op [Save] op het einde van deze procedure. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2.
5.4 De datum en tijd instellen ii. Selecteer uw tijdzone. e. Bij [Adjust Clock for Daylight Saving Time/Summer Time] kunt u selecteren of de datum en tijd al dan niet automatisch worden aangepast aan de zomertijd. i. Als u ervoor kiest deze functie in te schakelen, voert u de maand, de dag en het tijdstip in wanneer de zomertijd in werking treedt (de klok van de camera wordt op het ingestelde tijdstip een uur vooruit gezet). ii.
5.5 De basisinstellingen van de camera wijzigen 5.5 De basisinstellingen van de camera wijzigen 5.5 De basisinstellingen van de camera wijzigen Op de pagina [Camera] van het tabblad [Setup] kunt u de basisinstellingen van de camera wijzigen. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Camera] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic]. 3. Stel de volgende parameters naar wens in. a. Bij [AC Power Source Frequency] selecteert u de gewenste instelling.
5.5 De basisinstellingen van de camera wijzigen • • • De beschikbare sluitertijden variëren naargelang de instelling bij [AC Power Source Frequency]: 60 Hz: 1/15 s, 1/30 s, 1/60 s, 1/120 s 50 Hz: 1/12.5 s, 1/25 s, 1/50 s, 1/100 s Deze instelling bepaalt de minimale sluitertijd. De sluitertijd kan toenemen bij het bekijken van heldere objecten. Merk op dat bij een snellere sluitertijd flikkerruis kan optreden afhankelijk van de lichtbron. Dit duidt niet op een storing. ii.
5.6 De audio-instellingen wijzigen 5.6 De audio-instellingen wijzigen 5.6 De audio-instellingen wijzigen Op de pagina [Audio] van het tabblad [Setup] kunt u de audio-instellingen van de camera wijzigen. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Audio] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic]. 3. Stel de volgende parameters naar wens in. a. Bij [Input] selecteert u of de microfoon van de camera in- of uitgeschakeld is. b. Bij [Camera Microphone Sensitivity] selecteert u de gewenste instelling.
5.7 De streaminstellingen voor bewegende beelden wijzigen 5.7 De streaminstellingen voor bewegende beelden wijzigen 5.7 De streaminstellingen voor bewegende beelden wijzigen Op de pagina [Video Streaming] van het tabblad [Setup] kunt u de streaminstellingen voor bewegende beelden wijzigen. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Video Streaming] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic]. 3. Stel de volgende parameters naar wens in. a. Bij [MPEG-4 Max.
5.7 De streaminstellingen voor bewegende beelden wijzigen • Het poortnummer boven RTP wordt gebruikt voor RTCP. Voorbeeld: als het poortnummer 33000 wordt gebruikt voor RTP, wordt poortnummer 33001 gebruikt voor RTCP. e. Bij [Multicast] vinkt u [Multicast settings screen is displayed.] aan om de camera te configureren voor multicasting. Klik op [Save] als u dit niet wenst.
5.7 De streaminstellingen voor bewegende beelden wijzigen ii. Voer het eerste poortnummer in dat moet worden gebruikt voor MPEG-4-streaming. Dit poortnummer moet een even getal zijn. iii. Voer het poortnummer in dat moet worden gebruikt voor audiostreaming. Dit poortnummer moet een even getal zijn. c. Bij [Multicast (IPv6)] vinkt u [Use] aan om multicasting voor IPv6 in te schakelen. In dat geval zijn de volgende instellingen ook vereist. i. Voer het IP-adres van de multicast in.
6.1 Meer uitleg over gebruikersaccounts 6 Gebruikersaccounts 6 Gebruikersaccounts 6.1 Meer uitleg over gebruikersaccounts 6.1 Meer uitleg over gebruikersaccounts De camera ondersteunt 3 verschillende types gebruikers. Elk type gebruiker kan de camera op verschillende manieren gebruiken en de beheerder kan bepalen over welke functies elke gebruiker kan beschikken.
6.2 De gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder wijzigen 6.2 De gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder wijzigen 6.2 De gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder wijzigen Uit veiligheidsoverwegingen verdient het aanbeveling een gebruikersnaam en wachtwoord met veel tekens in te stellen dat moeilijk te raden is. Wijzig ook regelmatig het wachtwoord voor extra beveiliging. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2.
6.3 Algemene gebruikers 6.3 Algemene gebruikers 6.3 Algemene gebruikers U kunt tot 50 algemene gebruikersaccounts registreren. Elke gebruiker heeft een eigen gebruikersnaam en wachtwoord, en u kunt bepalen welke camerafuncties beschikbaar zijn voor algemene gebruikers. Opmerking • Uit veiligheidsoverwegingen verdient het aanbeveling gebruikersnamen en wachtwoorden in te stellen die moeilijk te raden zijn. Wijzig ook regelmatig de wachtwoorden voor extra beveiliging.
6.3 Algemene gebruikers 4. Voer bij [Input User Name and Password] de gebruikersnaam en het wachtwoord in en voer vervolgens opnieuw het wachtwoord in ter verificatie. • Raadpleeg Pagina 168 voor een lijst met geldige tekens. Merk op dat [Spatie], ["], ['], [&], [<], [>] en [:] niet beschikbaar zijn. 5. Stel de volgende parameters naar wens in. a. Bij [Access Level] selecteert u de gewenste instelling voor [Video Display Time].
6.3 Algemene gebruikers • U kunt functies afzonderlijk selecteren of u kunt op [Level 1], [Level 2] of [Level 3] klikken om de overeenstemmende groep functies te activeren. 6. Klik op [Save]. Opmerking • Gebruikers kunnen klikken om te centreren wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, zelfs wanneer de functie Klikken om te centreren uitgeschakeld is. Gebruikers kunnen op het beeld klikken om dat deel te centreren binnen het gezoomde gebied, maar de lens wordt in dat geval niet gepand of getild.
6.4 Gastgebruikers 6.4 Gastgebruikers 6.4 Gastgebruikers Gastgebruikers zijn anonieme gebruikers die geen gebruikersnaam of wachtwoord hoeven in te voeren om de camera te gebruiken. U kunt bepalen welke camerafuncties beschikbaar zijn voor gastgebruikers of de toegang volledig verbieden. BELANGRIJK Om niet gemachtigd gebruik van de camera te voorkomen, is het belangrijk dat u door middel van gebruikersnamen en wachtwoorden beheert wie de camera kan gebruiken.
6.4 Gastgebruikers 4. Bij [User ID List] selecteert u [Guest User] en klikt u op [Modify]. 5. Stel de volgende parameters naar wens in. a. Bij [Access Level] selecteert u de gewenste instelling voor [Video Display Time]. – – – [Unlimited]: de gebruiker kan zonder beperking videobeelden van de camera bekijken ([MPEG-4] of [MJPEG]). [Not permitted]: de gebruiker kan alleen stilstaande beelden bekijken.
6.4 Gastgebruikers Opmerking • Gebruikers kunnen klikken om te centreren wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, zelfs wanneer de functie Klikken om te centreren uitgeschakeld is. Gebruikers kunnen op het beeld klikken om dat deel te centreren binnen het gezoomde gebied, maar de lens wordt in dat geval niet gepand of getild.
6.5 Het tabblad Login 6.5 Het tabblad Login 6.5 Het tabblad Login Als gastgebruikers de camera mogen gebruiken (zie Pagina 125), wordt er geen verificatievenster weergegeven als u de camera gebruikt en wordt het tabblad [Login] weergegeven op de startpagina. Klik op dit tabblad om in te loggen op de camera als beheerder of als een algemene gebruiker.
7.1 Instellingen voor beeldweergave wijzigen 7 Geavanceerde instellingen 7 Geavanceerde instellingen 7.1 Instellingen voor beeldweergave wijzigen 7.1 Instellingen voor beeldweergave wijzigen U kunt de naam van de camera wijzigen, alsook de manier waarop de camerabeelden worden weergegeven telkens als iemand de camera gebruikt.
7.1 Instellingen voor beeldweergave wijzigen 2. Klik op [Image Display] aan de linkerkant van het scherm, onder [Advanced].
7.1 Instellingen voor beeldweergave wijzigen 3. Stel de volgende parameters naar wens in. a. Verander bij [Camera Name] de naam van de camera naar wens (max. 15 tekens). • Raadpleeg Pagina 168 voor een lijst met geldige tekens. Merk op dat [Spatie], ["], ['], [&], [<] en [>] niet beschikbaar zijn. b.
7.2 Meerdere camera's registreren 7.2 Meerdere camera's registreren 7.2 Meerdere camera's registreren Op het tabblad [Multi] van deze camera kunt u andere netwerkcamera's van Panasonic registreren. Op die manier kunt u beelden van maximaal 16 camera's bekijken door deze camera op te roepen en op het tabblad [Multi] te klikken. Andere camera's op deze camera registreren 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Multi-Camera] aan de linkerkant van het scherm, onder [Advanced]. 3. Klik op [Add]. 4.
7.2 Meerdere camera's registreren Eerder geregistreerde camera's wijzigen 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Multi-Camera] aan de linkerkant van het scherm, onder [Advanced]. 3. Selecteer het gewenste cameranummer. 4. Verander de instellingen naar wens. 5. Klik op [Save]. Eerder geregistreerde camera's verwijderen 1. 2. 3. 4. 5. Klik op het tabblad [Setup]. Klik op [Multi-Camera] aan de linkerkant van het scherm, onder [Advanced]. Selecteer het gewenste cameranummer. Klik op [Delete].
7.3 Werkingstermijnen instellen 7.3 Werkingstermijnen instellen 7.3 Werkingstermijnen instellen U kunt de dagen en tijdstippen instellen waarop algemene gebruikers en gastgebruikers camerabeelden kunnen bekijken (de beheerder kan altijd camerabeelden bekijken). Als de camera buiten de werkingstermijn wordt opgeroepen, wordt het camerabeeld op de pagina voor één camera, voor meerdere pagina's en voor gebufferde beelden als een grijs scherm weergegeven. Bovendien wordt [The operation time has ended.
7.3 Werkingstermijnen instellen Opmerking • Als er 2 instellingen voor de werkingstermijn overlappen, heeft de instelling [Enable] voorrang. In het onderstaande voorbeeld is de camera zo ingesteld dat deze uitgeschakeld is op maandagen (in instelling nr. 1) en uitgeschakeld is op dinsdagen (in instelling nr. 2). De camera kan echter zowel op maandagen als dinsdagen worden gebruikt omdat die dagen allebei geactiveerd zijn door een van de instellingen.
7.4 De weergave van het lampje wijzigen 7.4 De weergave van het lampje wijzigen 7.
7.5 Privacymodus 7.5 Privacymodus 7.5 Privacymodus Met de privacymodus kunt u uw privacy beschermen door de lensopening te sluiten, waardoor de camerabeelden niet kunnen worden bekeken. Wanneer de privacymodus geactiveerd is: – licht het lampje rood op zodat u gemakkelijk kunt zien dat deze functie ingeschakeld is. – worden er geen camerabeelden gebufferd of overgezet. – wordt de camerabeelden vervangen door een grijs scherm wanneer iemand deze aan het bekijken is.
7.5 Privacymodus De knop PRIVACY uitschakelen U kunt de knop PRIVACY uitschakelen zodat de privacymodus niet kan worden in-of uitgeschakeld met de knop PRIVACY. 1. 2. 3. 4. 138 Klik op het tabblad [Setup]. Klik op [Privacy Mode] aan de linkerkant van het scherm, onder [Advanced]. Bij [PRIVACY Button] vinkt u [Enable] uit. Klik op [Save].
8.1 De status van de camera controleren 8 Beheer en onderhoud van de camera 8 Beheer en onderhoud van de camera 8.1 De status van de camera controleren 8.
8.2 De status van de draadloze verbinding controleren (alleen BL-C131) 8.2 De status van de draadloze verbinding controleren (alleen BL-C131) 8.
8.3 De sessiestatus controleren 8.3 De sessiestatus controleren 8.3 De sessiestatus controleren U kunt diverse informatie over clientsessies controleren op de pagina [Session Status], zoals: – Het aantal actieve video- (MPEG-4 en MJPEG) en audiosessies – De status van de multicastsessie 1. Klik op het tabblad [Maintenance]. 2. Klik op [Session Status] aan de linkerkant van het scherm, onder [Maintenance]. 3. Controleer de gewenste informatie.
8.4 Alarmlogs controleren 8.4 Alarmlogs controleren 8.4 Alarmlogs controleren U kunt informatie bekijken over de laatste 50 sensor- en bewegingsdetecties op de pagina [Alarm Log]. 1. Klik op het tabblad [Maintenance]. 2. Klik op [Alarm Log] aan de linkerkant van het scherm, onder [Maintenance]. 3. Controleer de gewenste informatie. Opmerking • Bij het herstarten van de camera wordt de inhoud van de alarmlog verwijderd.
8.5 De camera herstarten 8.5 De camera herstarten 8.5 De camera herstarten U kunt de camera herstarten via de pagina [Restart]. Opmerking • Bij het herstarten van de camera worden alle gebufferde beelden in het interne geheugen verwijderd. • Bij het herstarten van de camera wordt de inhoud van de alarmlog verwijderd. • De BL-C111 en BL-C131 doen er niet even lang over om te herstarten. 1. Klik op het tabblad [Maintenance]. 2. Klik op [Restart] aan de linkerkant van het scherm, onder [Maintenance]. 3.
8.6 De firmware van de camera bijwerken 8.6 De firmware van de camera bijwerken 8.6 De firmware van de camera bijwerken U kunt de firmware van de camera bijwerken via de pagina [Update Firmware]. 1. Download de nieuwste firmware van de website "Network Camera" van Panasonic (http://panasonic.co.jp/pcc/products/en/netwkcam/support/info.html) en sla deze op uw pc op. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Klik op het tabblad [Maintenance]. Klik op [Update Firmware] aan de linkerkant van het scherm, onder [Maintenance].
8.7 Instellingen opslaan in een configuratiebestand 8.7 Instellingen opslaan in een configuratiebestand 8.7 Instellingen opslaan in een configuratiebestand U kunt een configuratiebestand (een back-up van de camera-instellingen) op uw pc opslaan en de instellingen later herstellen als u dat wenst (zie Pagina 146). 1. 2. 3. 4. Klik op het tabblad [Maintenance]. Klik op [Save Settings] aan de linkerkant van het scherm, onder [Maintenance]. Klik op [Save].
8.8 Instellingen herstellen via een configuratiebestand 8.8 Instellingen herstellen via een configuratiebestand 8.8 Instellingen herstellen via een configuratiebestand Als u een configuratiebestand (een back-up van de camera-instellingen) op uw pc hebt opgeslagen, kunt u de instellingen later herstellen. Als u de fabrieksinstellingen van de camera herstelt, kan de camera instellingen laden via een configuratiebestand. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Klik op het tabblad [Maintenance].
8.9 De camera resetten 8.9 De camera resetten 8.9 De camera resetten U kunt de fabrieksinstellingen herstellen voor alle camera-instellingen. 1. Klik op het tabblad [Maintenance]. 2. Klik op [Reset to Factory Default] aan de linkerkant van het scherm, onder [Maintenance]. 3. Klik op [Execute]. • Het lampje knippert oranje en wordt vervolgens gedurende enkele seconden uitgeschakeld. Opmerking • Schakel de camera niet uit tijdens het resetten van de camera.
8.9 De camera resetten De camera resetten via de FACTORY DEFAULT RESET-knop U kunt ook de fabrieksinstellingen herstellen voor alle camera-instellingen door ongeveer één seconde op de FACTORY DEFAULT RESET-knop te drukken met een puntig voorwerp. De camera moet ingeschakeld zijn om hem te resetten.
9 Het tabblad [Support] 9 Het tabblad [Support] Alle gebruikers hebben toegang tot het tabblad [Support], van waaruit ze naar de volgende pagina's kunnen gaan. De pagina [Help] Hier vindt u de belangrijkste hulpinformatie. De pagina [Wireless Help] (alleen BL-C131) Hier vindt u de belangrijkste hulpinformatie over draadloze instellingen. De pagina [Product Information] Hier vindt u een link naar de website "Network Camera" van Panasonic, waar u productinformatie kunt bekijken.
10 IPv6 gebruiken 10 IPv6 gebruiken Uw netwerkcamera van Panasonic ondersteunt IPv6 (Internet Protocol Version 6). IPv6 is een protocol van de nieuwste generatie dat verondersteld is uiteindelijk IPv4 te vervangen, het huidige standaard internetprotocol. Naarmate het internet verder groeit en er steeds meer IP-compatibele apparaten op de markt komen, begint het aantal IP-adressen dat IPv4 ondersteunt, te slinken.
10.1 Uw router voor IPv6 configureren 10.1 Uw router voor IPv6 configureren 10.1 Uw router voor IPv6 configureren Raadpleeg uw internetprovider en de gebruikershandleiding van uw router voor meer informatie over het configureren van de router voor IPv6. Indien toegang van buitenaf (WAN-toegang) uitgeschakeld is op de router, gebruikt u de functie voor packet filtering van de router zodat de router de gewenste TCP- en UDP-packets kan ontvangen vanaf de WAN-kant.
10.2 Uw pc voor IPv6 configureren 10.2 Uw pc voor IPv6 configureren 10.2 Uw pc voor IPv6 configureren IPv6 wordt ondersteund door Microsoft Vista en Windows XP Service Pack 1 of recenter. Volg de onderstaande procedure om uw pc klaar te maken voor IPv6 als u Windows XP gebruikt. 1. Klik op [Start][Alle programma's][Bureau-accessoires][Opdrachtprompt]. 2. Voer ipv6 install in als de [Opdrachtprompt] wordt weergegeven. Als de installatie voltooid is, krijgt u [Geslaagd.] te zien. 3.
10.3 Uw camera voor IPv6 configureren 10.3 Uw camera voor IPv6 configureren 10.3 Uw camera voor IPv6 configureren Als de [Connection Mode] op de pagina [Network (IPv6)] op [Automatic Setup] is ingesteld, wordt er automatisch een IPv6-adres toegekend aan de camera. Volg de onderstaande procedure om een statisch IPv6-adres toe te kennen. 1. Klik op het tabblad [Setup]. 2. Klik op [Network (IPv6)] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic]. 3.
10.3 Uw camera voor IPv6 configureren • • Normaal kunt u die instelling op [Auto Negotiation] laten staan. Alleen BL-C131: als u de camera in de draadloze modus gebruikt, moet [Auto Negotiation] geselecteerd zijn. 2. Klik op [Save]. 3. Klik op [Restart] als de melding [New settings are saved.] wordt weergegeven. Opmerking • U kunt de huidige netwerkinstellingen controleren op de pagina [Status] (zie Pagina 139). U kunt het IPv6-adres van de camera ook controleren via het configuratieprogramma.
10.3 Uw camera voor IPv6 configureren • Raadpleeg uw internetprovider of netwerkbeheerder voor de juiste instellingen. c. Voer bij [Default Gateway] het IP-adres in van de router of het IP-adres van de standaardgateway dat uw internetprovider voorziet. d. Voer bij [DNS] de IP-adressen in van de primaire en secundaire DNS-servers die uw internetprovider voorziet. e. Selecteer bij [Max. Bandwidth Usage] de maximale bandbreedte die u de camera wilt laten gebruiken.
10.4 De camera gebruiken in IPv6-modus 10.4 De camera gebruiken in IPv6-modus 10.4 De camera gebruiken in IPv6-modus U hebt de volgende informatie nodig om de camera in de IPv6-modus te kunnen gebruiken. Voor gebruikers van Internet Explorer 6: • De URL die u toegekend werd door de domeinnaamservice of de Dynamic DNS-service waarbij u de camera registreerde (bv. ***.viewnetcam.com). • Het poortnummer van de camera als dit niet 80 is.
10.5 IPv6-toegang via internet toestaan 10.5 IPv6-toegang via internet toestaan 10.5 IPv6-toegang via internet toestaan U kunt de camera configureren zodat IPv6-toegang via internet wordt toegestaan of verboden 1. Klik op het tabblad [Internet]. 2. Selecteer [Yes] bij [Allow Access from the Internet (IPv6)] om IPv6-toegang tot de camera via internet toe te staan of [No] om IPv6-toegang tot de camera te verbieden.
11.1 Proxyserverinstellingen 11 Pc-instellingen 11 Pc-instellingen 11.1 Proxyserverinstellingen 11.1 Proxyserverinstellingen Een proxyserver wordt gebruikt ter bescherming van computers wanneer deze verbinding maken met internet. Als uw computernetwerk gebruikt maakt van een proxyserver (dit is vooral zo bij bedrijfsnetwerken en in mindere mate bij thuisnetwerken) en u gebruikt de camera vanaf een pc die aangesloten is op hetzelfde LAN als de camera, dan kunt u de volgende problemen ervaren.
11.1 Proxyserverinstellingen 3. Klik op het tabblad [Aansluitingen] en klik vervolgens op [LAN-instellingen...].
11.1 Proxyserverinstellingen 4. Als er een vinkje naast [Een proxyserver voor het LAN-netwerk gebruiken] te zien is, klikt u op [Geavanceerd]. • Als er geen vinkje naast [Een proxyserver voor het LAN-netwerk gebruiken] te zien is, klikt u op [Annuleren]. U hoeft geen instellingen te veranderen. 5. Geef het IP-adres van de camera op in het veld bij [Proxyserver niet gebruiken voor adressen die beginnen met:]. 6. Klik op [OK].
11.2 Een snelkoppeling naar de camera maken 11.2 Een snelkoppeling naar de camera maken 11.2 Een snelkoppeling naar de camera maken In de map [Mijn netwerklocaties] op uw computer kunt u een snelkoppeling maken naar de camera die automatisch bijgewerkt wordt, zelfs als het IP-adres van de camera verandert. Om deze functie te gebruiken moet u eerst de UPnP™-component van Windows activeren met behulp van de volgende procedure. Opmerking • Windows 2000 ondersteunt deze functie niet.
11.3 De instelling voor [Tijdelijke internetbestanden] wijzigen 11.3 De instelling voor [Tijdelijke internetbestanden] wijzigen 11.3 De instelling voor [Tijdelijke internetbestanden] wijzigen Als er oude beelden worden weergegeven wanneer u de camera gebruikt, wijzigt u de instelling voor [Tijdelijke internetbestanden] aan de hand van de volgende procedure.
11.4 Over de MPEG-4-viewer 11.4 Over de MPEG-4-viewer 11.4 Over de MPEG-4-viewer De MPEG-4-viewer is een ActiveX-besturingselement dat wordt gebruikt om MPEG-4-bestanden af te spelen in Internet Explorer. Deze software wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u voor het eerst MPEG-4video's bekijkt. Er is een softwarelicentie voor de MPEG-4-decoder inbegrepen in de MPEG-4-viewer die geldig is voor 1 pc. Gelieve de inbegrepen gebruiksrechtovereenkomst te lezen voor u de viewer installeert.
12 Het configuratieprogramma gebruiken 12 Het configuratieprogramma gebruiken U kunt het configuratieprogramma, dat op de meegeleverde cd-rom staat, gebruiken om: – camera's te vinden op het LAN en informatie (IP-adres, firmwareversie, status, enz.) te controleren als dat nodig is (zie Pagina 164). – de netwerkinstellingen van een camera te configureren (zie Pagina 164). – de firmware van een camera te updaten (zie Pagina 165).
5. Selecteer de gewenste verbindingsmodus en voer de juiste instellingen in. Raadpleeg Pagina 99 voor meer informatie over elke instelling. – [Automatic Setup]: hiermee wordt de camera automatisch geconfigureerd op basis van uw netwerkinstellingen. – [Specify an IP Address]: hiermee kunt u een statisch IP-adres toekennen. Raadpleeg uw internetprovider of netwerkbeheerder voor meer informatie. a. b. c. d. e. – Geef een IP-adres op dat overeenstemt met uw netwerkinstellingen.
2. Klik op [Save Settings to PC/Save Settings to Camera]. 3. Selecteer de gewenste camera, voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in als u dat gevraagd wordt en klik op [OK]. 4. Klik op [Save Settings to PC]. 5. Geef een locatie op waar u het bestand wilt opslaan en klik op [Save]. 6. Klik op [OK] als [Settings were saved on the PC.] wordt weergegeven. Opmerking • Gebufferde beelden worden niet in het configuratiebestand opgeslagen. • De extensie (.
13.1 De camera reinigen 13 Technische informatie 13 Technische informatie 13.1 De camera reinigen 13.1 De camera reinigen Voor de beste prestaties is het aan te raden de camera geregeld te reinigen. Schakel de camera uit voor u deze reinigt. De behuizing reinigen Reinig de behuizing met een droge en zachte doek. Opmerking • Gebruik geen alcohol, schuurpoeder, reinigingsmiddelen, wasbenzine, thinner, was, petroleumderivaten, pesticiden, glasreiniger, haarlak of heet water om de camera te reinigen.
13.2 ASCII-tekentabel 13.2 ASCII-tekentabel 13.2 ASCII-tekentabel 168 [Spatie] 0 @ P ` p ! 1 A Q a q " 2 B R b r # 3 C S c s $ 4 D T d t % 5 E U e u & 6 F V f v ' 7 G W g w ( 8 H X h x ) 9 I Y i y * : J Z j z + ; K [ k { , < L \ l | - = M ] m } .
13.3 Capaciteit van het interne geheugen voor gebufferde beelden 13.3 Capaciteit van het interne geheugen voor gebufferde beelden 13.3 Capaciteit van het interne geheugen voor gebufferde beelden Het interne geheugen van de camera kan beelden bufferen volgens de onderstaande tabel. Opmerking • Alle waarden zijn bij benadering.
13.4 Lijst met standaardinstellingen 13.4 Lijst met standaardinstellingen 13.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter Proxy Server Settings Standaard Waardebereik – – Address Port No. 8.080 1–65535 Login ID – – Password – – Network Configuration from Setup Program Network Configuration from Setup Program (alleen beschikbaar voor statische en DHCP-verbinding) Enable Enable, Disable Internet Connection Port No. (alleen beschikbaar voor statische en DHCP-verbinding) 80 1–65535 IP Address (alleen beschikbaar voor statische verbinding) 192.168.0.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter Internet Connection Port No. (alleen beschikbaar voor statische verbinding) Standaard 80 Waardebereik 1–65535 IP Address (alleen beschikbaar voor statische verbinding) – – Default Gateway Default Gateway (alleen beschikbaar voor statische verbinding) – – DNS Primary Server Address – – Secondary Server Address – – Max. Bandwidth Usage Max.
13.4 Lijst met standaardinstellingen DynamicDNS Parameter Standaard DynamicDNS Disable User-specified DynamicDNS DynamicDNS Server URL Updating time Waardebereik Viewnetcam.com, Userspecified DynamicDNS, Disable – 10 min – At the time of starting, 10 min, 30 min, 1 h, 3 h, 6 h, 12 h, 24 h Input User Name and Password User Name – – Password – – Viewnetcam.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter Shutter Speed/Color Night View Standaard Waardebereik Shutter Speed 1/12.5 s 50 Hz: 1/12.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter Multicast (IPv4) Multicast (IPv6) Standaard Waardebereik Use Niet aangevinkt – Address 231.244.244.241 – MPEG-4 Port No. 30000–30006 2000–65520 (moet een even getal zijn) Audio Port No. 30020 2000–65520 (moet een even getal zijn) Use Niet aangevinkt – Address ff1e::0010 – MPEG-4 Port No. 30100–30106 2000–65520 (moet een even getal zijn) Audio Port No.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Guest User Parameter Access Level Standaard Waardebereik Video Display Time Not permitted Not permitted, Unlimited, 10 s, 30 s, 1 min, 5 min, 10 min, 30 min, 60 min Refresh Rate 3s 3 s, 5 s, 10 s, 30 s, 60 s Alle functies Alles uitgevinkt – Trigger Parameter Trigger Setting Time Image Setting Standaard Enable Image Buffer/Transfer Niet ingeschakeld Trigger Nr. 1: Motion Detection Nr.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter Image Buffer Frequency (voor sensor- of bewegingsdetectietriggers) Standaard Waardebereik Enable Pre-trigger Image Buffer Nr. 1: ingeschakeld No. 2–5: niet ingeschakeld – Image Buffer Frequency Nr. 1: 5 beelden bufferen elke 1 seconde, 5 beelden in totaal Nr. 2–5: 1 beeld bufferen elke 1 seconde, 1 beeld in totaal Enable Post-trigger Image Buffer Ingeschakeld Image Buffer Frequency Nr. 1: 5 beelden bufferen elke 1 seconde, 20 beelden in totaal Nr.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter FTP Standaard Waardebereik – – Server IP Address or Host Name Port No.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter HTTP – 80 1–65535 – – Password – – Upload File Name – – Overwrite File SMTP Server IP Address or Host Name Port No.
13.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter POP before SMTP authentication Waardebereik – – POP3 Server IP Address or Host Name Port No.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter Banner Display Standaard Enable Niet aangevinkt Banner user All users Waardebereik – All users, Administrator only, General user only Image URL – – Link URL – – Standaard Waardebereik – – Multi-Camera Parameter Multi-Camera Display On – IP Address or Host Name selfcamera – Port No. – Camera Name (modelnr.
13.4 Lijst met standaardinstellingen Parameter Privacy Mode Standaard Disable Waardebereik Enable, Disable Internet Parameter Standaard Waardebereik Auto Port Forwarding (IPv4) Disable Enable, Disable Viewnetcam.com Registration Do not register with Viewnetcam.com Register with Viewnetcam.com, Do not register with Viewnetcam.
13.5 Technische gegevens 13.5 Technische gegevens 13.5 Technische gegevens Technische gegevens van de camera Items Technische gegevens Zoom 10 digitale zoom (per veld) Pan-/tilthoek Pannen: -50 tot +50 , Tilten: -40 tot +10 Aantal pixels 1/6" CMOS-sensor, 320.000 pixels Verlichting 10–10.000 lx (3–10.
13.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Panasonic Communications Co., Ltd. 1-62, 4-chome, Minoshima, Hakata-ku, Fukuoka 812-8531, Japan Copyright: Deze gegevens zijn auteursrechterlijk beschermd door Panasonic Communications Co., Ltd. en mogen alleen voor intern gebruik worden gereproduceerd. Enige andere vorm van reproductie, geheel of deels, is verboden zonder schriftelijke toestemming van Panasonic Communications Co., Ltd. 2007 Panasonic Communications Co.