Operation Manual
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Nog meer aanwijzingen voor het gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt
afnemen.
Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans-
portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk:
“Plaatsen en aansluiten”, paragraaf: “Transportbeveiliging verwijde-
ren”. Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij
het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasautomaat en aan
de meubels / apparaten die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd afwezig bent (bijv. tijdens vakan-
ties), zeker als er zich in de buurt van de wasautomaat geen afvoer in
de vloer bevindt, bijvoorbeeld een putje.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of
wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt. Zorg er daar-
om ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan deze door de kracht van het wegstro-
mende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals spijkers, naalden, munten en pa-
perclips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de
wasautomaat beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde
onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het wasgoed ver-
oorzaken.