Operation Manual

Wasmiddelvakjes
i = Vakje voor de voorwas
j = Vakje voor inweken en
hoofdwas
p = Vakje voor wasverzachter
en stijfsel
Via vakje i wordt het wasmiddel voor
de voorwas in de trommel gespoeld.
Via vakje j wordt het wasmiddel voor
de hoofdwas in de trommel gespoeld.
Is de capaciteit van vakje j niet vol
-
doende (dat is mogelijk in gebieden
met zeer hard water), kan ook vakje i
voor de dosering van het wasmiddel
worden geactiveerd.
Zie hoofdstuk: "Het programmeren van
aanvullende functies", paragraaf: "Het
activeren van vakje i ".
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan 10°
d.H. kunt u een wateronthardingsmid
-
del gebruiken om wasmiddel te bespa
-
ren.
De juiste dosering vindt u op de ver
-
pakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoe
-
gen, d.w.z. in doseringen voor zacht of
gemiddeld water tot 10° dH.
Wanneer u met verscheidene compo-
nenten wast, adviseren wij u deze mid-
delen altijd bij elkaar in vakje j te do-
seren, en wel in de onderstaande volg-
orde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge-
spoeld.
Wasverzachters en stijfsels
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Met andere stijfsels wordt wasgoed stijf.
^
Doseer de middelen volgens de aan
-
wijzingen van de fabrikant.
Wasmiddelen
22