Operation Manual

Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci
-
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Bij een geringe belading zorgt de
beladingsautomaat voor een vermin
-
dering van het water- en energiever
-
bruik en voor een verkorting van de
programmaduur.
Het is daardoor mogelijk dat de rest
-
tijd die in het display wordt aangege
-
ven in het verloop van het waspro-
gramma wordt gecorrigeerd.
Gebruik het programma Express 20
voor kleinere hoeveelheden was-
goed.
Met moderne wasmiddelen kunt u op
lagere temperaturen wassen (bijv.
20°C).
U bespaart daarmee energie.
Voor een goede hygiëne in de was
-
automaat raden wij u aan om zo nu
en dan een wasprogramma met een
temperatuur van minstens 60°C te
kiezen.
De wasautomaat herinnert u daaraan
met de melding:
Hygiëne Info in het
display.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
-
del als op de wasmiddelverpakking
staat aangegeven.
Controleer bij het doseren van het
wasmiddel hoe vuil het wasgoed is.
Gebruik voor een nauwkeurige dose
-
ring de automatische wasmiddeldo
-
seereenheid.
Juiste keuze van de extra functies
(Kort, Inweken, Voorwas)
Kies voor:
licht vervuild wasgoed
zonder zicht-
bare vlekken een wasprogramma
met de extra functie Kort;
normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro-
gramma zonder extra functie;
zeer sterk vervuild wasgoed
een
wasprogramma met de extra functie
Inweken;
wasgoed waar veel stof of zand in zit
een wasprogramma met de extra
functie Voorwas.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de
droogautomaat drogen, kies dan het
hoogste centrifugetoerental dat voor dit
wasgoed mogelijk is.
Tips om energie en water te besparen
20