Gebruiksaanwijzing Wasautomaat Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, in‐ stalleert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................... 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................ 7 Bediening van de wasautomaat ......................................................................... 14 Bedieningspaneel .................................................................................................. 14 Touchscreen met sensortoetsen......................................................
Inhoud Textielbehandelingssymbolen............................................................................. 43 Centrifugeren ....................................................................................................... 44 Programma-overzicht.......................................................................................... 46 Programmaverloop .............................................................................................. 52 Programmaverloop wijzigen ......................
Inhoud Wasmiddeladviezen conform verordening (EU) Nr. 1015/2010 ............................. 72 Reiniging en onderhoud ...................................................................................... 75 Trommel reinigen(Hygiëne Info).............................................................................. 75 Ommanteling en bedieningspaneel reinigen.......................................................... 75 Wasmiddellade reinigen..................................................................
Inhoud Technische gegevens ........................................................................................ 106 Instellingen ......................................................................................................... 107 Instellingen kiezen en wijzigen ............................................................................. 107 Menu Instellingen verlaten ................................................................................... 107 Taal .................................
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak‐ kingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Oude elektrische en elektronische ap‐ paraten bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐ weest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Ondeskundig gebruik echter kan persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor‐ dat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrij‐ ke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er kinderen in huis zijn Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de was‐ automaat komen als ze constant onder toezicht staan. Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon‐ der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moe‐ ten bedienen en als ze weten wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het niet goed bedienen. Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De elektrische veiligheid van de wasautomaat is uitsluitend ge‐ waarborgd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het ge‐ volg is van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasauto‐ maat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan èèn van de volgende voorwaarden is voldaan: – als de stekker uit de contactdoos is getrokken of – als de desbetreffende zekering van de huisinstallatie is uitgescha‐ keld of – of als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Nog meer aanwijzingen voor het gebruik Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen. Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans‐ portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten", paragraaf: "Transportbeveiliging verwijde‐ ren".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wees voorzichtig bij het openen van de deur wanneer u de stoomfunctie heeft gebruikt. U loopt het risico zich te verbranden door vrijkomend stoom en door hoge temperaturen aan het tromme‐ loppervlak en het glas. Doe een stapje terug en wacht totdat de stoom is weggetrokken. De maximale beladingscapaciteit bedraagt 9 kg (droog wasgoed), maar sommige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken en mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt. Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, neem dan direct contact op met de dokter. Personen die een gevoe‐ lige of beschadigde huid hebben, kunnen het vloeibaar wasmiddel maar beter niet aanraken.
Bediening van de wasautomaat Bedieningspaneel a Touchscreen d -toets Nadere bijzonderheden over het dis‐ Om terug te gaan naar het hoofdme‐ nu. Vooraf ingestelde waarden wor‐ play kunt u op de volgende bladzij‐ den vinden. den niet opgeslagen. b Start/Stop-toets Met deze toets kunt u het gekozen wasprogramma starten en een ge‐ start programma afbreken. Zodra de toets knippert, kunt u het gekozen programma starten.
Bediening van de wasautomaat Touchscreen met sensor‐ toetsen De sensortoetsen , en Start/Stop en de sensortoetsen in het display reage‐ ren op aanraking met de vingertoppen. Puntige of scherpe voorwerpen, zo‐ als bijv. pennen, kunnen krassen op het display veroorzaken. Raak het display uitsluitend met uw vingertoppen aan. Door het aantippen van de sensor‐ toetsen in het display wordt een punt uit een overzicht of een submenu geko‐ zen. Vervolgens start een ander menu.
Bediening van de wasautomaat Wasassistent Artikelenmix Met de wasassistent wordt u stap voor stap naar een optimaal wasprogramma voor uw wasgoed geleid. Scrollbalk U heeft een paar licht verontreinigde kledingstukken en/of ander textiel die allemaal op een verschillende manier moeten worden gewassen. Gezien de kleine hoeveelheden kunnen ze echter niet in een apart programma worden gewassen. Aan de scrollbalk kunt u zien dat er meer keuzemogelijkheden of teksten volgen.
Bediening van de wasautomaat Voorbeelden voor de bediening Menu Opties (u kunt meerdere opties kiezen): Keuzelijsten Menu Programma's (u kunt slechts een programma kiezen): Programma's Overige extra functies Gladstomen Inweken Kort Spoelstop Katoen Kreukherstellend Fijne was Wol < > Jeans Overhemden OK < > Door het aanraken van de sensor‐ toetsen < of > bladert u in de keuze‐ lijst naar links of naar rechts. Aan de scrollbalk kunt u zien dat er meer keuzemogelijkheden volgen.
Bediening van de wasautomaat Waarden verlagen of verhogen In enkele menu's kunt u waarden instel‐ len. Temperatuur 30 °C Koud - 90°C – + OK De waarde die kan worden gewijzigd is gemarkeerd met een witte ondergrond. Met het aantippen van de – - toets ver‐ laagt u de waarde en met het aantippen van de + - toets verhoogt u de waarde. Met het aantippen van de OK - toets bevestigt u uw wit gemarkeerde keuze.
Ingebruikneming van het apparaat Beschermfolie en sticker ver‐ wijderen Dispensers uit de trommel ver‐ wijderen Verwijder In de trommel bevinden zich twee dis‐ pensers met de wasmiddelen UltraPhase1 en UltraPhase2 voor de automatische wasmiddeldosering. – de beschermfolie van de deur – en alle stickers van de voorkant en van het bovenblad (indien aanwezig). Stickers die u na het openen van de deur ziet zitten, bijv. het type‐ plaatje, mag u niet verwijderen. Open de deur.
Ingebruikneming van het apparaat Na het plaatsen Controleer voordat u uw wasau‐ tomaat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge‐ plaatst en aangesloten. Zie hoofd‐ stuk: "Plaatsen en aansluiten". Iedere wasautomaat wordt in de fa‐ briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in de trommel achter‐ blijft. Om veiligheidsredenen is het niet mo‐ gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren.
Ingebruikneming van het apparaat Urenweergave instellen Miele@home Het display geeft aan dat deze wasau‐ tomaat met een communicatiemodule op het Miele@home-systeem kan wor‐ den aangesloten. Urenweergave 24 h 12 h Bevestig de informatie met OK. In het display verschijnt nu Ingebruikne- ming. Kies de gewenste urenweergave. De gekozen weergave wordt door een vinkje gemarkeerd en in het display verschijnt nu de instelling Dagtijd. Dagtijd instellen Ingebruikneming Meer informatieteksten volgen.
TwinDos Deze wasautomaat is uitgerust met een geïntegreerde wasmiddeldoseereen‐ heid. Deze wasmiddeldoseereenheid kan 1. met het 2-fasen-systeem van Miele of 2. met willekeurige vloeibare wasmid‐ delen en / of wasverzachters worden gebruikt. 2-fasen-systeem van Miele Het 2-fasen-systeem van Miele werkt met een basiswasmiddel (UltraPhase 1) en een reinigingsversterker (UltraPhase 2). Deze beide middelen worden voor een optimaal wasresultaat tijdens het wasproces op verschillende tijdstippen gedoseerd.
TwinDos De dispensers/reservoirs Zorg ervoor dat kinderen niet in aanraking kunnen komen met ge‐ vulde reservoirs of dispensers. Neem de doseeraanwijzingen en waarschu‐ wingen van de wasmiddelfabrikant in acht. Gebruik van dispensers UltraPhase 1 en UltraPhase 2 zijn ver‐ krijgbaar in wegwerpdispensers. Druk op de gele ontgrendelingsknop (1.) en trek het reservoir naar buiten (2.). Druk op het klepje voor het gedeelte met de TwinDos-reservoirs. Het klepje springt open.
TwinDos De reservoirs Verwijder de reservoirs uit de vakken. Open de gele sluiting en vul het ge‐ wenste wasmiddel in het reservoir. Sluit het reservoir weer af en schuif het weer in het vak. Let er daarbij op dat de vergrendeling vastklikt. Tip: Noteer welk wasmiddel in welk vak zit, om later de juiste instellingen in de elektronica te kunnen invoeren. Schuif de dispenser voor UltraPhase 1 in vak 1 totdat de dis‐ penser vastklikt.
TwinDos Elektronica instellen op was‐ middel en/of wasverzachter Schakel de wasautomaat in en wacht totdat het hoofdmenu in het display oplicht. Blader met de toets > naar de twee‐ de pagina van het hoofdmenu. 10:30 Artikelenmix TwinDos Soort wasm. / Hoeveelh. wasm. Onderhoud Tip de toets Soort wasm. / Hoeveelh. wasm. aan. In het display verschijnt menu Soort wasmiddel. Soort wasmiddel Instellingen Vak 1 < Vak 2 > Tip de toets Vak 1 aan. Tip de toets Instellingen aan.
TwinDos Instellingen voor UltraPhase 1 en UltraPhase 2 De doseringen van UltraPhase 1 en UltraPhase 2 zijn vanuit de fabriek in‐ gesteld voor hardheidsgraad II (). Vak 1 Geen opgave Miele UltraPhase 1 Miele Miele fijn- / UltraColor wolwasmiddel Bevestig de vooraf ingestelde dose‐ ring met de OK - toets of corrigeer de dosering met de sensortoetsen – en + en bevestig uw keuze vervolgens. De wasautomaat stelt automatisch UltraPhase 2 voor vak 2 in.
TwinDos Instellingen voor overige wasmidde‐ len De doseringen voor de Miele-produc‐ ten zijn vanuit de fabriek ingesteld voor hardheidsgraad II (). Vak 1 Geen opgave Miele UltraPhase 1 Miele Miele fijn- / UltraColor wolwasmiddel < Tip: Heeft uw water hardheidsgraad I () of III (), pas de doseringen voor de Miele-producten dan aan volgens de aanwijzingen op de wasmiddelverpak‐ king.
TwinDos Eerste wasprogramma starten Vuilgraad Vòòr de eerste wasbeurt met wasgoed moet het leidingsysteem van de Twin‐ Dos-eenheid worden gevuld. Daarom moet een wasprogramma zonder wasgoed worden gedraaid. Lichter Draai de kraan open. Let erop dat de deur van de wasau‐ tomaat gesloten is. Kies het programma Katoen. Na de weergave van de beladingscapa‐ citeit verschijnt het basismenu van het programma in het display.
Tips om energie en water te besparen Energie- en waterverbruik Gebruik van wasmiddelen – Maak bij ieder programma dat u kiest gebruik van de maximale beladings‐ capaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. – Gebruik voor het doseren van de exacte hoeveelheid wasmiddel de automatische wasmiddeldosering.
Tips om energie en water te besparen EcoFeedback 2. Werkelijk verbruik Via de toets ECO Feedback krijgt u infor‐ matie over het energie- en waterver‐ bruik van uw wasautomaat. U kunt tijdens het programmaverloop en na afloop van het programma het daadwerkelijke energie- en waterver‐ bruik en de kosten aflezen. Meer infor‐ matie over het invoeren van de kosten vindt u in hoofdstuk "Instellingen", pa‐ ragraaf "Totaal verbruik".
1. Het wasgoed onder de loep Tip: Tips voor het verwijderen van thee-, koffie-, ei- en bloedvlekken kunt u vinden in de vlekkenwijzer op www.miele.nl. Wanneer u het wasgoed van te voren met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel, bijv. reinigingsben‐ zine, behandelt, let er dan op dat het middel niet met kunststof onderdelen in aanraking komt. Maak de zakken leeg. Voorwerpen zoals spijkers, mun‐ ten en paperclips kunnen wasgoed en onderdelen beschadigen.
2. Programma kiezen Wasautomaat inschakelen Om ervoor te zorgen dat de beladings‐ indicatie juist is, moet de trommel vóór het inschakelen leeg zijn. Druk op de toets . De trommelverlichting gaat aan. In het display verschijnt de beladings‐ capaciteit van het gekozen programma. Bevestig met de OK - toets of wacht enkele seconden, tot het basismenu van het programma in het display verschijnt. Katoen De trommelverlichting gaat automa‐ tisch na vijf minuten uit. In het display verschijnt het hoofdmenu.
3. Programma-instellingen kiezen Temperatuur U kunt een eerder ingestelde tempera‐ tuur van een wasprogramma wijzigen. TwinDos U kunt de automatische dosering in‐ schakelen. Tip de toets Temperatuur aan. Tip de toets TwinDos aan. Verlaag, resp. verhoog de tempera‐ tuur met de – - toets, resp. de + toets en bevestig uw keuze met de OK -toets. In het display verschijnt nu een scherm waarin u de vuilgraad kunt aangeven.
3. Programma-instellingen kiezen Programmamanager Met de programmamanager kunt u de wasprogramma's aan uw wensen aan‐ passen. Tip de toets Programmanager aan. Kies de gewenste optie. Bij het kiezen van sommige vlekken ontvangt u handige tips. Bevestig de tips met OK. Bevestig de keuze van de vlekken met de OK - toets. Er kunnen meer meldingen volgen, die u met OK moet bevestigen. De programmamanager is ingescha‐ keld. Uw keuze is opgeslagen.
3. Programma-instellingen kiezen CapDosing U kunt de capsuledosering bij dit was‐ programma gebruiken. Tip de toets CapDosing aan. In het display verschijnen de capsule‐ soorten die u bij uw wasprogramma kunt instellen. Kies de gewenste capsulesoort. De capsuledosering is geactiveerd. Nadere bijzonderheden vindt u in hoofdstuk "5 "Wasmiddel doseren", paragraaf "Capsuledosering". EcoFeedback Via de toets ECO Feedback krijgt u in‐ formatie over het energie- en water‐ verbruik van uw wasautomaat.
4. Trommel vullen Deur openen In het display wordt nu de belading aangegeven. Belading < 25 % OK Trek de deur bij de greep open. Het display geeft in stappen van 25% aan hoeveel procent van de maximale hoeveelheid wasgoed, die voor het ge‐ kozen wasprogramma is toegestaan, zich in de trommel bevindt. Leg de was uitgevouwen en losjes in de trommel. Leg wasgoed van verschillende groot‐ te in de trommel.
4. Trommel vullen Deur sluiten In het display verschijnt nu een scherm waarin u de vuilgraad kunt aangeven. Kies met de toets Lichter of Sterker de vuilgraad en bevestig uw keuze met de OK - toets. Meer informatie vindt u in het hoofd‐ stuk "Vuilgraad". In het display verschijnt nu de doseerin‐ dicatie. Dosering Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt. 100 % OK Bevestig met OK. verschijnt niet, als u TwinDos of CapDosing voor de hoofdwas heeft gekozen.
5. Wasmiddel doseren De wasautomaat biedt u verschillende mogelijkheden om wasmiddel te dose‐ ren. TwinDos Als u bij de programma-instelling TwinDos heeft gekozen, wordt het wasmid‐ del automatisch voor dit wasprogram‐ ma gedoseerd. Welk wasmiddel wordt gedoseerd, is afhankelijk van de producten waarmee u de TwinDos-eenheid heeft gevuld. Deze capsules zijn verkrijgbaar via in‐ ternet (www. miele-shop.com), bij de afdeling Onderdelen van Miele Neder‐ land of bij de Miele-vakhandelaar.
5. Wasmiddel doseren De inhoud van een capsule wordt op het juiste tijdstip toegevoegd. Het water stroomt bij capsuledose‐ ring uitsluitend via de capsule in het vakje . Wanneer u een capsule gebruikt, mag u niet òòk nog eens een was‐ verzachter in vakje doseren. Verwijder de capsule na afloop van het wasprogramma. Sluit het klepje en druk het stevig dicht. Om technische redenen blijft er altijd wat water in de capsule zitten. Sluit de wasmiddellade.
5. Wasmiddel doseren Wasmiddellade Volg bij de dosering van het wasmid‐ del de doseerindicatie. Het display geeft aan hoeveel procent van de door de wasmiddelfabrikant aanbevolen hoeveelheid wasmiddel u het beste kunt doseren. 40% = iets minder dan de helft 50% = de helft 60% = iets meer dan de helft 75% = driekwart 100% = de aanbevolen hoeveelheid Let ook op de waterhardheid.
6. Programma starten - Einde van het programma Programma starten Druk op de knipperende Start/Stop toets. De deur wordt vergrendeld (dit ziet u aan symbool in het display) en het wasprogramma wordt gestart. In het display verschijnt de programma‐ status. Katoen 1 10:30 Temperatuur 60 °C Centrifugetoerental 1600 omw/min Wassen 1:45 Wijzigen 2 Na afloop van de kreukbeveiliging wordt de deur automatisch ontgren‐ deld. Open de deur. Haal het wasgoed uit de trommel.
Vuilgraad Als u de automatische dosering kiest of wasgoed in de wasautomaat doet, kunt u in het display de vuilgraad aangeven. – de hoeveelheid wasmiddel; – de hoeveelheid spoelwater; Vuilgraad – de programmaduur (bij licht vervuild wasgoed duurt het programma kor‐ ter) Normaal Lichter Sterker OK U kunt met de sensortoetsen Lichter of Sterker de vuilgraad instellen. Met de OK - toets wordt uw keuze overgenomen.
Textielbehandelingssymbolen Wassen Het getal in de wastobbe geeft de maximale wastemperatuur aan. Drogen De punten geven de globale tempera‐ tuur aan.
Centrifugeren Maximaal centrifugetoerental Programma Omw/min Katoen 1600 Kreukherstellend 1200 Fijne was 900 Wol 1200* Jeans 900 Overhemden 900 Stomen – Express 20 1200 QuickPowerWash 1600 Automatic extra 1400 Opfrissen – Donker textiel 1200 Dekbedden 1200 Outdoor 800 Impregneren 1000 Alleen spoelen 1600* Stijven 1400* Zijde 600* Sportkleding 1200 Dons 1200 Vitrage 600 Nieuw textiel 1200 Hoofdkussens 1200 Pompen/Centrifugeren 1600 Katoen 1600 Apparaa
Centrifugeren Spoelstop kiezen Kies de optie Spoelstop. Het wasgoed blijft na de laatste spoelgang in het water liggen. Daardoor kreukt het wasgoed minder wanneer u het niet direct uit de trommel haalt. Wilt u het centrifugeren tussen de spoelgangen en het eind‐ centrifugeren overslaan Druk op de toets Toerental. Stel 0 omw/min in. Druk op de toets Wijzigen. Na de laatste spoelgang wordt het wa‐ ter afgepompt en wordt de kreukbevei‐ liging ingeschakeld.
Programma-overzicht Katoen 90°C tot koud Maximaal 9,0 kg Textiel‐ soort Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; t-shirts, ondergoed, tafellakens en servetten Tip Voor wasgoed dat aan bijzonder hoge hygiënische eisen moet vol‐ doen is een temperatuur van 60°C of hoger geschikt. Kreukherstellend 60°C tot koud Maximaal 4,0 kg Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel‐ lend gemaakt katoen Let op Kies bij kreukgevoelig wasgoed een lager eindcentrifugetoerental.
Programma-overzicht Stomen Textiel‐ soort Maximaal 2,0 kg Bovenkleding van katoen, linnen of mengweefsels die net gewas‐ sen, gecentrifugeerd en nog vochtig is. Dit programma vermindert de kreukels. De bovenkleding moet geschikt voor de droger en strijkbe‐ stendig zijn. Tip – 5-6 overhemden staan gelijk aan een belading van ca. 2,0 kg. – Hoe kleiner de belading, des te beter het resultaat.
Programma-overzicht Opfrissen Maximaal 1,0 kg Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels dat droog en niet echt vuil is en waar wat kreukels in zitten. De bovenkleding waarvoor u deze optie wilt gebruiken moet droger‐ geschikt en strijkbestendig zijn. Let op – Hoe kleiner de belading, des te beter het resultaat. – Haal het wasgoed direct na afloop van het programma uit de trommel en droog het daarna in de droogautomaat in het pro‐ gramma "Gladstrijken" of hang het op een hangertje.
Programma-overzicht Impregneren 40°C Maximaal 2,5 kg Wasgoed Voor het nabehandelen van microvezels, skikleding of tafellakens die voornamelijk uit synthetische vezels bestaan. U verhoogt daar‐ mee de water- en vuilwerende werking. Let op – Het wasgoed moet net gewassen en gecentrifugeerd of gedroogd zijn. – Om een optimaal effect te bereiken moet u het wasgoed ther‐ misch nabehandelen en wel door het te strijken of in een droogau‐ tomaat te drogen.
Programma-overzicht Dons 60°C tot koud Maximaal 2,0 kg Wasgoed Wasgoed met donzen vulling (jacks, slaapzakken, kussens e.d.) Let op – Druk vòòr het wassen de lucht uit het textiel om overmatige schuimvorming te voorkomen. Stop het textiel daarvoor in een goed aansluitende waszak of bind het met een wasbare band af. – Volg de aanwijzingen op het onderhoudsetiket.
Programma-overzicht Katoen / Maximaal 9,0 kg Textiel‐ soort Normaal vervuild wasgoed van katoen of linnen Tip – Deze instellingen zijn qua energie- en waterverbruik voor het was‐ sen van bovenstaand wasgoed het efficiëntst. – Bij is de bereikte wastemperatuur lager dan 60°C; het was‐ resultaat is gelijk aan dat van het programma "Katoen 60°C".
Programmaverloop Hoofdwas Spoelen Centrifu‐ geren Water‐ stand Wasritme Water‐ stand Spoel‐ gangen Katoen 2-51)2)3) Kreukherstellend 2-42)3) Fijne was 2-42)3) Wol 2 Jeans 2-42)3) Overhemden 3-43) Express 20 1 QuickPowerWash 1 Automatic extra Donker textiel Dekbedden Outdoor 2-4 2)3) 3-52)3) 3-43) 3-43) Impregneren – 1 Al
Programmaverloop = Lage waterstand = Middelste waterstand = Hoge waterstand = Intensief ritme = Normaal ritme = Sensitief ritme = Schommelritme = Handwasritme = Wordt uitgevoerd – = Wordt niet uitgevoerd De automaat beschikt over een volledig elektronische besturing met beladings‐ automaat. Tijdens een wasprogramma zuigt het wasgoed water op. Om hoe‐ veel water het gaat hangt af van de hoeveelheid wasgoed en het soort tex‐ tiel.
Programmaverloop Katoen en kreukherstellend De door Miele ontwikkelde wasmetho‐ de PowerWash 2.0 wordt in het was‐ programma Katoen gebruikt bij kleine en middelgrote beladingscapaciteiten en in het wasprogramma Kreukherstel‐ lend. Principe Bij de gebruikelijke wasmethodes wordt met meer water gewassen dan het wasgoed kan opzuigen. Al dit water moet worden opgewarmd. Bij de PowerWash 2.0 wasmethode wordt met iets meer water gewassen dan het wasgoed kan opzuigen.
Programmaverloop wijzigen Afbreken Wijzigen U kunt een wasprogramma ieder mo‐ ment afbreken, nadat u het heeft ge‐ start. Programma Tip de toets Start/Stop aan. Kies Programma afbreken De wasautomaat pompt het waswater af. Het programma is afgebroken. De deur wordt ontgrendeld. Is een programma eenmaal gestart, dan kunt u geen ander programma meer kiezen, zonder het lopende programma af te breken. Temperatuur Open de deur.
Programmaverloop wijzigen Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen In de eerste minuten nadat u het pro‐ gramma heeft gestart, kunt u nog was‐ goed in de trommel leggen of wasgoed uit de trommel halen. Druk op de toets Start/Stop. In het display verschijnt: Keuze Programma afbreken Trommel bijvullen Kinderbeveiliging inschakelen Tip de toets Trommel bijvullen aan. Het wasprogramma stopt en de deur wordt ontgrendeld. Open de deur. Leg wasgoed in de trommel of haal er wasgoed uit.
Programmaverloop wijzigen Kinderbeveiliging Met het inschakelen van de kinderbe‐ veiliging voorkomt u dat tijdens het pro‐ grammaverloop de temperatuur, het toerental of andere opties kunnen wor‐ den gewijzid. Kinderbeveiliging inschakelen Druk op de toets Start/Stop. Kies Kinderbeveiliging inschakelen. In het display verschijnt: Bediening vergrendeld. De kinderbeveiliging is ingeschakeld. Kinderbeveiliging uitschakelen Druk op de toets Start/Stop.
Programmamanager Met de programmamanager kunt u de wasprogramma's aan uw wensen aan‐ passen. Intensief Voor wasgoed dat bijzonder vuil is en tegen een stootje kan. Een sterkere wasmechaniek en een sterkere verhit‐ ting verbeteren het wasresultaat. ECO Er wordt minder energie verbruikt, maar het wasresultaat blijft gelijk. Dit wordt bereikt door een verlengde programma‐ duur en een gelijktijdige verlaging van de gekozen wastemperatuur.
Programmamanager Overzicht wasprogramma's - Programmamanager Bij programma's die hier niet zijn genoemd, kan de Programmamanager niet wor‐ den ingeschakeld.
Opties Gladstomen Voorwas Na afloop van het eigenlijke waspro‐ gramma wordt er stoom in de trommel gesproeid. Door de maximale belading met 50% te verminderen krijgt u een optimaal resultaat. Tevens moet het wasgoed een bepaald restvocht heb‐ ben. Daarom wordt het eindcentrifuge‐ toerental aangepast. Voor wasgoed dat door stof en zand sterk is verontreinigd. De bovenkleding waarvoor u deze optie wilt gebruiken moet drogergeschikt en strijkbestendig zijn.
Opties Overzicht wasprogramma's - Opties extra spoelgang Katoen X X X X X X X Kreukherstellend X X X X X X X Fijne was X X X X X X X Voorwas Kort Inweken Gladstomen Spoelstop Extra water Bij programma's die hier niet zijn genoemd, kan geen optie worden ingeschakeld.
Voorprogrammering U kunt de start van het door u gekozen programma minimaal 15 minuten en maximaal 24 uur vertragen. Dat kunt u bij voorbeeld doen om gebruik te ma‐ ken van het nachttarief. Kiezen Voor een correct verloop van de voorprogrammering moet de actuele dagtijd zijn ingesteld. Tip na de programmakeuze de toets Einde om aan. Tip: Via de instellingen kunt u in plaats van de eindtijd, de starttijd kiezen. Dan gaat op deze plaats in het display Start om branden.
Voorprogrammering Afbreken Druk op de toets Start/Stop. Het menu Keuze verschijnt: Keuze Voorprogrammering afbreken Trommel bijvullen Kinderbeveiliging inschakelen Kies Voorprogrammering afbreken. Het basismenu van het wasprogramma verschijnt weer en de Start/Stop - toets knippert. Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen Druk op de toets Start/Stop. Tip de toets Trommel bijvullen aan. De deur wordt ontgrendeld. Open de deur. Leg wasgoed in de trommel of haal er wasgoed uit.
Favoriete programma's Het is mogelijk om een programma on‐ der een eigen naam als favoriet op te slaan. De favorieten worden alfabetisch gesor‐ teerd. Tip: Is een parameter niet juist, dan kan deze worden gewijzigd. Tip de toets aan tot de gewenste programma-instel‐ ling verschijnt en wijzig deze. Zijn alle parameters goed: Onder favorieten opslaan Kies OK. Er zijn twee mogelijkheden om een wasprogramma als favoriet op te slaan.
Favoriete programma's Naam invoeren/favorieten op‐ slaan Favoriete programma's wij‐ zigen U kunt een naam voor de nieuwe favo‐ riet invoeren met maximaal 10 tekens. Het is mogelijk om een favoriet te wij‐ zigen en onder dezelfde naam of een andere naam weer op te slaan. Naam: A __________ Ä B C 123 abc D E F Kies in het hoofdmenu de toets Favorieten. Kies de toets Wijzigen. Kies de favoriet die u wilt wijzigen.
Wasassistent Met de wasassistent wordt u stap voor stap naar een optimaal wasprogramma voor uw wasgoed geleid. Kies in het hoofdmenu de toets Wasassistent. In het display verschijnt een overzicht van textielsoorten. Textielsoorten Katoen Katoen + synthetisch verontreinigd Sterk verontreinigd Kies de vuilgraad van uw wasgoed. Niet Licht centrifu- centrifugeren geren Wol Normaal cen-trifugeren > Raak de sensortoets van de textiel‐ soort aan, die overeenkomt met uw wasgoed.
Artikelenmix U heeft een paar licht verontreinigde kledingstukken en/of ander textiel die allemaal op een verschillende manier moeten worden gewassen. Gezien de kleine hoeveelheden kunnen ze echter niet in een apart programma worden gewassen. Aan de hand van de artikelkeuze wordt een wasprogramma samengesteld, dat op uw wasgoed is afgestemd. Artikelkeuze Kies in het hoofdmenu de toets Artikelenmix. In het display verschijnt een lijst met ar‐ tikelen.
Miele@home 6 7 8 5 4 1 1 3 2 2 2 a Huishoudelijke apparaten die op het Miele@home - systeem kunnen worden aangesloten b Communicatiemodule XKM 3000Z voor het Miele@home - systeem c Apparaat dat op het Miele@home - systeem kan worden aangesloten en over de SuperVision - functie beschikt d Miele@home gateway XGW3000 e WiFi-Router f Aansluiting op home automation - systemen g Smartphone, Tablet-PC, Laptop h Aansluiting op Internet 68
Miele@home Apparaten / kunnen met communi‐ catiemodule op het Miele@home systeem worden aangesloten. De mo‐ dule moet worden bijbesteld. In het Miele@home - systeem zenden de huishoudelijke apparaten met een communicatiemodule informatie en tips m.b.t. het programmaverloop naar een display-apparaat , bijv. een oven met SuperVision - functie.
Wasmiddelen Het juiste wasmiddel Doseerhulp U kunt alle wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasautoma‐ ten. Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen kunt u vinden op de wasmiddelverpakking. Gebruik voor het doseren van het was‐ middel de attributen die door de was‐ middelfabrikant als hulp bij het doseren zijn geleverd, bijv. doseerbolletjes. Ge‐ bruik die vooral bij vloeibare wasmidde‐ len.
Wasmiddelen Aanbevelingen voor Miele-wasmiddelen De Miele-wasmiddelen zijn door Miele speciaal voor de Miele-wasautomaat ont‐ wikkeld. De Miele-wasmiddelen zijn verkrijgbaar op internet onder www.mieleshop.nl, bij de afdeling "Onderdelen" van Miele en bij uw Miele-vakhandelaar.
Wasmiddelen Wasmiddeladviezen conform verordening (EU) Nr. 1015/2010 De adviezen gelden voor de temperaturen zoals aangegeven in het hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Wasmiddelen Handmatige dosering Na afloop van het waspro‐ gramma wasverzachter of stijf‐ sel doseren U kunt de wasverzachter of via de auto‐ matische dosering of via de wasmiddel‐ lade doseren. Automatische dosering Eèn van de reservoirs van de automa‐ tische dosering moet met wasverzach‐ ter gevuld zijn. Kies het gewenste wasprogramma. Kies TwinDos. Kies de vuilgraad van het wasgoed. In het display verschijnt menu Middel kiezen.
Wasmiddelen Apart spoelen met wasverzachter Doseer wasverzachter in vakje of plaats een capsule met wasverzach‐ ter. Kies het programma Alleen spoelen. Wijzig het centrifugetoerental indien nodig. Tip bij gebruik van een capsule de toets CapDosing aan en kies Cap. Tip de toets Start/Stop aan. Apart spoelen met stijfsel Doseer vloeibaar stijfsel in vakje en poedervormig of half-vloeibaar stijfsel in vakje . Kies programma Stijven. Wijzig het centrifugetoerental indien nodig.
Reiniging en onderhoud Trommel reinigen (Hygiëne Info) Wanneer er regelmatig met lage tempe‐ raturen en / of een vloeibaar wasmiddel wordt gewassen, bestaat het gevaar dat zich in de wasautomaat ziektekie‐ men en geurtjes ontwikkelen. Draai om dit te voorkomen regelmatig het pro‐ gramma Apparaat reinigen. Doe dit in ie‐ der geval iedere keer wanneer de mel‐ ding Hygiëne info: Start het programma op minstens 75°C. in het display verschijnt.
Reiniging en onderhoud Zuighevel en kanaal reinigen Wanneer u verschillende keren vloei‐ baar stijfsel hebt gebruikt, reinig de zuighevel dan extra goed. Vloeibare stijfsels klonteren snel. Wasmiddelladekast reinigen Zuighevel reinigen 1. Trek de zuighevel uit vakje en rei‐ nig de hevel onder de warme kraan. Reinig ook het buisje waar de zuig‐ hevel overheen wordt gestoken. 2. Zet de zuighevel weer terug. Reinig het kanaal voor de wasver‐ zachter met warm water en een bor‐ stel.
Reiniging en onderhoud TwinDos reinigen Deze wasautomaat beschikt over een reinigingsprogramma voor de Twin‐ Dos. In dit programma worden de ge‐ bruikte reservoirs en de slangen in de wasautomaat gereinigd. Bij gebruik van dispensers van het Miele-2-fasen-systeem hoeft u de dis‐ pensers niet te reinigen. Reservoirs en slangen reinigen Reinig het reservoir / de reservoirs en de slangen iedere keer wanneer u van vloeibaar wasmiddel of wasverzachter wisselt of wanneer u ze vrij lange tijd, d.w.z.
Reiniging en onderhoud Watertoevoerzeefje reinigen Draai de kraan dicht. De wasautomaat heeft èèn zeefje ter bescherming van de watertoevoerklep. Dit zeefje, dat zich in de schroefkoppe‐ ling van de toevoerslang bevindt, moet u ongeveer 1 keer per halfjaar controle‐ ren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u vaker con‐ troleren. Schroef de toevoerslang van de kraan. Trek het rubberen dichtingsringetje 1 uit de groef.
Wat moet u doen, wanneer . . . Hulp bij problemen De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u de afdeling Klantcontacten niet in te schakelen en kunt u tijd en kosten besparen. De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Bedenk echter het volgende: Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Wat moet u doen, wanneer . . . Het programma is afgebroken en in het display verschijnt de volgende storingsmelding: Probleem Oorzaak en oplossing De waterafvoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd. Storing waterafvoer De waterafvoerslang ligt te hoog. Reinig het pluizenfilter en het filterhuis. Bedenk dat de maximale opvoerhoogte 1,8 m is. Storing watertoevoer De watertoevoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd. Controleer of de kraan ver genoeg is openge‐ draaid.
Wat moet u doen, wanneer . . . Aan het einde van het programma verschijnt in het display de volgende storingsmelding: Probleem Oorzaak en oplossing Er heeft zich tijdens het wasprogramma te veel schuim gevormd. Controleer de gedoseerde hoeveelheid wasmid‐ del. Controleer bij automatische wasmiddeldosering de ingestelde hoeveelheid wasmiddel. Neem de aanwijzingen op de wasmiddelverpak‐ king in acht en houd rekening met de mate waarin het wasgoed is verontreinigd.
Wat moet u doen, wanneer . . . Aan het einde van het programma verschijnt in het display de volgende storingsmelding: Probleem Oorzaak en oplossing De filters zijn verontreinigd. Reinig de filters zoals beschreven in paragraaf: "Deur openen bij verstopte afvoer en/of stroomuit‐ val". U kunt na het reinigen opnieuw een wasprogram‐ ma starten.
Wat moet u doen, wanneer . . . Problemen met TwinDos Probleem Oorzaak en oplossing Er zijn donkere vlekken in het wasmiddel te zien. Er hebben zich schimmels in het wasmiddel ge‐ vormd. Giet het reservoir leeg en reinig het grondig. Er is geen wasmiddel en/of wasverzachter gedoseerd. De automatische dosering is niet ingeschakeld. Tip voor de volgende wasbeurt de toets TwinDos aan. De automatische dosering wordt ingeschakeld.
Wat moet u doen, wanneer . . . Algemene problemen met de wasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing De wasautomaat trilt tij‐ De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een dens het centrifugeren. contramoer vastgeschroefd. Stel de wasautomaat stevig en schroef de stelvoe‐ ten met een contramoer vast. De wasautomaat heeft het wasgoed niet nor‐ maal gecentrifugeerd en het wasgoed is nog nat.
Wat moet u doen, wanneer . . . Algemene problemen met de wasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing Aan het einde van het programma zit er nog vocht in de capsule. Het buisje in de wasmiddellade, waar de capsule op wordt gestoken, is verstopt. Reinig het buisje. Dat is geen storing. Om technische redenen blijft er altijd wat water in de capsule zitten. Naast de capsule zit er water in het wasver‐ zachter-/capsulevak.
Wat moet u doen, wanneer . . . Een tegenvallend wasresultaat Probleem Oorzaak en oplossing Het wasgoed wordt met In vloeibare wasmiddelen zitten geen bleekmiddelen. een vloeibaar wasmid‐ Fruit-, koffie- of theevlekken zijn er dan moeilijk uit te del niet schoon. krijgen. Gebruik het Miele-2-fasen-systeem. Door de ge‐ richte dosering van UltraPhase 2 tijdens het was‐ proces worden vlekken effectief verwijderd. Gebruik poedervormige wasmiddelen met een bleekmiddel.
Wat moet u doen, wanneer . . . De deur kan niet open. Probleem Oorzaak en oplossing De deur gaat tijdens het Wanneer er wordt gewassen, is de trommel vergren‐ wasprogramma niet deld. open. Tip de toets Start/Stop aan. Kies de toets Programma afbreken of Trommel bijvullen. De deur wordt ontgrendeld en u kunt de deur openen. Er bevindt zich nog water in de trommel en de auto‐ maat kan het water niet afpompen.
Wat moet u doen, wanneer . . . Deur openen bij verstopte af‐ voer en/of stroomstoring Schakel de wasautomaat uit. Druk tegen het klepje van het filter‐ huis. Het klepje springt open. Verstopte afvoer Wanneer de afvoer is verstopt, kan zich een vrij grote hoeveelheid water in de automaat bevinden. Wees voorzichtig! Het water is heet, wanneer kort daarvoor op een hoge temperatuur is gewassen. U kunt zich aan het water branden! Water opvangen Draai de filters er niet helemaal uit.
Wat moet u doen, wanneer . . . Deur openen Controleer steeds of de trommel stilstaat wanneer u het wasgoed uit de automaat wilt halen. Wanneer u uw hand in een nog draaiende trom‐ mel steekt, loopt u het risico zich te verwonden. Reinig ze grondig. Controleer of de pompschoepvleu‐ gels gemakkelijk rond te draaien zijn, verwijder indien nodig draden en/of knopen e.d. en reinig het filterhuis. Ontgrendel de deur met een schroe‐ vendraaier. Open de deur.
Afdeling Klantcontacten Reparaties Voor storingen die u niet zelf kunt ver‐ helpen, waarschuwt u – de Miele-vakhandel of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Adres, telefoonnummer en website van Miele Nederland vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐ zing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet en onze technici het type en het serienummer van uw apparaat weten. Beide gegevens vindt u op het type‐ plaatje boven het deurglas.
Plaatsen en aansluiten Het apparaat aan de voorkant a Watertoevoerslang Waterproof-sys‐ teem b Elektrische aansluiting e Wasmiddellade f Deur g Klepje van het gedeelte met filters, c Waterafvoerslang (met draaibaar en afvoerpomp en noodontgrendeling verwijderbaar bochtstuk) met ver‐ h Klepje van het TwinDos-gedeelte schillende mogelijkheden voor water‐ afvoer i Vier stelvoeten d Bedieningspaneel 91
Plaatsen en aansluiten Achterkant a Waterafvoerslang b Houders voor de waterslangen tij‐ dens het transport c Elektrische aansluiting d Draagpunten onder de dekselrand voor transportdoeleinden 92 e Watertoevoerslang Waterproof-sys‐ teem f Draaibeveiligingen met transport‐ stangen g Schacht voor Miele@home commu‐ nicatiemodule h Houders voor de waterslangen tij‐ dens het transport en voor de trans‐ portstangen na de plaatsing
Plaatsen en aansluiten Plaats van opstelling Wasautomaat plaatsen Als plaats van opstelling is een beton‐ nen vloer het meest geschikt. In tegen‐ stelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat aan het centrifugeren is. Wanneer u het apparaat van de verpak‐ kingsbodem tilt en op de plaats neerzet waar het moet staan, pak het dan aan de voorkant bij de stelvoeten en aan de achterkant bij de draagpunten onder de dekselrand vast.
Plaatsen en aansluiten Draai de linker transportstang met de bijgevoegde steeksleutel 90° en Draai de rechter transportstang 90° en trek de stang eruit. trek de stang eruit.
Plaatsen en aansluiten Sluit de gaten na het verwijderen van de transportbeveiliging af om te voorkomen dat u zich bezeert. Bevestig de transportstangen aan de achterwand van de wasautomaat. Let er daarbij op dat het bovenste haakje boven de houder ligt. Sluit de gaten met de bijgeleverde stopjes af. Bewaar de transportstangen. Moet de wasautomaat weer worden getransporteerd (bijv. bij een verhui‐ zing), dan moet de transportbeveili‐ ging weer worden gemonteerd.
Plaatsen en aansluiten Wasautomaat stellen Om optimaal te kunnen functioneren, moet de automaat stevig en waterpas staan. Wanneer een wasautomaat verkeerd wordt geplaatst, wordt er meer water en energie verbruikt dan nodig is en kan het apparaat gaan schuiven. Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten Het stellen van de automaat gebeurt met behulp van de vier machine- of stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt geleverd, zijn alle stelvoeten naar bin‐ nen gedraaid.
Plaatsen en aansluiten Onder een werkblad plaatsen Het bovenblad van de wasauto‐ maat mag niet worden gedemon‐ teerd. Deze wasautomaat kan met bovenblad helemaal onder een werkblad worden geplaatst, als het werkblad tenminste hoog genoeg is. Was-droogzuil Op de wasautomaat kan een Mieledroogautomaat worden geplaatst. Hier‐ voor is een tussenstuk* (WTV) nodig. Alle met * aangeduide onderdelen zijn verkrijgbaar bij Miele Nederland B.V.
Plaatsen en aansluiten Het waterbeveiligingssysteem De watertoevoerslang Het Miele-waterbeveiligingssysteem biedt volledige bescherming tegen wa‐ terschade door de wasautomaat. – Op de watertoevoerslang bevinden zich twee magneetventielen die de watertoevoer direct bij de kraan af‐ sluiten. De beide magneetventielen zorgen voor een dubbele lekbeveili‐ ging. Als één ventiel defect is, sluit het tweede de watertoevoer.
Plaatsen en aansluiten De elektronica en de lek- en over‐ loopbeveiliging van de wasautomaat – De lekbeveiliging Water ten gevolge van lekkage in de wasautomaat wordt in de lekbak opgevangen. De magneetventielen worden door een vlotterschakelaar uitgeschakeld. De overige watertoe‐ voer is geblokkeerd; het water dat zich in de kuip bevindt, wordt afge‐ pompt.
Plaatsen en aansluiten Watertoevoer De behuizing op de watertoe‐ voerslang bevat elektrische onderde‐ len en mag daarom niet worden ge‐ monteerd in gedeelten van het ver‐ trek waar met water wordt gewerkt zoals bijv. badkuipen of douchecabi‐ nes. De wasautomaat mag zonder terug‐ slagklep op het waterleidingnet worden aangesloten, omdat hij gebouwd is vol‐ gens EU-normen. De waterdruk moet minstens 100 kPa en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra‐ gen. Is de druk hoger dan 1.
Plaatsen en aansluiten Onderhoud Wanneer u het systeem vervangt, doe dat dan alleen met het Miele Water‐ proof-systeem. Het zeefje in het koppelstuk van het waterinlaatventiel mag ter bescher‐ ming van het ventiel niet worden ver‐ wijderd. Verlenging slang Een slang met metalen omhulsel van 1,5 m lang kan worden nabesteld bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling On‐ derdelen van Miele Nederland B.V. Deze slang is bestand tegen een druk van minstens 14.000 kPa en kan als verlengslang worden gebruikt.
Plaatsen en aansluiten Waterafvoer Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1,8 m. Het water moet ongehinderd weg kunnen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is afneembaar. De slang kan indien nodig tot 2,5 m worden verlengd. Het toebehoren is verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. 3. De slang kan in een putje in de vloer worden gehangen. 4.
Plaatsen en aansluiten Elektrische aansluiting De wasautomaat is standaard voorzien van een aansluitkabel met stekker met beschermingscontact (randaarde), ge‐ schikt voor aansluiting op een stopcon‐ tact met beschermingscontact (rand‐ aarde). De wasautomaat moet zo wor‐ den geplaatst dat men altijd zonder problemen bij het stopcontact kan komen. Gebruik om veiligheidsrede‐ nen geen verlengsnoer of stekkerdo‐ zen of iets dergelijks.
Verbruiksgegevens Belading Katoen Verbruiksgegevens Energie Water in kWh in l Programma‐ duur Rest‐ vocht 90°C 9,0 kg 2,4 65 2 h 29 min 50% 60°C 9,0 kg 1,45 65 1 h 59 min 50% 60°C 4,5 kg 0,90 52 1 h 59 min 50% 40°C 9,0 kg 0,99 72 2 h 39 min 46% 40°C 4,5 kg 0,60 52 2 h 29 min 46% * 9,0 kg 0,80 54 2 h 59 min 44% * 4,5 kg 0,50 49 2 h 59 min 44% * 4,5 kg 0,35 42 2 h 59 min 44% Kreukherstellend 40°C 4,0 kg 0,40 47 1 h 59 min 30% Fijne was 30°C 3
Verbruiksgegevens Instructie voor vergelijkende onderzoeken: * Testprogramma's volgens EN 60456 en energielabeling volgens EU-richtlijn 1061/2010 De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water, kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net‐ spanning en gekozen opties. De bij de wasmethode PowerWash 2.
Technische gegevens Hoogte 850 mm Breedte 596 mm Diepte 643 mm Diepte bij geopende deur 1077 mm Hoogte voor onderbouw 850 mm Breedte voor onderbouw 600 mm Gewicht Ca. 96 kg Beladingscapaciteit 9 kg droog wasgoed Aansluitspanning Zie typeplaatje Aansluitwaarde Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk: "Verbruiksgegevens". Minimale waterdruk 100 kPa Maximale waterdruk 1.
Instellingen Met de instellingen kunt u de elektro‐ nica van de wasautomaat aan veran‐ derende situaties aanpassen. De instellingen kunt u ieder moment wijzigen. Instellingen kiezen en wijzigen Tip de sensortoetsen < of > aan, totdat in de keuzelijst de gewenste instelling verschijnt. Menu Instellingen oproepen Tip de sensortoets aan, waarna u een variant binnen de instelling kunt kie‐ zen.
Instellingen Taal Er zijn verschillende talen waarin de meldingen in het display kunnen wor‐ den weergegeven. Met bovenge‐ noemde instelling kunt u uw eigen taal kiezen. Het vlaggetje achter het woord Taal dient als leidraad, wanneer u een ande‐ re taal wilt instellen. De gekozen taal wordt ingesteld. TwinDos Hiermee kunt het soort en de hoeveel‐ heid wasmiddel voor de automatische dosering instellen en tevens de te rei‐ nigen reservoirs.
Instellingen Geluidssterkte zoemer Hiermee kunt u de geluidssterkte van de zoemer instellen of de zoemer uit‐ schakelen. Er zijn 7 verschillende standen die op een balkdiagram worden aangegeven. Wordt de laagste stand ingesteld, dan is de zoemer uitgeschakeld. Toetssignaal Met het activeren van deze instelling kunt u een akoestisch signaal inscha‐ kelen. Dat klinkt iedere keer wanneer u op een toets tipt. Vanuit de fabriek is de toetstoon inge‐ schakeld.
Instellingen Lichtsterkte display De lichtsterkte van de meldingen in het display kan verschillen. Met bo‐ vengenoemde instelling kunt u tussen 7 standen kiezen. De stand is ingesteld zodra u deze ge‐ kozen heeft. Uitschakeling paneel Uitschakeling apparaat Het apparaat wordt na 15 minuten au‐ tomatisch uitgeschakeld en wel na af‐ loop van het programma / de kreukbe‐ veiliging of wanneer u het na het in‐ schakelen niet verder bedient. Met bovengenoemde instelling kunt u deze tijd verlengen.
Instellingen Memory Met deze instelling kunt u de memory inschakelen. Dat houdt in dat de was‐ automaat het laatst gedraaide pro‐ gramma met de temperatuur, het cen‐ trifugetoerental en de eventuele opties bij de start van het programma op‐ slaat. Wanneer u de volgende keer hetzelfde programma kiest, geeft de automaat de opgeslagen componenten aan. Vanuit de fabriek is de memory uitge‐ schakeld. Voorwastijd Katoen Wanneer u de optie "Voorwas" hebt ingeschakeld, krijgt u een voorwas van 25 minuten.
Instellingen Stand "Extra water" Wanneer u de optie "Extra water" heeft ingeschakeld, kunt u met boven‐ genoemde instelling tussen verschil‐ lende waterstanden kiezen. Stand: – Normaal (Fabrieksinstelling) – Plus – Plus – Plus Maximaal spoelniveau Met deze instelling kunt u het maxi‐ male spoelniveau inschakelen. Afkoeling van het waswater Met deze instelling kunt u ervoor zor‐ gen dat aan het einde van de hoofd‐ was extra water in de trommel stroomt ter afkoeling van het waswater.
Instellingen Voorprogrammering Wanneer u gebruik maakt van de voorprogrammering, dan kunt u daar‐ voor met bovengenoemde instelling de start of het einde van het program‐ ma kiezen. Keuze – Start om U stelt het starttijdstip van het geko‐ zen wasprogramma van te voren in. – Einde om (Fabrieksinstelling) U stelt het eindtijdstip van het geko‐ zen wasprogramma van te voren in.
Na te bestellen accessoires Voor deze wasautomaat zijn wasmidde‐ len, additieven en onderhoudsmiddelen voor textiel en apparaat beschikbaar. Al deze producten zijn op de Miele-was‐ automaten afgestemd. UltraColor U kunt deze en vele andere interessante producten via internet (www. mieleshop.com), bij Miele (zie omslag) of bij uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Na te bestellen accessoires Dons Textielonderhoudsmiddelen – Vloeibaar wasmiddel voor kussens, slaapzakken en kleding met dons Deze middelen zijn verkrijgbaar in een praktische doseerfles of als capsule waarmee u per wasbeurt kunt doseren. – Behoudt de elasticiteit van dons en veren. – Behoudt de ademingsactviteit van kleding met dons. – Voorkomt klontering van dons.
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk. Bezoek op www.miele.nl ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat. U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88. Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88 Bezoek het Miele Inspirience Centre: De Limiet 2 4131 NR VIANEN Duitsland - Miele & Cie.
WMV 960 WPS nl-NL M.-Nr.