Operation Manual

62
Het beeldformaat wijzigen (Beeldmodus)
Opnamefuncties
C Beeldmodus
Een wijziging aan deze instelling is van toepassing op alle opnamestanden.
Bij bepaalde functies kan deze instelling mogelijk niet worden ingeschakeld. Zie “Functies die niet tegelijk
kunnen worden toegepast” (A 63) voor meer informatie.
C Aantal resterende opnamen
In de volgende tabel ziet u hoeveel foto's er ongeveer kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen
en op een geheugenkaart van 4 GB. Let op: het aantal foto's dat kan worden opgeslagen, hangt af van de
compositie van de foto (vanwege de JPEG-compressie). Dit aantal kan verschillen naargelang het merk van
de geheugenkaart, zelfs wanneer voor de geheugenkaarten dezelfde capaciteit wordt opgegeven.
1
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende
opnamen weergegeven als “9999”.
2
Afdrukformaat bij een afdrukresolutie van 300 dpi. Afdrukformaten worden berekend door het
aantal pixels te delen door de printerresolutie (dpi) en het resultaat te vermenigvuldigen met
2,54 cm. Wanneer foto's echter op hetzelfde beeldformaat worden afgedrukt op hogere resolutie,
worden ze kleiner afgedrukt dan het aangegeven formaat; als ze worden afgedrukt op lagere
resolutie, worden ze groter afgedrukt dan het aangegeven formaat.
Beeldmodus
Intern geheugen
(circa 94 MB)
Geheugenkaart
1
(4 GB)
Afdrukformaat
2
(cm)
Q 4320×3240P 14 550 Circa 36 × 27
R 4320×3240 27 1100 Circa 36 × 27
R 3264×2448 48 1910 Circa 28 × 21
L 2592×1944 74 2940 Circa 22 × 16
M 2048×1536 116 4640 Circa 17 × 13
N 1024×768 378 15000 Circa 9 × 7
O 640×480 673 24100 Circa 5 × 4
P 4224×2376 38 1290 Circa 35 × 20